Extinction Rebellion en de strategie van de klimaatbeweging

Activisten van XR bezetten de Stadhouderskade in Amsterdam, 7 oktober 2019 (Foto: socialisme.nu).
Extinction Rebellion heeft in oktober tijdens Rebel Without Borders meerdere Europese steden platgelegd en domineerde daarmee het nieuws. Hoe moet het nu verder met de jonge beweging die nog niet klaar is met actievoeren?
3 december 2019

Extinction Rebellion zit net als veel jonge bewegingen die momentum weten te creëren in een euforische fase. Duizenden mensen zijn binnen een jaar de straat opgegaan, hebben georganiseerd deelgenomen aan burgerlijke ongehoorzaamheidsacties en sommige grote steden hebben door hun acties een klimaatnoodtoestand afgekondigd.

Er komen echter ook tegenslagen. De overheid en de fossiele industrie zullen met meer repressie terugslaan. Hoe dichterbij de macht de beweging komt hoe meer samenwerkingsverbanden en concrete eisen er gemaakt moeten worden. Het enthousiasme van nu moet worden vastgehouden, maar we moeten ook nadenken over volgende stappen en daar is dit artikel een aanzet toe.

Politiegeweld

In de beweging zelf is er nu discussie ontstaan over verschillende punten, met name over de houding tegenover de politie. Deze discussie kwam zeker los toen voor, tijdens en na de Rebel Without Borders week de repressie steeds heviger werd.

In de dagen voorafgaand aan de acties viel de Britse politie de Extinction Rebellion kantoren in Londen binnen om materiaal in beslag te nemen. Vervolgens werd in de loop van de week elke activiteit die met Extinction Rebellion te maken had verboden. Dit werd beantwoord met een demonstratie van duizenden mensen. De rechter heeft later geoordeeld dat dit verbod illegaal was.

In Brussel werden de Extinction Rebellion acties met bruut geweld opgebroken. Er doken beelden op van arrestaties waar geboeide activisten die op de grond lagen werden ingepeperd met pepperspray. Ook hier werd gereageerd met een demonstratie tegen politiegeweld, waar de politie gewoon doorging met het onder valse voorwendselen arresteren van activisten.

Tijdens de acties in Amsterdam gaf burgemeester Halsema de politie een vrijbrief om demonstranten op te pakken en af te voeren naar plekken buiten de stad. Deze aanpak, bekend als de Koppejan-methode, is een erfenis van de repressie tijdens de anti-oorlogsbeweging uit de jaren 60 en komt neer op arrestatie zonder proces verbaal en geldt als vrijheidsberoving.

Vanuit verschillende linkse hoeken is Extinction Rebellion al bekritiseerd over hun standpunten tegenover de politie. Die zouden te naïef zijn. In hun acties proberen Extinction Rebellion-activisten de politie te overtuigen om hun taak niet of zo vredig mogelijk uit te voeren. Door leuzen zoals ‘police we love you, we do it for you children’ te roepen denken ze agenten en ME’ers te kunnen overtuigen om de actie niet met geweld op te breken.

Individuele agenten hebben echter geen keus en moeten als agent hun functie in de maatschappij vervullen. De politie is het voornaamste repressieapparaat van de staat. En dat is dezelfde staat die de fossiele brandstofindustrie nog steeds subsidieert en die hen ook al zal beschermen tegen een klimaatopstand.

De overheid en de politie zal hierbij steeds meer repressie toepassen en de beweging criminaliseren. Dit zagen we bijvoorbeeld tijdens de cointelpro-operatie tegen de burgerrechtenbeweging in de Verenigde Staten of de criminalisering van de mijnwerkersstakingen in de jaren ‘80 in het Verenigd Koninkrijk. Andere bewegingen die al langer bezig zijn met de strijd voor klimaatrechtvaardigheid worden al jaren lastiggevallen door de geheime diensten.

Veel activisten die meedoen aan de acties van Extinction Rebellion zien gearresteerd worden als iets bevrijdends. Dit is deels te begrijpen, omdat je het gevoel krijgt eindelijk een zelf een offer kunt brengen na jaren waarin klimaatverandering door de heersende klasse genegeerd is.

Voor veel mensen buiten de Extinction Rebellion acties is de ervaring met politie echter meestal niet vrijwillig en traumatiserend. Vooral mensen van kleur en andere minderheden hebben politiegeweld ervaren zonder dat ze überhaupt de wet hebben overtraden.

