Egyptische socialist: ‘De grootste vijand blijft de staat’

De Egyptische generaal Abdul-Fattah el-Sisi gebruikt de bloedige onderdrukking van de Moslimbroederschap om zijn greep op de macht te versterken. Mostafa Ali, een activist bij de Revolutionair Socialisten, legt uit hoe het leger de groeiende massabeweging tegen Morsi vervormde tot een beweging die contrarevolutionair geweld steunt. En waarom het militaire bewind, hoewel nu nog populair, niet in staat is de economische en sociale eisen van het volk in te willigen.
15 oktober 2013

De staatsgreep tegen president Mohamed Morsi begin juli heeft het imago van het leger hersteld. Dat bestuurde, na de val van Mubarak in februari 2011, Egypte anderhalf jaar lang via de Opperste Raad van de Strijdkrachten. Morsi en de Moslimbroederschap wonnen de verkiezingen voor het parlement en daarna die voor het presidentschap. Maar Morsi’s poging om alle macht naar zich toe te trekken, en zijn economische pro-marktbeleid, leidden dit jaar tot de beweging Tamarod (Opstand). Die slaagde erin om 22 miljoen handtekeningen te verzamelen onder een oproep aan Morsi om op te stappen, en leidde tot een massale protestdag op 30 juni.

Daarop greep het leger in, verdreef Morsi en beloofde nieuwe verkiezingen. Sisi, hoofd van het leger en minister van Defensie, zet zichzelf neer als ‘de nieuwe Gamal Abdel Nasser’, de nationalistische leider uit de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw. Hij rechtvaardigt de staatsgreep van 3 juli tegen Morsi en de daaropvolgende massamoord op zijn aanhangers als noodzakelijk om de seculiere tradities van het land te verdedigen tegen het islamisme.

Waarom gebruikte het leger zo veel geweld tegen de Moslimbroederschap? De grondwet, die vooral door de Broederschap zelf was opgesteld, gaf het leger juist meer economische en politieke macht. Konden ze geen deal sluiten?

Er zijn twee redenen. Ten eerste was het oude staatsapparaat nooit echt ontmanteld na de revolutie van 25 januari. Met het staatsapparaat bedoel ik de hogere rangen in het leger, de politie en de staatsbureaucratie. Die konden niet accepteren dat de mensen die zij 30 jaar lang onderdrukt hadden – de Moslimbroederschap – volledig de macht met hen zouden delen.

De staatsbureaucratie deed alles wat ze kon om te zorgen dat Morsi en de Moslimbroederschap geen enkele rol van betekenis konden spelen bij het regeren van het land. Ik zal een voorbeeld geven. Egypte werd geraakt door een ongelooflijke crisis, een tekort aan benzine. Er waren kilometerslange rijen wachtenden op zoek naar benzine. Dit ging maanden zo door voordat Morsi aan de kant werd gezet. En ze verdwenen onmiddellijk op de dag dat Morsi viel. De staatsbureaucratie saboteerde dus de pogingen van de Broederschap om de regering en het staatsapparaat te besturen.

De tweede reden, die belangrijker is, is dat het leger rekende op de Broederschap als marionet om de massale volkswoede te kanaliseren. Maar de Broederschap beging de ene fout na de andere, waardoor de woede op straat tegen haar voortzetting van het neoliberale beleid – je kunt het verarmingsbeleid noemen – voor de massa van de bevolking alleen maar toenam. Uiteindelijk trok het leger de conclusie dat de Broederschap niet geslaagd was in de taak die ze gekregen had.

De Moslimbroederschap was niet in staat om de volkswoede te beheersen. Ze maakte het juist erger door haar weigering om ook maar de kleinste concessies te doen aan de arbeidersklasse en de armen. Zo ging bijvoorbeeld het brood, het belangrijkste volksvoedsel, op de bon, iets dat in de dagen van Mubarak nooit was gebeurd.

Dus terwijl het staatsapparaat elke poging dwarsboomde van de Broederschap om Egypte te regeren, bleef de Broederschap het sociale beleid van Mubarak voortzetten en vergrootte zo de volkswoede. Het leger besloot toen dat de Broederschap van het politieke toneel moest verdwijnen.

De machtsgreep door het leger en de onderdrukking van de Moslimbroederschap laat sommigen de conclusie trekken dat het massaprotest van 30 juni gewoon een dekmantel was voor een militaire staatsgreep.

