Franse verkiezingen: antifascistische overwinning en diepe politieke crisis
Alom werd gevreesd dat de extreemrechtse Rassemblement National (RN), geleid door Marine Le Pen en Jordan Bardella, deze week een regering zou vormen. In plaats daarvan werden ze teruggedrongen naar de derde plaats, met 143 parlementsleden (inclusief hun naaste bondgenoten). De linkse electorale alliantie Nouveau Front Populaire (NFP) kwam op de eerste plaats met 182 parlementsleden (en ze kunnen rekenen op dertien andere linkse politici die onafhankelijk van de NFP stonden om met hen mee te stemmen). De groep van Macron kreeg er 168. Een parlementaire meerderheid wordt bereikt met 289.
Miljoenen mensen zijn enorm opgelucht. Niet alleen de uitslag is belangrijk, maar ook hoe deze is behaald: Frankrijk zag de meest dynamische linkse campagne in tientallen jaren, met tienduizenden nieuwe activisten, grote delen van het maatschappelijk middenveld, wijdverspreid huis-aan-huis aankloppen, honderden bijeenkomsten en demonstraties en een duizelingwekkende verscheidenheid aan evenementen, initiatieven en oproepen om voor radicale verandering en tegen fascisme te stemmen. Iedereen hoorde dat het mogelijk is om de rijken te belasten, onze ziekenhuizen en scholen weer op te bouwen en te vechten tegen seksistisch geweld en tegen racisme, inclusief antisemitisme en islamofobie.
En France Insoumise (Frankrijk in Opstand), het radicale deel van NFP, behaalde zeer veel stemmen in multi-etnische arbeiderswijken – veel klassenstrijders zijn verkozen die lichtjaren verwijderd zijn van de grijze apparatsjiks die we gewend zijn. Denk aan Raphaël Arnault, medeoprichter van Jeune Garde – een dynamische antifascistische organisatie die een paar jaar geleden is opgericht. Of Sebastien Delogu, een taxichauffeur die de campagne tegen de ‘uberisering’ van het beroep leidde en Aly Diouara, oorspronkelijk uit Gambia, zeer actief als gemeenteraadslid in de arbeiderswijken van Parijs en een lokale leider van de campagne tegen de genocide in Gaza. Of Alma Dufour, bekend als leider van campagnes tegen Amazon.
Diepe crisis
Frankrijk is ondergedompeld in een diepe politieke crisis die nog wel even zal duren. De situatie bevat veel gevaren, maar biedt ook veel kansen. Elke politieke situatie is breekbaar en elke tactiek en strategie wordt betwist. We zullen schommelingen zien: overlopers die in paniek (of erger) handelen en anderen die juist politiek betere besluiten nemen dan we dachten. We moeten ons concentreren op de hoofdelementen, niet op details van tactieken om te begrijpen wat nieuw is en wat mogelijk is.
NPF is een verkiezingscoalitie die onder enorme druk van onderaf er glansrijk in is geslaagd een fascistische regering tegen te houden. Dit lukte vanwege samenwerking en een inspirerend radicaal programma. Dit verkiezingsresultaat rechtvaardigt de coalitie en de compromissen die daarvoor nodig waren, hoe broos de NPF in de toekomst ook zal blijken.
De RN-activisten zijn deze week gedemoraliseerd en gedeprimeerd, omdat ze maar de helft van het aantal parlementsleden hebben behaald waar ze op hoopten. Maar ze hebben er nog altijd vijfenvijftig meer dan bij de laatste parlementsverkiezingen. De huidige relatieve tegenslag voor extreemrechts moet worden gebruikt als een springplank om de fascisten terug te dringen. De honderdduizenden die de afgelopen drie weken bij de antifascistische campagne betrokken waren, moeten gemobiliseerd blijven.
Hoe verder?
Geen enkele partij heeft een meerderheid in het parlement behaald en de grondwet verbiedt nieuwe parlementsverkiezingen binnen twaalf maanden. Er lijken drie mogelijkheden te zijn: een linkse minderheidsregering, een rechts-linkse coalitie of een regering van benoemde experts.
Linkse leiders hebben aangegeven dat ze een minderheidsregering willen vormen. Het wordt dan moeilijk om wetten aan te nemen. Maar voor sommige punten van de NPF, zoals het terugdringen van politiegeweld, het verhogen van het minimumloon of het bevriezen van de prijzen van eerste levensbehoeften is geen nieuwe wetgeving nodig. Natuurlijk zullen de bazen en de media ongekende druk opvoeren en is het essentieel dat arbeiders zich mobiliseren om ervoor te zorgen dat onze belangen worden verdedigd. Veel NPF-aanhangers begrijpen dat een linkse regering geen carte blanche moet krijgen. Deze week proberen activisten lokale Volksfrontcomités op te zetten om de radicale betrokkenheid van grote aantallen mensen te behouden.
Geholpen door een sterke mediacampagne, heeft rechts de voorkeur voor een coalitieregering van ‘nationale eenheid’. Daarin zitten dan delen van links en rechts: iedereen behalve natuurlijk France Insoumise en het RN. Angst voor chaos wordt gebruikt om mensen ervan te overtuigen dat dit een redelijk project is.
Diverse vooraanstaande Macronisten dringen op dit idee aan. En sommige leiders van de Socialistische Partij, de Communistische Partij en de Groenen lijken erin mee te gaan. Ze worden vergezeld door een handvol France Insoumise-parlementsleden onder leiding van François Ruffin. Zij keren zich af van FI en zijn op zoek naar ‘gematigde’ opties. ‘We moeten de zaken kalmeren’ zei Ruffin. Deze groep doet alsof de persoonlijkheid van FI-leider Jean-Luc Mélenchon het probleem is en draagt bij aan de grote lastercampagnes tegen hem.
Voor werkende mensen zou een links-rechts coalitieregering een ramp zijn. Een regering die geen radicale maatregelen neemt om de ellende te verminderen en onze scholen, ziekenhuizen en arbeidsomstandigheden te verbeteren, zal snel tot diepe teleurstelling leiden. Dat is een garantie voor een extreemrechtse regering over een paar jaar. France Insoumise heeft deze optie geweigerd en alle eerlijke delen van links moeten dat ook doen. Voorlopig heeft Olivier Faure, leider van de Socialistische Partij, een dergelijke coalitie uitgesloten. Marine Tondelier van de Groenen, is minder duidelijk.
Andere commentatoren hebben het over een regering van burgerlijke ‘experts’ (in Italië benoemden ze ooit de directeur van de nationale bank). Dit wordt voorgesteld als een beslissing op basis van gezond verstand, omdat ‘dwaze politici’ geen consensus kunnen bereiken en omdat het ‘ondenkbaar’ is om geen regering te hebben. Maar zo’n regering staat natuurlijk nooit aan de kant van de werkende mensen.
De crisis is nog maar net begonnen. We moeten structuren van waakzaamheid creëren om zoveel mogelijk activisten die campagne hebben gevoerd voor NPF erbij te betrekken. Deze structuren moeten gericht zijn op het terugdringen van extreemrechts door massale voorlichting en door massale verstoring van alle RN-evenementen en -initiatieven.
Hebben sommige mensen illusies dat een NPF-regering snel dingen kan veranderen? Natuurlijk, dat is onvermijdelijk. Maar de weg vooruit is mobiliseren tegen het neoliberalisme. We steunen een linkse regering (als die er komt) telkens als die hervormingen invoert die in ons belang zijn. Maar ertegen zijn zodra die toegeeft aan de druk van de dictatuur van de winst.