Extreemrechts na de coronapandemie: het gevaar is niet geweken

Forum voor Democratie laat zich gelden op de Dam met drie partytenten, vele partijvlaggen, talloze ballonnen met daarop het FvD-logo en de aanwezigheid van vele vrijwilligers (foto: Socialisme.nu).
Het kabinet heeft aangekondigd dat het einde van de coronapandemie is aangebroken. Dat stelt de coronaontkennersbeweging voor een vraag: waartegen moeten zij zich straks ‘verzetten’? Eén ding is duidelijk: het einde van deze groepen is nog niet in zicht.
22 april 2022

De coronaprotesten zijn een enorme stap vooruit geweest voor extreemrechts in Nederland. Voor het eerst sinds 1945 krijgen zij weer grote groepen mensen de straat op en de afgelopen twee jaar is extreemrechts straatprotest genormaliseerd geraakt. Het extreemrechtse karakter van de coronaprotesten blijkt niet alleen uit het feit dat het de belangen van ondernemers boven die van de volksgezondheid stelt, maar simpelweg ook omdat de protesten worden georganiseerd en geleid door extreemrechtse groepen.

De complottheorieën die het evangelie van de beweging vormen, sluiten bovendien naadloos aan bij de kernopvattingen van het fascisme. Covid wordt geframed als een aanval van schimmige (joodse) elites om een coup te plegen. In het verzet tegen deze linkse vijand kan het volk weer tot kracht komen en kan het een ‘renaissance’ doormaken, menen de neofascisten. De theorieën van onder andere QAnon en over de Great Reset passen netjes in dit format.

Forum voor Democratie

De grootste speler in de beweging is uiteraard het neofascistische FvD. De coronademonstratie in Amsterdam op 2 januari was daarin exemplarisch: de aftrap voor de verkiezingscampagne van FvD was toen het officiële eindpunt van de verboden Samen voor Nederland demonstratie. De coronaontkenners konden zo eerst koffiedrinken op het Museumplein en daarna doorstromen naar de verkiezingsmanifestatie in het Westerpark. Daarmee werd het signaal gegeven dat de twee min of meer synoniem zijn en het steunen van FvD een logische stap is voor deelnemers aan de coronabeweging. Dat werd extra ondersteund door het feit dat ook hoofdorganisator Michel Reijinga (Nederland in Verzet) ‘zijn’ mensen vanaf het FvD-podium toesprak.

De verstrengeling tussen FvD en de coronaontkennersbeweging is onbetwistbaar. Het FvD is zeer nadrukkelijk aanwezig, jaagt het samenzweringsdenken aan en stimuleert het antisemitisme en de gewelddadige retoriek over ‘tribunalen’. Dit soort complottheorieën zorgen ervoor dat coronaontkenners steeds meer het heft in eigen hand nemen: in februari, nadat het einde van de coronamaatregelen was aangekondigd, vielen groepen coronafascisten tot twee keer toe een GGD-locatie in Heerlen binnen en belaagden het personeel. De zorgmedewerkers zouden zogenaamd ‘allemaal schuldig [zijn] aan moord’ en zelfs ‘een genocide op de Nederlandse bevolking’ plegen.

FvD stookt niet alleen mensen op tot dit soort ‘doe-het-zelf-fascisme’, maar beheert ook een groep waarin dit soort geweld gecoördineerd wordt. Afgelopen maand is de telegram-groep ‘FVD-geluiden’, beheerd door een betaalde medewerker van de partij, in het nieuws gekomen. Hier werden onder meer de adressen van Sigrid Kaag en Hugo de Jonge gedeeld, waarna zij thuis geïntimideerd werden door rechtsextremisten. Deze beginnetjes van gecoördineerd geweld onderstreept dat we getuige zijn van een fascistische beweging in opbouw. Het FvD probeerde schade aan de partij te voorkomen door de naam van de groep te veranderen, maar deze zet dezelfde praktijk onder een andere naam gewoon voort.