De Tamarod-beweging was een echte poging van het volk om oppositie tegen de Moslimbroederschap op te bouwen. Wij wisten dat de Mukhabarat, de geheime politie, de Tamarod-beweging gebruikte. Ook elementen van het voormalige regime van Mubarak deden dat. Maar ook al was dit het geval, uiteindelijk was 30 juni een echte volksbeweging tegen de pogingen van de Broederschap om een dictatoriaal regime op te leggen.

Dit is een heersende klasse die wilde dat de Moslimbroederschap de revolutie zou verslaan. Toen ze beseften dat dit niet ging lukken, besloten ze om het anders aan te pakken.

Helaas werd de Tamarod-beweging, hoe echt en eerlijk die ook was, gebruikt door het leger. Niet alleen om van de Moslimbroederschap af te komen, maar ook om een volledige aanval te doen op de revolutie van 25 januari. Daarom is het ook een complex beeld. Er was een echte piek in de revolutionaire beweging die door het leger werd ingekapseld en in een totaal andere richting gestuurd, om een eind te maken aan de revolutie.

Mensen in het Westen moeten begrijpen dat de Egyptische revolutie en de Arabische lente voor erg moeilijke uitdagingen staan. De contrarevolutie is op volle kracht. Mensen moeten zich realiseren dat de Moslimbroederschap de revolutie heeft verraden. Maar dat verraad was niet hetzelfde als de poging van de oude heersende klasse om de hele revolutie te verslaan. Dat is echt het moeilijke vraagstuk waar wij hier in Egypte voor staan. Wij kunnen de misdaden van de Broederschap niet gelijkstellen aan die van de heersende klasse.

Dus terwijl wij aandacht vragen voor de misdaden van de politie en het leger, en hun slachtpartijen onder aanhangers van de Broederschap, zijn wij altijd tegen de Broederschap geweest omdat zij zich als dekmantel lieten gebruiken door de oude heersende klasse. De grootste vijand is de staat, en is altijd de staat.

Wat betekent het dat het leger in staat was om in te grijpen tegen de Moslim-broederschap?

Het is een teken van groot zelfvertrouwen. Zij hebben een breed gedragen mandaat om de Moslimbroederschap te vernietigen. Dit gaat samen met een poging om iedereen zwart te maken die protesteert tegen de slachtpartijen tijdens de demonstraties van de Broederschap in augustus.

Natuurlijk ging de Broederschap toen ze aan de macht was verder met aanvallen op revolutionairen, waarmee de Opperste Raad van de Strijdkrachten begonnen was. Maar uiteindelijk kon de Broederschap niet meer dan tien of twintig mensen vermoorden (uiteraard met hulp van het ministerie van Binnenlandse Zaken). In het jaar dat ze aan de macht was, zorgde de Broederschap voor nog geen procent van de repressieve maatregelen die het leger binnen een paar weken heeft uitgevoerd.

Het aantal doden is ontstellend. Wij hebben bijna 1700 doden bevestigd die vielen binnen drie dagen – de periode van 14 tot 17 augustus, nadat de veiligheidstroepen de sit-ins van de Broederschap met geweld uiteenjoegen. Volgens een aantal mensenrechtenorganisaties is het uiteenslaan van de sit-ins de grootste moordpartij uit de geschiedenis van de moderne Egyptische staat. Zoiets is niet eerder gebeurd.

En toch blijft het leger erg populair onder grote delen van de bevolking. Hoe komt dat?

Twee redenen. De eerste is dat de Broederschap behoorlijk wat angst inboezemde tijdens hun jaar aan de macht. Ze gaven mensen alle reden om te geloven dat ze op allerlei manieren zouden onderdrukken, dat ze het economische beleid tegen de armen zouden voortzetten en dat ze op het punt stonden om een dictatuur te vestigen. Mensen waren vaak bang voor de Broederschap.

De tweede reden is dat het leger en de heersende klasse een succesvolle campagne hebben gevoerd om de Broederschap te demoniseren. Zij hebben veel mensen, inclusief degenen die echt tegen de heerschappij van de Opperste Raad waren, ervan overtuigd dat het leger aan de macht een kleiner kwaad is dan de Broederschap. Dat is het belangrijkste argument.

Helaas hebben veel revolutionairen dit argument aanvaard. Zij zijn uit principe tegen de regering van de Hoge Raad, militair fascisme en militaire dictatuur. Maar zij zeggen dat het leger het kleinste van twee kwaden is, vergeleken met wat zij religieus fascisme noemen. Daarom bevinden wij ons in zo’n lastige situatie.

