Excuses slavernijverleden: ‘waar olifanten vechten, wordt het gras vertrapt’

Protest tijdens Keti Koti in Amsterdam 1 juli 2013 (foto: socialisme.nu).
In december sprak premier Rutte na een nogal rommelige en respectloze aanloop zijn excuses uit voor de Nederlandse rol in de slavernij. Kenneth Donau is voorzitter van de Stichting Afro-Caribische Levensbeschouwing en Spiritualiteit en was één van de mensen die het ‘betekenisvol’ moment met een kort geding probeerde tegen te houden. Ewout van den Berg sprak met hem.
5 januari 2023

Afgelopen maandag bood Rutte namens de Nederlandse staat excuses aan voor het slavernijverleden. Voor nazaten van tot slaafgemaakten kwam deze datum uit de lucht vallen. Kun je iets zeggen over de aanloop?

De discussie over excuses loopt al een tijd. In de troonrede in september liet koning Willem al een hint vallen dat 2023 een belangrijk jaar wordt en dat er iets soortgelijks nodig was als met de Holocaust. Toen werd het weer stil. Iedereen dacht: ‘2023, dat betekent 1 juli. Daar gaan we ons op voorbereiden en daar werken we naar toe’. Totdat op 25 november uitlekte via NOS dat er op 19 december excuses aangeboden zouden worden, maar dit werd als ‘betekenisvol moment’ aangeduid.

Zelfs in de kamerbrief van 30 november van de minister van Binnenlandse Zaken werden nog steeds deze woorden gebruikt. Bij veel mensen riep dit vragen op: ‘Waarom zo verdacht? Waarom op 19 december?’ Op al deze vragen kwam geen antwoord. Toen bleek ook dat er helemaal niet gesproken was met de mensen die je hierover zou moeten spreken. Uit Suriname kwam zelfs het bericht dat de Nationale Reparatie Commissie, die in september nog overleg heeft gehad met Rutte, ook volledig verrast was.

Misschien dat er individuen uit de doelgroep meer wisten, maar het is heel vreemd hoe dit is stilgehouden. Dit deel van het proces wekte al heel veel argwaan. Wij hebben een radioprogramma en we zijn platgebeld door mensen die beledigd waren of erg emotioneel. Dit gold niet alleen voor mijn radioprogramma, maar alle programma’s van Caribbean FM kregen deze reacties.

Wij hebben daarom besloten om acties te ondernemen. Er werden straatacties aangekondigd, we hebben opiniestukken geschreven en persverklaringen uitgebracht. Hier werd op gereageerd en ook het kabinet signaleerde deze commotie. Die begon opeens met het blussen van brandjes en paniekvoetbal. Dit liet zien dat er helemaal geen communicatie was met de achterban en dat de excuses waarschijnlijk onderdeel waren van een groter politiek spel.

Dit leek zich later ook steeds meer zo te ontvouwen. De partij die het meeste paniekvoetbal speelde, was D66. De D66-ministers Kaag en Weerwind werden nadrukkelijk erbij betrokken. Van Huffelen, de minister van Koninkrijksrelaties en Digitalisering werd erbij betrokken en minister Kuipers van Volksgezondheid. Die moesten met iedereen in gesprek om ‘de neuzen weer dezelfde kant op te krijgen’. Dat klinkt overigens weer erg koloniaal: ‘wij besluiten en jullie moeten volgen’.

Met name door toedoen van D66 was het maken van excuses in het coalitieakkoord terechtgekomen, Rutte moest een opzetje van D66 uitvoeren. Dus liet Rutte voornamelijk D66 de problemen opruimen die door het lekken opdoken. Dit liet zien dat het niet om het ethische of morele aspect van excuses gaat, maar het onderdeel is van een politiek spel. Op de achtergrond speelt de reactie vanuit extreemrechts een belangrijke rol. Zoals het gezegde wil: ‘Daar waar olifanten vechten, wordt het gras vertrapt.’ De olifanten zijn beide regeringspartijen en het gras zijn de excuses. Dus die andere olifanten, de extreemrechtse partijen, stonden ook klaar om zich te laten gelden.

