Fukushima: ontwaken of terug in slaap vallen?

Hoe bestrijd je gevaar wat je niet kan zien, proeven of aanraken? Iets dat je leven vergiftigt op een onzichtbaar niveau? Dit is niet alleen een filosofische vraag maar een gezondheidsvraag voor Japanners die dagelijks worden blootgesteld aan radioactieve straling in hun post-Fukushima-ramp realiteit.
22 december 2014

Door Chihiro Geuzenbroek

Kakusei, The Fukushima End is de debuutfilm van regisseur Dion Tan waarin we kennismaken met de sluimerende dilemma’s van vijf personen die afwegen hoe ze verder leven na de kernramp van Fukushima in 2011. De documentaire onderzoekt vooral hoe verschillende individuen omgaan met gebrek aan informatie rondom voortdurende radioactieve straling.

Stilte

Ichiyo Ikezai, moeder van twee kinderen, geeft voor de camera toe dat ze zich niet het moment kan herinneren dat ze hoorde over het ongeluk in de kerncentrale. ‘Hoe gebeurde het?’ Stilte. ‘De informatie komt geleidelijk. Eerst hoor je dat de centrale een probleem heeft. Dan denk je: Oh, dat is niet goed.’ Stilte. ‘Maar de informatie is zo geleidelijk en ze gebruiken op tv geen grote woorden. Ze zeggen niet “Het is gevaarlijk”. Nu wordt er op tv nog maar weinig over gepraat. Dus het kernenergieprobleem en het radioactieve stralingsprobleem vervluchtigt. We beginnen het te vergeten.’

De documentaire onderzoekt hoe mensen worstelen met de cognitieve dissonantie van wat ze weten over de langetermijngezondheidsproblemen van Tsjernobyl en de propaganda die hen gevoed wordt door de media en hun regering. En tussen die twee extreme tegenstrijdige informatiestromen zijn de akelige stilte en een gebrek aan transparante onderzoeken die nieuwe inzichten bieden.

Wat duidelijk wordt is dat tv ‘business as usual’ bedrijft en in reclames acteurs laat zien die lokaal geboerd eten consumeren. Alles is in orde. Terwijl een onderzoek dat een jaar na de ramp is uitgevoerd voedsel heeft getest uit de oostelijke streek van Japan en aantoonde dat 400 verschillende producten een onveilige dosis aan cesium bevatten.

De vraag is: waar handelen mensen naar: de tv-boodschap in hun huiskamer of een wetenschappelijk onderzoek waar je alleen over hoort als je jezelf actief bijschoolt en veel moeite doet om informatie te vinden? Vooralsnog laat Fukushima vooral zien hoeveel ruimte er kan zijn voor een lethargische houding van de regering en de grote instituten. Die houding komt neer op: wat je niet ziet, bestaat niet.

Wake up call

We maken ook kennis met Akira Murakami, docent media-analyse en activist. Hij meent dat als de ramp even erg is als Tsjernobyl, en Japan een grotere bevolkingsdichtheid heeft, de maatschappij zich moet bekommeren om gezondheidsproblemen die op komst zijn. Hij voelt zichzelf geroepen een rol te spelen in het sociaal bewustzijn en deze ramp als een wake up call aan te grijpen.

Hij roept op niet als individuen weg te zinken in het gevoel van stress en angst, maar samen een stem te geven aan de urgente noodzaak de problematiek aan te gaan: ‘Niks zeggen is hetzelfde als weglopen van een kind dat verdrinkt.’

Regisseur Tan heeft gekozen voor een verhaallijn en een visuele stijl die niet inzoomt op emotioneel persoonlijk drama, maar ook niet uitzoomt naar grotere maatschappelijke problemen in politiek. De kijker wordt vooral gevoed met beelden van een dagelijks bestaan, beelden van een normaal straatbeeld, mensen die naar hun werk gaan of thuis hun ding doen.

Deze normaliteit wordt uit balans gebracht door feiten die in beeld verschijnen. Zo wordt gedeeld dat in 2012 in Fukushima 80.000 kinderen zijn getest aan hun schildklier. Maar liefst 40 procent vertoonde abnormale groei. Met de schaars toegepaste interventie in het ‘normaal-beeld’ van Japans leven met deze zorgwekkende feiten, roept regisseur Tan een ongemakkelijk gevoel op.

In een scène op het kantoor van Akira zien we een stapeltje boeken liggen waaronder de titels Revolutionary Memory en Repression and Recovery, beide geschreven door Cary Nelson. Nelson stelt in zijn werk dat we in de moderne cultuur niet langer weten wat we vergeten zijn.

Dit is zowel een probleem als een oproep tot ontwaken. Het bestrijden van onzichtbaar gevaar blijkt niet enkel poëtisch en een kwestie van gezondheid, het blijkt in essentie een politieke uitdaging. Zo leidt de film ook tot de uitingen van protest. Een moeder die voelt dat ze haar eigen kinderen op dit moment niet kan beschermen tegen gevaarlijke straling zegt: ‘Elk persoon alleen is klein. Als je alleen bent verandert er niks daadwerkelijk. Maar als een persoon opstaat en samenkomt en het worden 170.000 mensen…’

Kakusei, the Fukushima End is in 2014 uitgekomen en draagt op bescheiden toon bij aan een diepere oproep te ontwaken (kakusei) en niet op te geven. De korte versie (45 minuten) is op YouTube te zien, en is zeker de moeite waard.

Chihiro Geuzenbroek is documentairemaker en activist. Zie hier het interview over haar film Radical Friends.

Foto: Blusboten bij de raffinaderij van Ichihara, Chiba (Japan), na de tsunami van maart 2011. De media gebruiken deze foto veelvuldig bij berichten over Fukushima.