Extreem-rechts wint in Israël

In welk ander land dan Israël zou een regeringspartij die haar campagne in bloed schreef in de stembus worden afgestraft als ‘te soft’? De brute bombardementen op Gaza in de aanloop naar de verkiezingen behoedden Baraks Arbeiderspartij niet voor een verpletterende nederlaag. Extreem-rechts won, en houdt de sleutel in handen tot de volgende regering.
11 februari 2009

Door Pepijn Brandon

Kadima, de partij van oorlogspremier Tzipi Livni, opvolger van de vorige oorlogspremier Ehud Olmert die op zijn beurt Ariel Sharon opvolgde, bleef met 23 procent van de stemmen de grootste in het Israëlische parlement. Maar de afstand tot de Likudpartij van havik Benjamin Netanyahu is klein, en Netanyahu claimt de leidersrol van een potentieel uiterst rechts meerderheidskabinet.

De doorslaggevende factor in de komende formatie is Yisrael Beitenu, de partij van Avigdor Lieberman. Zijn felle anti-Arabische racisme en zijn kritiek op de ‘te terughoudende’ aanpak van de Gaza-oorlog leverden hem 12 procent van de stemmen op, waarmee hij voor het eerst de Arbeiderspartij in zeteltal achter zich laat. Naast deze verklaarde voorstander van etnische zuivering zou ook de ultra-orthodoxe Shas-partij een belangrijke schakel kunnen vormen om Netanyahu aan een meerderheid te helpen.

Volgens het Israëlische dagblad Ha’aretz is ‘Europa bang voor de opkomst van rechts in deze verkiezingen’. De krant somt een groot aantal reacties op van parlementsleden, professoren en andere Europese commentatoren op die zeggen de verdere draai van de Israëlische maatschappij richting militarisme te betreuren. Maar hoewel deze commentatoren gelijk hebben dat de verkiezingsuitslag een verdieping is van de naarbinnengekeerdheid en paranoia die de Israëlische maatschappij kenmerken, is de verandering veel minder radicaal dan zij veronderstellen.

De tragische realiteit is dat alle grote partijen en vrijwel alle kleine in het Israëlische parlement voorstanders zijn van de harde lijn tegen de Palestijnen. Allemaal delen ze de grondveronderstelling van de zionistische staat: dat het etnisch-Joodse karakter van de staat nooit in gevaar mag komen, zelfs als dat gewelddadige verdrijving en wettelijke achterstelling van Palestijnen plus een politiek van permanente oorlogsdreiging tegenover de rest van de Arabische wereld betekent. Allemaal delen ze het trauma van de verloren Libanon-oorlog, en zijn ze het erover eens dat alleen door succesvolle nieuwe campagnes van het Israëlische leger de ‘afschrikkingskracht’ van Israël tegenover zijn buren hersteld kan worden. Het feit dat de wekenlange slachting in Gaza nauwelijks als een succes kon worden afgeschilderd hielp in deze context alleen maar mee in de verschuiving naar rechts. Zelfs de traditionele nuanceverschillen in de retoriek over het ‘vredesproces’ verdwenen daardoor in de laatste periode nagenoeg.

De overwinning van uiterst rechts zal ervoor zorgen dat Israël zijn oorlog tegen de Palestijnen in nog openlijker racistische bewoordingen zal rechtvaardigen. Het zal met Netanyahu ook een bondgenoot van de kolonisten, de pioniers van de zionistische politiek binnen de Bezette Gebieden, in het centrum van de macht brengen. Maar behalve misschien Mahmoud Abas en zijn kliek zullen weinig Palestijnen daardoor terugverlangen naar de tijd zo rond de jaarwisseling, toen Baraks partij elektoraal nog beloond leek te gaan worden voor de Gaza-oorlog.

In de komende week zullen de ogen van de wereld vooral gericht zijn op Washington. Hoe zal president Obama reageren op de vorming van een regering die zich zo duidelijk afzet tegen de twee-statenoplossing die hij voorstaat? De eerste officiële verklaring vanuit zijn regering stemt niet tot overdreven optimisme. Woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken Robert Wood stelde dat zijn regering ‘er naar uit ziet’ samen te werken met de nieuwe Israëlische regering, wie daarin ook mogen plaatsnemen. Over de mogelijkheid dat in die regering ook een fel anti-Arabische partij zitting zal nemen zei hij: ‘Het is niet aan de VS om zo’n karakterisering te maken, het is de keuze van het Israëlische volk. We hebben een robuste agenda met de Israëlische regering, we hebben in de loop der jaren met verschillende regeringen gewerkt, en we streven zeker naar de twee-statenoplossing. Maar we willen niet op de zaken vooruitlopen.’

Dit is misschien niet de hartelijke toon waarmee Amerikaanse regeringen voorheen de uitslag van de Israëlische verkiezingen begroetten. Maar er zal toch echt heel wat meer nodig zijn aan diplomatieke druk en politieke veroordeling voordat er in Tel Aviv een belletje gaat rinkelen.