Vervolgens zijn er een twee overlegsessies gehouden in het Catshuis, waar plots mensen werden uitgenodigd. Toen ik een aantal mensen uit die sessies vroeg wanneer zij waren uitgenodigd, was de reactie bij allen: kort van te voren. Maar volgens het kabinet waren deze sessies lang van te voren opgezet. Er waren twee sessies: een op 8 december en een op 13 december. Voor die tweede bijeenkomst zijn er twee mensen overgevlogen vanuit Suriname van het Nationale Reparatie Commissie van Suriname, Zunder en Christiaan. Ook zij gaven aan dat de afspraak een week eerder gemaakt was.

Het kabinet heeft kennelijk veel zicht op wie wie is binnen de gemeenschap en welke fracties vertegenwoordigd worden. In eerste instantie waren wij vanuit onze stichting die het radiostation draait helemaal niet betrokken. Maar omdat we samen met anderen het proces een halt probeerden toe te roepen door middel van een kort geding, werden we een dag van te voren ook gevraagd mee te praten tijdens de tweede bijeenkomst in het Catshuis.

De situatie is dan dat je als eenling geplaatst wordt, tussen vijftien andere belangenorganisaties die het eigenlijk, met enige mitsen en maren, goed vinden om op 19 december hals over kop excuses te doen. Het was geen weerspiegeling van de signalen die wij opgepikt hadden in de samenleving. Ik kreeg hierbij een flashback naar 1863, want ook daar werd het besluit genomen vanuit het parlement in Nederland vanuit de optiek van de kolonisator. Dat besluit werd vervolgens overgebracht aan de verschillende koloniën, waaronder Suriname.

In 1863 hadden ze de diverse ‘belangengroepen’ in Suriname ook al in kaart gebracht. Van de zogenaamde ‘vrije zwarten of kleurlingen’, ‘huisslaven’, ‘veldslaven’, marrons met een vredesovereenkomst met de koloniale overheid en rebellen zonder vredesovereenkomst. Toen ik aan tafel zat, dacht ik ‘eigenlijk zijn het nu dezelfde groepen die weer aan tafel mogen zitten’. De inheemsen waren in 1863 ook van de partij en nu mocht er ook één inheemse vrouw aan tafel zitten. De spelers leken een exacte weerspiegeling van 160 jaar geleden.

Het kabinet heeft het proces net als toen precies zo uitgevoerd, want de partijen zelf hadden ook geen echte inspraak. Hen werd wel een worst voorgehouden. Ik verwijs naar de veel genoemde komma. Er was een tekstschrijver aanwezig tijdens het overleg om de juwelen uit onze woorden te plukken die in de toespraak van Rutte gebruikt konden worden. Het verhaal van die komma, in plaats van een punt viel toen ook al. Rutte herhaalde dat en nu refereert iedereen aan ‘de komma in de speech van Rutte’. Het is een meme geworden.

Maar in mijn optiek behoren excuses helemaal op zichzelf te staan, met een punt en geen komma of puntkomma. Als het begin van een zin met een komma erin lelijk is dan blijft de hele zin lelijk. Heel veel mensen hebben zich hier wel door laten inpakken. Er is ook een fonds toegezegd van 200 miljoen euro en een aantal mensen gaan dan kijken: welk deel van de taart kan ik aansnijden of zelfs opeten? Het hele proces komt gemanipuleerd over.

Wat ik wel positief vond aan de speech zelf is dat hij een aantal misdaden expliciet heeft benoemd, maar de hele opzet zag er geënsceneerd uit. Met ook de pers die direct bovenop de mensen springt met de microfoon. Om dan alleen maar een positief punt eruit te halen en dat dan herhaald kan worden door andere mensen in de samenleving. Zonder tijd om te laten bezinken wat er is gebeurd. Dit geeft nog meer aan wat voor poppenkast dit hele verhaal geweest is.