Vanwege de macht van de staat en de politie is het belangrijk een tegenmacht op te bouwen. Geweldloosheid is een mooi streven, maar wat moeten we doen wanneer de inzet van geweld tegen demonstranten steeds heftiger wordt?

Dit vraagstuk is nu belangrijk in landen waar grote opstanden plaatsvinden zoals Chili en Ecuador. Demonstranten zetten hier zelfverdedigingsstructuren op om zich te wapenen tegen hevige de repressie die leidt tot doden. Bovendien worden er al jarenlang klimaatactivisten in het mondiale Zuiden vermoord vanwege hun protestacties. Hoe moeten zij zich verdedigen tegen het geweld van de staat?

Hoe dwingen we verandering af?

De houding van Extinction Rebellion tegenover de staat roept vragen op over de brede strategie van Extinction Rebellion. Op het eerste gezicht lijkt deze strategie simpel: er zijn drie centrale eisen en die eisen worden afgedwongen door op grote schaal de wet te overtreden en gearresteerd te worden.

De eisen zijn dat de overheid de waarheid vertelt over de klimaatcrisis, actie onderneemt om uitstoot van broeikasgassen voor 2025 op nul te brengen en dat de overheid burgerraden opricht om dit proces democratisch controleren. Dit zijn alle drie heel redelijke eisen die politieke verandering kunnen afdwingen.

De weg hiernaartoe staat onder andere beschreven in het Extinction Rebellion ‘handboek’ This is not a drill. Het korte hoofdstuk The civil resistance model van de facto Extinction Rebellion leider Roger Hallam beschrijft de gedachte achter de strategie van burgerlijke ongehoorzaamheid. Hij beschrijft hoe dertig jaar van activisme, demonstraties, petities en andere vormen van protest de klimaatcrisis niet hebben kunnen voorkomen. Hallam en andere academici en activisten hebben een model bedacht dat wel zou werken.

Zij claimen dat om succesvol te zijn als beweging je met ongeveer 3,5 procent van de bevolking de wet moet overtreden. De acties moeten in ieder geval zes aspecten bevatten: (1) aantallen, ongeveer tienduizenden; (2) de wet moet overtreden worden; (3) het moet in de hoofdstad plaatsvinden waar de macht en het geld gevestigd is; (4) het moet vreedzaam zijn; (5) het moet langdurig zijn en (6) het moet leuk zijn.

Door het zo op te stellen lijkt het een beetje alsof Hallam en andere academici en activisten het lab uitlopen met het perfecte recept voor een geslaagde opstand. In de praktijk gaat het echter nooit zo. Strategieën en tactieken kunnen van tevoren uitgestippeld worden, maar de uitvoering hiervan wordt afgestemd op de politieke context, tegenslagen en/of overwinningen.

Het achterliggende idee van het civil resistance model is dat verstoring van de dagelijkse gang van zaken aandacht trekt, geld kost en dat burgerlijke ongehoorzaamheid laat zien hoe ver mensen willen gaan om iets te veranderen.

Hierbij is zoals Extinction Rebellion stelt de langdurigheid van de actie belangrijk. Het is dan ook de vraag hoe lang de huidige acties vol te houden zijn. Op een gegeven moment zijn mensen het waarschijnlijk zat om elke keer gearresteerd, berecht en beboet te worden zonder dat er daadwerkelijke overwinningen worden geboekt. Voor werkende mensen is dit een vorm van actievoeren die niet echt toegankelijk is. Het wordt de komende tijd belangrijk om mensen van andere politieke bewegingen en uit de vakbond te betrekken bij de acties.

Er zijn andere vormen van verzet die duurzaam en langdurig zijn en enorme ontregeling van de samenleving en economie veroorzaken. Hallam noemt het zelf ook al, een staking:

De cruciale les over alle structurele politieke verandering is: ontwrichting werkt. Zonder ontwrichting is er geen economische schade en zonder economische schade zijn de gasten die deze wereld runnen niet onder de indruk. Dat is waarom stakingen zo effectief zijn tegen bedrijven en waarom het lamleggen van een hoofdstad zo effectief is tegen regeringen. Je raakt ze waar het pijn doet: in hun portemonnee. Dat is gewoon hoe het is.

Het is opvallend hoe makkelijk Hallam de hele geschiedenis van vakbondsstrijd en stakingen negeert en deze opmerking als een logisch uitvloeisel ziet van zijn verzetsmodel. Maar het is een stap in de goede richting. Een staking is voor veel mensen een toegankelijkere manier om langdurig de samenleving lam te leggen en de economie te raken waar het pijn doet.

