FNV-film spreekt werkers niet aan op hun kracht
Het mag geen geheim zijn dat er na decennia aan neoliberaal beleid weinig meer over is van de publieke voorzieningen en inkomens van werkende mensen in Nederland. Om dit tij te keren heeft vakbond FNV de campagne Nederland verdient beter in het leven geroepen. De belangrijkste onderdelen uit deze campagne zijn het verhogen van de lonen, het verhogen van winst- en vermogensbelasting voor bedrijven en betaalbare energie. Om meer ruchtbaarheid aan deze campagne te geven is er nu een documentaire gemaakt.
De documentaire volgt zes kaderleden van de FNV uit verschillende sectoren waar nu actie wordt gevoerd zoals de zorg, Schiphol, schoonmaak en kinderopvang. Uit alle verhalen komt naar vo- ren hoe schrijnend de situatie is geworden voor veel mensen. Een touringcarchauffeur vertelt dat hij na zijn beoogde pensioenleeftijd zal moeten doorwerken om de eindjes aan elkaar te knopen, ondanks een leven lang werken. Dit had hij nooit verwacht. Of het verhaal van een winkelmedewerker van de Bijenkorf die na ruim 20 jaar dienstverband niet veel meer verdient dan toen ze begon.
Stuk voor stuk zijn de mensen trots op het werk wat ze doen – en terecht. Zonder de mensen in deze sectoren staat het hele land stil. De documentaire laat echter wel kansen liggen om aan te tonen waardoor dit komt. Uiteraard komt de oorlog in Oekraïne voorbij. Ook de energie rekeningen en de winsten van grote bedrijven worden genoemd. De film verbloemt echter de structurele oorzaken waardoor deze mensen niet meer rond kunnen komen.
Strategie
De zes portretten worden afgewisseld met een verhaal van voorzitter Tuur Elzinga. Elzinga gaat naar zijn ouderlijk huis en dorp en vertelt dat de situatie nu onherkenbaar is ten opzichte van zijn jeugd. Voedselbanken waren toen niet nodig en iedereen zou redelijk goed rond kunnen komen.
Helaas wordt niet genoemd waarom het toen beter geregeld was. Een gemiste kans om de rol van strijdvaardig georganiseerd vakbondswerk te benadrukken. In die tijd was er een sterkere vakbondsmacht en organisatiegraad met meer militante elementen, waardoor werkenden beter in staat waren om hun belangen te verdedigen.
De lessen uit die tijd moeten uiteraard gemoderniseerd worden naar deze tijd, maar kunnen als voorbeeld dienen voor de strijd die ons te wachten staat. Elzinga benoemt dat in de coronatijd 60 miljard meer winst is gemaakt dan daarvoor. Dat geld moeten we nu terug eisen volgens de FNV. Hiervoor zullen we volgens Elzinga de strijd aan moeten gaan. Hier zijn de stakers het natuurlijk roerend mee eens.
Maar de FNV laat niet zien hoe die strijd er dan uit moet zien en hoe de strijd binnen verschillende sectoren met elkaar verbonden kan worden om zo gezamenlijk een vuist te maken. De huidige stakingsgolf door verschillende sectoren laat zien dat de potentie er is. De FNV laat het vooralsnog links liggen om deze stakingen met elkaar te verbinden en ideologisch te versterken. Het is exemplarisch voor de manier van campagnevoeren van de FNV. De campagnes leven vaak van moment naar moment zonder duidelijke overkoepelende strategie waar haar leden en sympathisanten in worden meegenomen.
OverLeven tourt de rest van het jaar door het land om op verschillende plaatsen het gesprek aan te gaan over de inkomenscrisis en wat dit met werkende mensen doet. Zonder duidelijk handelingsperspectief en richting zal dit echter niet leiden tot een activering en intensivering van de vakbondsstrijd die we nu zo hard nodig hebben. Het structurele karakter van armoede blijft grotendeels onbenoemd. Het blijft bij een moreel appèl dat de winst eerlijker verdeeld moet worden. Het is vrij treurig dat de grootste vakbond van Nederland geen strategie heeft om hiervoor te vechten.
De documentaire is hier op de website van de FNV te bekijken.