Wat me ook opviel uit de gesprekken rond de excuses, was dat er werd gezegd: ‘we weten niet of dit kabinet zal aanblijven de komende periode. Als dit niet zo is, kun je de excuses helemaal vergeten.’ Dat is een raar dreigement, want in principe is het niet alleen aan dit kabinet maar is dit een ethisch vraagstuk dat Nederland moet beantwoorden. Dit kun je niet overlaten aan het rechts-liberale kabinet dat we nu toevallig hebben waardoor dit mogelijk is.

Al die facetten hebben ons versterkt in onze gang naar de rechtbank. Juridisch stonden we niet heel sterk. Er waren een paar zaken waarvan het de vraag was hoe democratisch die waren verlopen, want eigenlijk hoorde het rapport van de dialooggroep een discussie op te leveren in de Tweede Kamer. Die is niet geweest. Direct na de bespreking van het rapport heeft het kabinet excuses aangeboden, maar zonder hierbij het draagvlak in het parlement mee te laten tellen. Er is niet eens over gedebatteerd.

Wat belangrijk is met excuses, is dat er ook voldoende draagvlak is voor excuses in het land zelf. Het is nu dus ook witte Nederlanders door de strot geduwd en ook zwarte Nederlanders door de strot geduwd. Dit voelt heel onprettig aan.

Rutte stelde dat de excuses nodig waren omdat ‘er maatschappelijke bewustwording plaatsvindt’. Alsof er niet voor is gestreden. Kun je iets zeggen waarom het kabinet nu excuses aanbiedt?

De eerste keer dat de trans-Atlantische mensenhandel werd aangemerkt als misdaad tegen de menselijkheid was in 2001 tijdens het World Congress against Racism in Durban. Toen heeft een van de Nederlandse ministers de woorden ‘diepe spijt’ gebruikt. De meeste belangenorganisaties vonden het een vreemde manoeuvre om het woord excuses te vermijden. En de bijeenkomst had een prima artikel opgeleverd over de misdaad tegen de menselijkheid welke in een nationale wet kon worden opgenomen.

Er zijn meerdere VN-conferenties geweest en in 2014 werd er een International Decade for People of African Descent uitgeroepen. In 2013 heeft de Caribische economische gemeenschap, CARICOM, een commissie ingesteld voor reparaties. Zij kwamen met een tienpuntenplan. Punt 1 was ‘full formal apology’. Die hele discussie liep dus al. Rond deze conferenties en commissies begonnen ook steeds meer grassrootsactivisten zich te verenigen en uit te spreken.

Hierdoor werd het kabinet onder steeds grotere druk gezet om formele excuses aan te bieden en het op een bepaalde manier te verankeren. Er is dus constante druk geweest vanuit verschillende belangenorganisaties om dit op de agenda te zetten. Dit verklaart ook de verbazing dat ondanks dat zij continu druk hebben uitgeoefend, deze organisaties niet gekend zijn op op het moment dat de excuses gemaakt zouden worden.

De enige organisatie waarvan ik weet dat ze gekend zijn in de excuses, is het NiNsee geweest. Terwijl juist het NiNsee nooit expliciet om excuses heeft gevraagd en zij nu wel al vroeg betrokken werden bij de excuses door het kabinet. Zij hadden ook twee afgevaardigden in het Nationaal Archief zitten op het moment dat Rutte zijn persconferentie gaf. Tijdens het proces zag je dat organisaties die jarenlang voor excuses geijverd hebben nergens bij betrokken werden.

Wat opviel aan de toespraak is dat Rutte benadrukte dat de slavernij ‘vanuit het hier en nu’ gezien moet worden als misdaad tegen de menselijkheid. Maar ook in de tijd van de slavernij was er al veel verzet tegen dit geweld. Kun je hier wat meer over zeggen?