Normalisatie

Het is zorgwekkend dat het fascistische project zo ontzettend succesvol is geweest de laatste twee jaar. Desondanks onderschatten veel mensen nog steeds hoe gevaarlijk de coronaprotesten zijn. Hoewel het decennialang ondenkbaar is geweest dat extreemrechtse protesten duizenden of zelfs tienduizenden mensen op de been brengen, zijn dat soort mobilisaties nu genormaliseerd. Het extreemrechtse karakter van de beweging maakt het ook makkelijk voor neofascistische groepen om hun ideologie verder te verspreiden. Daarnaast zijn binnen de beweging genoeg gewiekste ondernemers die er hun voordeel mee willen blijven doen. De coronaprotesten zijn voor velen lucratief geweest voor het bouwen van een merk of het verkopen van merch, zoals Robert Jensen die met Jensen Shop verdient aan tshirts bedrukt met complot-leuzen. De coronaontkenersbeweging is voor allerlei figuren het begin van een carrière geweest en zij zullen zeker naar manieren zoeken om hun verdienmodel voort te zetten. Er is daarom geen enkele reden om aan te nemen dat het snel gedaan zal zijn met de extreemrechtse mobilisaties.

Het is daarom zaak om verzet te organiseren op alle vlakken waar extreemrechts zich in de samenleving manifesteert. In Nederland beginnen meer mensen het gevaar te zien van het fascistische karakter van de beweging. De tegendemonstraties in Amsterdam en Utrecht in januari zijn hier uitstekende voorbeelden van. De actie in Amsterdam was opgezet door een netwerk van antifascistische activistische groepen die samen een vuist maakten tegen het fascistische karakter van het coronaprotest. In Utrecht deden een paar dagen later zelfs parlementaire groepen mee aan de tegendemonstratie. De vraag voor antifascistisch links is nu hoe te bouwen naar een zo breedgedragen mogelijke beweging tegen fascisme op straat. Daarvoor kunnen we bijvoorbeeld inspiratie putten uit de massale blokkades van AfD-congressen in Duitsland, die brede maatschappelijke steun ontvingen.

Antifascisme

Voor werkelijk verzet tegen fascisme kunnen we niet vertrouwen op de staat of het recht. We zien bijvoorbeeld dat de politie zo goed als altijd de kant van fascisten kiest en hard optreedt tegen antifascistische demonstranten. Bij de tegendemonstratie in Amsterdam werden de demonstranten door de politie in bussen weggeleid, zogenaamd om veiligheid te garanderen, maar werkelijk om de tegendemonstratie simpelweg te beëindigen. Ondertussen faciliteren de burgemeesters de extreemrechtse straatbeweging. In het afgelopen najaar hielp Halsema deze ook wit te wassen, door de organisatie te vragen ‘afstand te nemen’ van die symboliek. Dat deed ze graag en vervolgens konden de extreemrechtse demonstraties – met prinsenvlag en al – gewoon met dezelfde extreemrechtse inhoud worden voortgezet. Zolang er maar geen al te expliciete nazisymboliek wordt meegedragen zijn de rechtsextremisten, complotdenkers en fascisten van harte welkom. Om extreemrechts terug te dringen moeten we dan ook vertrouwen op eigen kracht. Het doel moet zijn om extreemrechtse acties en bijeenkomsten zoveel mogelijk in te dammen.

Daarnaast is er echter een voedingsbodem voor de extreemrechtse beweging, die niet zomaar genegeerd kan worden. Gedurende de pandemie heeft links zich nog meer onzichtbaar gemaakt dan daarvoor. Terwijl er alle reden is om in verzet te komen – bijvoorbeeld omdat de inflatie torenhoog is en de koopkracht daardoor keldert – zijn de linkse partijen bezig met de verkiezingscampagnes, maar niet met het opbouwen van acties. De woonprotesten lieten zien dat serieuze linkse strijd extreemrechts in zijn hemd kan zetten: zodra er werkelijk klassenstrijd voor echte verbeteringen wordt gevoerd, wordt duidelijk dat zij helemaal niets te bieden hebben behalve leugens, racisme en complottheorietjes.