Februaristaking 1941: ‘Je was emotioneel, er gebeurde iets’

Kees Spits met bakfiets bij de kruidenierszaak op de hoek van de Lijndenstraat en de Czaar Peterstraat. Eind jaren twintig.
De Februaristaking 1941. Hoe was dat en wat gebeurde er toen in de Amsterdamse Czaar Peterbuurt? C. Spits sr. ‘Ome Kees’ (1911-1991) uit de Kraijenhoffstraat vertelde aan Buurtnieuws Czaar Peter over zijn ervaringen uit die tijd. Hieronder een bewerking van dit interview uit 1980 met toelichting door Ron Blom.
25 februari 2023

In juli 1940 ben ik door m’n vader en Dirk Kleinsma in contact gebracht met Jan Schriefer, die in een groep zat, een vervolg van de Revolutionair-Socialistische Arbeiderspartij (RSAP). Dit was het Marx-Lenin-Luxemburg-front. Daar is afgesproken dat ik iedere 14 dagen tot 3 weken manifesten of krantjes zou verspreiden.

GVB-kaart van Kees Spits

Ik werkte toen als winkelbediende bij Albert Maij in de Lijndenstraat.

Er waren al zoveel ontzettende dingen gebeurd, steeds meer vorderingen van de Duitsers tegenover de Joden. Je hoorde het wel wat er gebeurde, maar ik wilde het weleens zien. We zijn toen met 8 à 10 mensen, de meesten waren van Kattenburg en één was er ook uit de Czaar Peterbuurt, naar de Jodenbuurt gegaan. Op dat moment was er niet zoveel te zien.

Grüne Polizei en razzia’s

Maar het was wel begonnen dat de Grüne Polizei in de van Woustraat, de Jodenwinkeliers in mekaar geramd hadden. En in februari voor de staking is er in de Jodenbuurt toen flink geramd geworden. De razzia’s in de Jodenbuurt, dàt is ontzettend geweest. Ik heb dat zelf niet gezien. Die gebeurtenissen zijn de oorzaak van de staking en de reden van de manifesten geweest. Een of twee dagen voor de staking kreeg ik van Jan Schriefer manifesten, met de oproep tot staking en die hebben we opgehangen.

Op de 25ste februari hoorde ik om een uur of half tien iets van ‘Ze staken’. Toen werd ik door m’n moeder geroepen: ‘Kees je moet bij vader in de kelder komen’. Via via had ie allemaal strips (plakstroken) gekregen met daar op dat er staking was. Die moesten vlug geplakt worden.

Ik ben toen naar de Oostelijke Handelskade gegaan, waar ik ook klanten had, maar ik had helemaal geen zin.

Het was een verwarde situatie. Bij het kantoor voor de Lloydwoningen, waar mensen van Fokker werkten zei ik tegen de portier ‘Ome Willem er wordt gestaakt door de gemeente’. Ook bij Fokker werd gestaakt.

Je was emotioneel, er gebeurde iets.

Toen ben ik toch nog naar een stuk of tien klanten gegaan. Toen zag ik mensen uit het kantoor komen ‘we gaan naar huis’.

Ik dacht dan ga ik ook naar huis. Ik ging naar m’n baas toe en Maij zei ‘Kees wat ben je vroeg terug’. Ik zei ‘er is een oproep er wordt gestaakt’. Ik zei niet dat ik ze zelf opgeplakt had. Maij zei ‘dan gooien wij ook de zaak dicht’.

Nou dat vond ik zoiets moois, dat had ik nooit achter hem gedacht, hij was zo rustig. Hij deed de luiken voor de zaak en ik ben toen alle winkels in de buurt afgegaan, op één na dat was een NSB-er en om een uur of twaalf waren 80 tot 85 procent van de winkels dicht.

In de buurt, op straat, iedereen sprak erover.

Het was een explosie van hè er gebeurt iets.

Ze hebben me wel verteld dat de mensen die in de havens werkten ook naar huis zijn gegaan en de overkant van het IJ stroomde leeg.

Veel volk op straat

Het was rumoerig, er was veel volk op straat, er werd gepraat. Je hoorde van ‘hé Tante Bet, heb je het gehoord, ze zijn aan het staken, zullen ze er nou uit gesodemieterd worden’.

Zo ging dat, dat was wonderbaarlijk.

Bij de meesten een soort hoop, dat die oorlog vlug afgelopen zou zijn.

Ik ben toen de Indische buurt ingegaan en daar was ik nog getuige, dat er een tram uit de rails werd geduwd.

Op het Javaplein waren ze aan het rammen met die NSB-ers. Dat heb ik hier in de buurt niet meegemaakt.

Het was ook zoiets van ‘Je wilde iets doen, maar je wist niet precies wàt’.

Maar later kreeg je de terugslag, dat ze later zo gepakt zijn geworden.

De staking heeft zo’n een à anderhalve dag geduurd.

Vanuit de pamfletten heb ik begrepen, dat het van korte duur moest zijn, wat je nu een prikactie zou noemen.

Dat het nog tot 1945 zou duren voordat de Duitsers ons land zouden verlaten, tja, dat wist je toen nog niet.

 

De plakstroken werden ondertekend met Het Derde Front. In pamfletten werd dit als volgt toegelicht:

Wie moet winnen?

Duitsland? Nee!

Engeland? Nee!

Slechts het derde front!

Het front van de werkers aller landen

Socialisme en Internationalisme zijn synoniem!