Dit is ook een terugkerend punt. Telkens wanneer het over excuses gaat, wordt er gedaan alsof het in die tijd genormaliseerd was. Dat is echt niet zo.

In Europa was de slavernij namelijk gewoon verboden. In Nederland was slavernij verboden. Dat gaf aan dat men wel de moraliteit bezat om te erkennen dat slavernij een ontmenselijking en een misdaad is. Omdat de kolonies zo ver weg waren, kon men makkelijker haar ogen sluiten voor de misdaad die daar plaatsvond.

De misdaden die in de koloniën plaatsvonden worden ook al geïllustreerd door de Afrikanen die al sinds de zeventiende eeuw vochten tegen de slavernij waarin ze beland waren in bijvoorbeeld Suriname of op Curaçao. Bekende namen als Tula, Boni en Baron werden wel door de minister genoemd om aan te geven dat er iets structureel verkeerd zat.

Rond al die zaken zijn bewegingen geweest in Europa zelf die dit hebben aangekaart. Die artikelen hebben geschreven en wetten hebben ingediend om de discussie aan de praat te krijgen. In 1814 werd mensenhandel in Nederland al verboden, maar toch bleef men tot 1863 doorgaan met dezelfde praktijken. Toch mensen illegaal verhandelen, het geld opstrijken en investeren in de Nederlandse economie. Je kunt niet zeggen dat er tot 1863 niemand zag dat er een misdaad werd gepleegd.

Wat viel jou verder op aan de inhoud van de toespraak?

De toespraak is door een speechschrijver opgesteld en dat kon ik op sommige punten ook merken. Door de zinnen die gebruikt waren uit de eerdere sessies waar Rutte niet bij was. Wat verder opviel dat de excuses beperkt werden tot een bepaald deel van het Nederlandse slavernijverleden. Dat zie je ook terug uit de berichten uit de plekken waar bewindspersonen naar toegestuurd zijn.

We weten dat het Nederlandse slavernijverleden veel omvattender is geweest. Ook in bijvoorbeeld Guyana bestuurde Nederland een lange tijd een kolonie en sloeg het een grote slavenopstand neer geleid door Cuffy. Stadhouder Maurits heeft lange tijd in Brazilië plantages gehad waar tot slaafgemaakten moesten werken. Daar hebben we het niet meer over. De manier waarop in Zuid-Afrika zelf slavernij is toegepast, werd niet genoemd.

De speech beperkt zich dus tot een klein bepaald gedeelte waar Nederland nu wil mee dealen. Er worden verder verwachtingen gewekt, maar zonder dat hier inhoud aan wordt gegeven om mensen toch een positief gevoel te geven omdat er nog een vervolgtraject komt. Met een betere voorbereiding hadden we het vervolgtraject meer body kunnen geven, ook de rol van de Tweede Kamer kunnen benoemen om mensen meer houvast te geven wat er mogelijk is of tegen welke oppositie je kan verwachten. Nu wordt er een worst voorgehangen, zonder dat je weet wat erin zit. Op die manier zo’n beladen onderwerp op die manier presenteren, vind ik ook een schoffering.

Rutte stelde dat excuses nodig zijn, omdat de geschiedenis van de slavernij nog steeds doorwerkt. Rutte zelf is daar een goed voorbeeld van: in 2007 werd hij als staatssecretaris al veroordeeld voor racisme en was als premier verantwoordelijk voor het toeslagenschandaal. Op wat voor manier werkt het slavernijverleden door in Nederland en de internationale verhoudingen?

