Faillissement Co-Med: marktwerking in de zorg is het probleem

De afgelopen jaren stapelden de klachten over het bedrijf zich op. Praktijken waren slecht bereikbaar, assistenten namen het werk van afwezige huisartsen over en zorgwerkers werden niet of heel laat uitbetaald. Halverwege april werd het bedrijf al gedeeltelijk failliet verklaard nadat oud-medewerkers hiertegen in actie waren gekomen.
Zorgverzekeraars waren in eerste instantie juist erg blij met het ‘innovatieve’ bedrijf. Waar over het algemeen geldt dat een huisarts functioneert als eerstelijnszorg voor 2.000 mensen, gold dit bij Co-Med vaak voor 10.000 mensen of meer. Er lag ook veel nadruk op digitale en telefonische consulten. De zorg wordt hierdoor ontoegankelijker voor bijvoorbeeld laaggeletterden en voor mensen voor wie Nederlands niet de eerste taal is.
Voor Co-Med waren huisartsenpraktijken een lucratieve investering. Overname van een praktijk betekent een steady cashflow, doordat financiering gebeurt op basis van het aantal patiënten. De winst van het bedrijf verdubbelde in 2023 naar 2 miljoen euro. Hetzelfde patroon van private winsten uit publieke voorzieningen zagen we eerder in de kinderopvang.
Naar goed neoliberaal gebruik wordt de crisis nu aangewend om de zorg nog verder uit te kleden. Het grootste gedeelte van het klantenbestand van Co-Med is nu afhankelijk van Arene, een zorgbedrijf zonder fysieke vestigingen. In vijftien procent van de digitale consulten worden mensen nog doorgestuurd naar een echte praktijk.
In het debat over de crisis in de huisartsenzorg worden verschillende oorzaken genoemd. Zo krijgen jonge huisartsen die weigeren structureel overwerk te accepteren en daarom geen praktijk over willen nemen de schuld. Maar juist het gebrek aan zeggenschap van huisartsen en de toegenomen bureaucratie door de marktwerking blijven hierdoor buiten schot.