G500 spreekt niet voor ‘de jonge generatie’ maar voor de liberale agenda

De G500 is een groep jongeren die met een tienpuntenplan mee wil doen aan de partijcongressen van de PvdA, CDA en VVD. Ze zeggen te spreken voor jongeren en geen politieke stroming te vertegenwoordigen, maar de punten lezen vooral als een liberaal verlanglijstje. Nu, met de val van het kabinet, ruiken ze hun kans.
27 april 2012
Sywert van Lienden in Buitenhof, maandag 2 april

Door Ewout van den Berg

Twee weken geleden werd het plan in Buitenhof gepresenteerd door voormalig voorzitter van scholierenorganisatie LAKS, Sywert van Lienden. Ook in de dagen na de uitzending hadden de liberale jongeren aan aandacht geen gebrek.

Jonge activisten die zich buiten het parlement om inzetten voor een betere wereld missen kennelijk het netwerk om zich op een zelfde manier op te werpen als ‘spreekbuis voor een generatie’. Dat is geen toeval. De ideeën van de G500 komen grotendeels overeen met die van liberale partijen en de belangen van het bedrijfsleven.

Deze week schreef Sywert in reactie op de val van het kabinet in de Volkskrant dat verkiezingen niet per se het beste scenario zijn voor de G500. ‘De grote vraag is of nieuwe verkiezingen ook iets zullen veranderen. Maandenlang campagne voeren, geen hervormingen op korte termijn en een verkiezingsuitslag die het politieke landschap zo mogelijk nóg meer versplintert. Er moet nu gedaan worden wat nu nodig is.’

De G500 roept zittende Kamerleden daarom op nu een ‘Oranjecoalitie’ te vormen. Bestaande tegenstellingen worden hiermee verhuld door de illusie van eenheid onder een combinatie van voetbalhysterie en het koningshuis.

Door nu zelfs voor te stellen de partijcongressen maar gewoon over te slaan, lijkt het plan meer de zoveelste roep om een zakenkabinet, dan een poging om jongeren een stem te geven in de politiek. De plannen van de G500 zijn dan ook verre van een ‘linkse coup van de VVD en CDA’, zoals een conservatief weblog meldde, maar eerder een poging de liberale agenda van partijen zoals D66 en GroenLinks op te leggen aan toekomstige regeringspartijen.

Programma

Sommige eisen uit het tienpuntenplan van de G500 zijn ook voor socialisten belangrijk. Onderwijs moet toegankelijk blijven en het gebruik van fossiele brandstoffen moet worden afgebouwd om verdere milieuvervuiling tegen te gaan en banen te creëren in groene energie. Maar hier houden de overeenkomsten zo ongeveer op.

Het voorstel bijvoorbeeld om naast een vast en flexibel contract, ook een eindig vast contract te creëren, lijkt er vooral op gericht om de positie van vaste contracten verder te ondermijnen. Een ‘eindig vast contract’ is een contract voor drie of vijf jaar. Ideaal voor bedrijven dus die mensen willen opleiden, maar tegelijkertijd de vrijheid willen hebben deze mensen tijdens een crisis te kunnen ontslaan.

Tegelijkertijd maakt de doorloop het lastiger om te organiseren op de werkvloer, om eisen te stellen aan je baas en verworven rechten te verdedigen. Hiernaast ademen de tien punten de neoliberale ‘ keuzevrijheid’. Zo moeten mensen ‘vrij zijn om hun pensioen te kiezen’. Maar dat klinkt mooier dan het in feite is.

Zonder werkende mensen een stem te geven in hun pensioen en de krachten te bundelen, zullen pensioenfondsen opdraaien voor de risico’s die investeringsbanken en hedge funds nemen. ‘Keuzevrijheid’ zorgt er dus voor dat het uiteindelijk de portemonnee is die bepaalt hoeveel zekerheid je pensioen garandeert. Hetzelfde zien we nu met de keuze tussen zorgaanbieders.

Veelzeggender nog dan wat er in het plan staat, is wat er niet in staat. De G500 roept op tot investeringen in onderwijs en aflossing van de staatsschuld in tien jaar, maar zegt niet waar zij dit geld vandaan gaat halen. Juist op deze vraag zijn politieke partijen verdeeld.

Klassentegenstellingen

De G500 wil dat de ‘spreiding van welvaart over generaties’ wordt verankerd in de grondwet. Dat deze welvaart binnen het kapitalisme ongelijk verdeeld is klopt, maar dat dit gebeurt op basis van leeftijd is een vreemde vaststelling.

Het toekomstperspectief bijvoorbeeld van een student met politieke connecties zoals die van Sywert is anders dan dat van een jonge schoonmaakster. Waar voor de één een tijdelijk contract met dito huisvesting de mogelijkheid geeft te ‘jobhoppen’, is dit voor de ander een aanval op de mogelijkheid een zeker bestaan op te bouwen.

De G500 gebruikt de crisis en groeiende werkloosheid onder jongeren dan ook om verschillen tussen generaties uit te vergroten. Hiermee komt ze niet alleen met voorstellen waar vooral de BV Nederland blij mee zal zijn, maar leidt ze ook de aandacht af van de werkelijke kloof, die tussen arm en rijk – een klassenverschil dus.

Alleen een programma dat de roep om tijdelijke arbeidskrachten beantwoordt met de eis van bestaanszekerheid, betaald door de steeds rijker wordende topinkomens, is het waard gesteund te worden. De weg naar werkelijke verbetering voor jongeren loopt niet via de Tweede Kamer, maar zit in gezamenlijke actie met oudere collega’s op de werkplek.