FNV moet campagne uitbouwen tegen bezuinigingen zelf

In november zei het Centraal Bureau voor de Statistiek dat Nederland uit de recessie was, met een groeicijfer van maar liefst 0,1 procent. Kamp van economische zaken reageerde positief: ‘Na vier kwartalen krimp groeit de economie weer, al is de groei nog heel beperkt.’ Maar vijf dagen later voorspelde de OESO verdere krimp van de economie in 2014.
9 december 2013


Door Max van Lingen

Het meest alarmerende is de verwachte stijging van de werkloosheid. De OESO voorspelt dat deze zal stijgen van 6,7 procent in 2013 naar 7,8 procent in 2014 en 8,1 procent in 2015. Voor het kabinet is dit geen reden om af te zien van verdere bezuinigingen. Minister Kamp is hier duidelijk over: voor herstel van de economie is het noodzakelijk dat het kabinet doorgaat met het bedrijvenbeleid en het doorvoeren van hervormingen die de economie versterken.’

De slechte vooruitzichten hebben er onder andere toe geleid dat Standard & Poor’s de kredietwaardigheid van Nederland verlaagde van Triple-A naar AA+. ‘We komen er in Nederland altijd wel doorheen,’ reageerde Bernard Wientjes. De voorzitter van bazenclub VNO-NCW werd onlangs opnieuw door de Volkskrant tot meest invloedrijke Nederlander uitgeroepen. De grote vraag is natuurlijk ten koste van wie Nederland er wel doorheen komt. Voor Wientjes is dat duidelijk: ‘dat betekent gematigde loonkosten’.

De koers van Wientjes en zijn handlangers in het kabinet is helder. De winstgevendheid moet worden opgekrikt ten koste van de beroepsbevolking. Daarbij vormt de hoge werkloosheid een handig drukmiddel om bijvoorbeeld de nullijn te accepteren. De boodschap is: slikken of stikken. Ondertussen hebben de Nederlandse bedrijven, met dank aan de PvdA, tijdens de crisis flink kunnen sparen. Volgens De Nederlandsche Bank hebben ze inmiddels 162 miljard euro op de bank staan.

Het is geen incident dat de PvdA in de regering vooral de belangen van de grote graaiers verdedigt. Marcel van Dam schreef hierover in de Volkskrant: ‘Vanaf 1980 heeft de PvdA ongeveer de helft van de tijd meegeregeerd. De mensen om wie het gaat, hebben er niets van gemerkt.’ Van de PvdA hebben we op dit terrein niets te verwachten.

Door de groeiende onvrede over dit beleid werd de vakbondsleiding gedwongen om in actie te komen. Ondanks de gebrekkige mobilisatie kwamen op 30 november 10.000 vakbondsactivisten naar de Jaarbeurs in Utrecht als onderdeel van de FNV campagne ‘koopkracht en echte banen’. Maar de campagne dreigt nu beperkt te worden tot economische eisen. Daarbij is de looneis van 3 procent afgezet tegen de 162 miljard euro aan reserves ook nog eens vrij beperkt.

Wanneer de campagne wordt beperkt tot een strijd voor betere cao’s, lopen we het gevaar dat we alles wat er aan de ene kant bij komt aan de andere kant weer kwijt raken. De campagne moet zich daarom ook richten op de bezuinigingen op zich. Hieraan moeten ook een aantal concrete eisen worden gekoppeld.

Langs die concrete eisen kan de campagne verbreed worden richting mensen die geen onderdeel zijn van de vakbeweging. Het zou daarbij enorm helpen als het Ledenparlement van de FNV besluit tot een actietraject waarbij wordt toegewerkt naar een grote landelijke actie, ondersteund door stakingen, vlak voor de gemeenteraadsverkiezingen in maart.

Hieraan kan vorm worden gegeven door de regionale actiecomités van de bond en door comités waarin bondsleden samenwerken met mensen van andere organisaties.

Of dit lukt zal afhangen van de mate waarin er druk kan worden opgebouwd binnen de bond tegenover de conservatieve elementen die nog altijd leunen op de PvdA. Een soortgelijke richtingenstrijd vindt ook in andere landen plaats. In België brak bijvoorbeeld in 2012 een deel van de socialistische vakbond FGTB onder leiding van Daniel Piron openlijk met de sociaal- democratie.

De onvrede over de bezuinigingen biedt een vruchtbare voedingsbodem voor het verzet ertegen. Of daarvan gebruik wordt gemaakt hangt af van de mate waarin we er in slagen de bonden terug te veroveren op de bureaucratie. Maar die strijd kan alleen gewonnen worden als we tegelijkertijd laten zien hoe het wel moet door aan de campagne te bouwen. Voor koopkracht en echte banen!