Bovendien heeft staken nog een ander voordeel: er wordt naast politieke macht ook economische macht opgebouwd. Wanneer alle werkende mensen die zich zorgen maken het over klimaat zich verenigen in vakbonden en organiseren op hun werkplek is dat een stevigere basis om het economische systeem dat ten grondslag ligt aan de klimaatcrisis omver te werpen dan enkel druk uitoefenen op de politici in het huidige systeem.

Natuurlijk gaat dit niet vanzelf, ook niet vanwege de soms conservatieve vakbondsbesturen, maar nu het bewustzijn over de klimaatcrisis steeds groter wordt zijn er zeker mogelijkheden om werkende mensen te organiseren. Kijk naar de schoolstakingen. Die zijn in een jaar uitgegroeid tot een wereldwijde beweging. Ook in het buitenland zijn er succesvolle stakingen van werkende mensen, bijvoorbeeld in de metaalsector in Duitsland.

Extinction Rebellion hoeft niet op te gaan in de vakbond of al haar energie stoppen in het toewerken naar een staking, maar ze moet wel toenadering zoeken tot werkende mensen en vormen van organisatie die dichterbij hen staan. Het zou helpen als belangrijke klimaatgroepen zoals Extinction Rebellion en de schoolstakers druk zetten op de vakbond om een staking te organiseren. Op deze manier voelen vakbondsleden die de vakbeweging onderdeel proberen te maken van de klimaatbeweging zich gesterkt.

Politieke eisen

Zoals veel andere gedecentraliseerde bewegingen profileert Extinction Rebellion zich met hun ‘beyond politics’ slogan als apolitiek. Dit is vreemd, want het feit dat ze klimaatactie eisen van de overheid maakt ze juist wel politiek.

Een apolitieke en decentrale beweging zal op den duur problemen kunnen opleveren. Ondanks dat er centrale eisen zijn zouden nieuwe groepen in naam van Extinction Rebellion een andere koers kunnen varen. Het blijft dan ook onduidelijk wat precies de politieke analyse van de klimaatcrisis is of wie de politieke lijn bepaalt, ook al wordt er geclaimd dat er geen leiders bestaan. Dit probleem zien we ontstaan nu Hallam terecht kritiek oogst van Extinction Rebellion afdelingen, omdat hij de uniciteit van de Holocaust bagatelliseerde.

Er wordt wel stelling genomen tegen het systeem en ‘the bosses’ maar het wordt niet concreet gemaakt waar de oorzaak van de klimaatcrisis ligt. Antikapitalistische analyses worden niet expliciet naar voren gebracht. Hetzelfde geldt voor de manier waarop Hallam en anderen hun civil resistance model verdedigen op basis van de ideeën eerdere filosofen activisten. Ze cherrypicken hier van de meest uiteenlopende filosofen zoals Hobbes, John Lennon, Gandhi en Martin Luther King zonder in te gaan op bijvoorbeeld de problematische kanten van Gandhis anti-zwart racisme. Andersom blijft Martin Luther Kings radicale antikapitalisme buiten beschouwing. Op acties en bijeenkomsten van Extinction Rebellion komen dan ook diffuse politieke meningen naar voren, van ‘onteigen de fossiele industrie’ tot ‘begin bij jezelf en ga consuminderen’.

Een apolitieke beweging wordt ook steeds problematischer wanneer politieke tegenstanders zich meer gaan bemoeien in het publieke debat. Extreemrechtse partijen zoals Forum voor Democratie ontkennen dat klimaatverandering überhaupt bestaat en rechtse regeringen over de hele wereld van Brazilië tot de Verenigde Staten nemen maatregelen die het klimaat alleen maar verder zullen beschadigen. Dit zijn politiek gemotiveerde aanvallen op onze leefomgeving die alleen beantwoord kunnen worden als we eerst duidelijk stelling nemen.

Extinction Rebellion heeft duizenden mensen de straat op gekregen met de bereidheid om gearresteerd te worden. De komende weken en maanden wordt het belangrijk dat discussies over strategie plaatsvinden en samenwerkingsverbanden aan te gaan met andere politieke bewegingen op links. De uitdaging is om tijdens de herstellende periode de politieke en strategische discussies op te pakken en uit te diepen zodat de tegenstrijdigheden die nu bij Extinction Rebellion bestaan overwonnen kunnen worden.