De aandacht die gegeven wordt aan mensen van Afrikaanse afkomst is noodzakelijk want er is veel achterstelling op veel gebieden. In de eerste plaats in die landen zelf, doordat de infrastructuur echt gericht is geweest om als kolonie of wingewest te fungeren en als exportland te dienen. Om niets op te bouwen in het land zelf. Mensen vragen zich wel eens af: wat is er gebeurd in Suriname qua infrastructuur voor 1975? Heel weinig. Er is een dam gebouwd om een fabriek aan de praat te krijgen. Elektriciteit was voor de fabriek, maar alle dorpen in de buurt van de dam konden er geen elektriciteit van krijgen totdat mensen tien jaar na de onafhankelijkheid concludeerden dat dit wel schandalig was.

Op deze manier is de ontwikkeling van landen tegengehouden. Ook de ontwikkeling van veel mensen is geremd. Door de periode van de slavernij is veel van hun identiteit gebroken. Dit merk je door de talen die worden gesproken in de gekoloniseerde landen, de namen van mensen, spirituele belevenis, de overdracht van kennis. Er is dus heel veel stukgegaan. Ik zie wel veel verwoede pogingen in de Cariben, in Zuid-Amerika en soms ook in Noord-Amerika om waardevolle dingen terug te halen uit het verleden die met opzet stukgeslagen zijn.

In die periode werden juist mensen uit veel verschillende gebieden bij elkaar gebracht, om te voorkomen dat zij zich zouden bundelen en de kolonisator zouden aanvallen. Dus juist die tactiek van verdeel-en-heers zie je ook nog steeds terugkeren, zoals bijvoorbeeld tijdens de Catshuis-sessies. Dus wel mensen met een Afrikaanse achtergrond, maar met verschillende posities in het maatschappelijk debat en sociale klassen. Die verdeel-en-heers drijft nog steeds de groep uit elkaar en verhindert het opnieuw zoeken naar een gedeelde identiteit.

Het toont tegelijkertijd de kracht en de creativiteit van de tot slaaf gemaakten en hun nazaten aan. Mensen zijn er in geslaagd, dwars door alle verschillende etniciteiten, de verschillende oorspronkelijke leefgebieden en moedertalen tot een gezamenlijke nieuwe cultuur te komen. De bekende voorbeelden zijn: winti spiritualiteit, de taal Sranantongo, muziekexpressie, expressies in kleding, eetcultuur, etc. Men is dus wel continu bezig om met nieuwe expressies te komen omdat alles voorheen kapot is gemaakt.

Die doorwerking bestaat nog naast zaken zoals white supremacy, eurocentrisme en in specifieke gevallen zoals etnisch profileren, arbeidsachterstanden en uiteenlopende welvaartsoverdracht over generaties (generational wealth) waardoor nazaten over het algemeen met een economische achterstand beginnen. Dit zijn zaken die continu na-ijlen, maar ook ontwikkelingen waar mensen kracht uit putten om onszelf met een nieuwe identiteit weer te verheffen.

Die doorwerking is heel veelomvattend. Hoe zou herstel eruit moeten zien?

Er zijn al commissies geweest zoals de CARICOM Reparations Commission die met een tienpuntenplan is gekomen voor herstel. Zij kijken meer naar de relaties tussen landen en dan gaat het in de eerste plaats over debt relief, het kwijtschelden van de schuld. Want alle voormalige koloniën zijn na onafhankelijkheid de schulden in gedreven. Dit wordt versterkt door neoliberale instituten zoals het IMF en de Wereldbank die landen dwingen hun economie open te stellen.

Sommige landen zijn nog steeds koloniën – zoals Saba, Sint Eustatius en Bonaire – of ondergewaardeerd binnen het koninkrijk, zoals Curaçao, Aruba en Sint Maarten. Er zijn heel veel zaken die binnen zo’n reparatie-agenda zouden passen om tegemoet te komen om herstel te doen voor de misdaad die heeft plaatsgevonden.

Voor de gemeenschappen zelf gaat het bijvoorbeeld over knowledge transfer, de overdracht van kennis. De kolonisator heeft altijd geprobeerd mono-economieën op te dringen. Hiermee werd de bevolking de kennis onthouden waarmee je de economie op een bredere manier kon opbouwen. Er is kennisoverdracht nodig op gebieden zoals waterbeheer en landbouw op een manier die economieën onafhankelijk maakt van Westerse bedrijven.

En er is ook culturele kennisoverdracht nodig: kennis opdoen van niet-westerse normen en waarden uit het verleden. Er is verder technische kennisoverdracht nodig. Ook gezondheidszorg is belangrijk: in grote gemeenschappen van nazaten van tot slaafgemaakten zijn bepaalde ziektes dominant, bijvoorbeeld door erfelijke belasting of eetpatronen die aangeleerd zijn.

Zo’n programma van onder andere economische herverdeling is veel meer dan het kabinet bereid is om in gang te zetten. Wat zou ervoor nodig zijn om dit af te dwingen?

Door de manier waarop deze excuses nu worden uitgesproken, zie je welke organisaties zich ook uitspreken. Onzichtbaarheid is altijd een probleem geweest. Organisaties zijn vaak in kleine kring bekend, omdat zij landelijke media missen om zichzelf te profileren – alleen soms lokaal. Het is dus zaak om dit soort momenten te gebruiken om de netwerken tussen organisaties te versterken. Het is niet erg dat er veel verschillende groepen bestaan, maar je moet van elkaar weten en weten op welke punten je elkaar kan vinden.

Dit is de tweede keer dat er zo’n moment is dat groepen elkaar beter weten te vinden. De eerste keer was bijna tien jaar terug, in 2014, toen de Amsterdamse burgemeester Van der Laan in beroep ging om Zwarte Piet te verdedigen. Veel partijen kwamen toen snel bij elkaar: witte organisaties, anti zionistische organisaties, Zwarte Piet Niet organisaties en reparations organisaties vonden elkaar door die actie van de overheid. Later viel dit weer uit elkaar.

Nu is er weer zo’n moment waarin veel organisaties onrecht bespeuren en elkaar zien, want binnen no-time sloten zes organisaties zich aan voor een kort geding. Nu is het de vraag of dit doorgetrokken kan worden in een meer permanent consortium dat wel een vuist kan maken en weerstand kan bieden aan nieuwe verdeel-en-heers pogingen vanuit de overheid. Dat zie ik als een mogelijkheid.

Daarnaast kunnen de komende verkiezingen voor de Provinciale Staten ook een belangrijk moment zijn. De Eerste Kamer kan wetten beoordelen, dus laten we voorkomen dat extreemrechts deze wint. Er zijn namelijk verschillende punten waarop organisaties meer met elkaar kunnen samenwerken en mobiliseren. Dit dossier zou ook mee moeten worden genomen in het traject naar die verkiezingen.

De afgelopen maand werd er een punt van gemaakt dat we niet weten hoe de parlementaire verhoudingen liggen na maart. Maar dit betekent niet dat we de huidige partijen terug moeten stemmen. We moeten juist andere partijen gaan vinden. Na afloop van de toespraak van Rutte zag ik bijvoorbeeld vanuit BIJ1 een epistel. Daarvoor waren ze nog niet zo zichtbaar. Helaas doen ze niet mee met de verkiezingen voor de Provinciale Staten, maar partijen die zich enigszins afzetten tegen dit proces zouden zich hierop meer moeten profileren. Op die manier kunnen zij ook een alternatief zichtbaar maken voor rechts-liberaal of extreemrechts.

Die 200 miljoen euro voor wat het kabinet ‘bewustwording’ noemt, is niet bedoeld voor mensen die tekort zijn gedaan door de slavernij. Zij zijn al bewust en hun bewustwording hoeft niet vergroot. Het geld wordt straks uitgegeven om rechtsliberalen of rechtsextremisten af en toe een foldertje te geven of uit te nodigen voor een sessie zodat zij meer kennis hebben over het slavernijverleden. Dan is het geld op. Voor de zichtbare en onzichtbare achterstand zelf die de doelgroep heeft opgelopen, is niets voorzien.