Veel revolutionairen zien wat de laatste weken gebeurt als een onstuitbaar proces, dat richting militair fascisme gaat. Maar dat vind ik niet. Er zijn veel tekenen dat militair fascisme mogelijk is. Maar de situatie op straat is erg complex en zit vol tegenstellingen. Zo kan het leger bijvoorbeeld niet steeds opnieuw zijn soldaten en officieren vragen om op de Broederschap te schieten. De laatste twee weken werd de Broederschap op hysterische wijze gedemoniseerd. De boodschap was dat je zoveel aanhangers van de Broederschap mag doden als je wil en dat dat goed is, het is een plicht aan het vaderland.

Ik denk niet dat dit proces zo verder zal gaan. Er zijn al enkele gevallen van officieren, zowel bij de politie als binnen het leger, die weigeren het vuur te openen. Het leger verklaart officieel dat het niet van plan is om het land te regeren, dat het niet van plan is om van Egypte een militaire staat te maken. Het belooft dat het van het politieke toneel zal verdwijnen zodra er een grondwet is en er verkiezingen zijn gehouden. Dat is wat veel mensen willen horen. Dus wat zal er gebeuren als het leger niet vertrekt?

Verder staat het leger onder grote druk om aan de economische behoeften van de arbeiders te voldoen. Een van de belangrijkste redenen dat Morsi de steun verloor van de meeste arbeiders en armen is dat hij niet in staat was om aan de economische eisen van de revolutie te voldoen: politieke rechtvaardigheid, economische rechtvaardigheid, sociale rechtvaardigheid, enzovoorts. Het leger zit dus in een lastig parket.

Wat zal het buitenlands beleid van el-Sisi zijn? Op dit moment spreekt het regime zich sterk uit tegen Amerika. En dat is vreemd, aangezien het leger vanouds sterke banden heeft met de VS.

Het belangrijkste verhaal in het publieke debat dat steun voor Sisi rechtvaardigt is dat hij een nieuwe Nasser is, een neo-anti-imperialist. De regering spreekt zich uit tegen Amerikaanse of Britse interventie in Syrië en zegt dat zij niet zal meedoen in een aanval, geleid door de VS. Dat is anders dan tijdens de twee Golfoorlogen in 1991 en 2003, toen Egypte wel meedeed.

Het gevolg is dat sommige mensen nu verwachten dat het Egyptische leger andere samenwerkingsverbanden in de wereld zal aangaan. Rechts roept op om de ondergeschiktheid aan de VS te laten vallen en om meer met China en Rusland samen te werken. Beide landen hebben openlijk aangegeven bereid te zijn om het Egyptische leger van militair materieel te voorzien.
Maar dat is een rookgordijn. De Egyptische strijdkrachten zijn systematisch en uit principe verbonden aan het project van Amerikaans imperialisme in het Midden-Oosten, en zullen nooit daarmee breken. Er is geen Russische optie, en geen Chinese optie. Welke onenigheid er ook is tussen het Egyptische leger en zijn meesters in Washington, die is tijdelijk. De VS zullen altijd achter de Egyptische generaals blijven staan, en de Saoediërs hebben de VS duidelijk gemaakt dat dit de beste oplossing is.

Dit wordt geen herhaling van de jaren 1950, toen Nasser tijdens de Koude Oorlog in staat was om een soort onafhankelijke positie te verwerven tussen Washington en Moskou. De generaals oefenen gewoon druk uit op de VS om wat respect te krijgen. Ze zeggen tegen de Amerikanen We weten waar we mee bezig zijn, laat ons alsjeblieft onze gang gaan.

Dus terwijl de regering spreekt van een zionistisch-Turks-Amerikaans complot, hebben ze geen enkele behoefte om het Camp David-akkoord met Israël te verbreken. Sterker nog, de regering voert een ‘oorlog tegen terrorisme’ tegen jihadisten in de Sinaï, met volledige instemming van Israël. Israël staat voor 100 procent achter de huidige Egyptische regering. Voor Israël is dit de regering die een eind kan maken aan de Egyptische revolutie. Dus ondanks alle retoriek over het zionisme, zijn Palestijnse en Syrische vluchtelingen de echte doelwitten van de vreemdelingenhaat. Omdat een paar Syriërs kwamen opdagen bij demonstraties voor Morsi, en omdat Morsi en de Broederschap de Syrische revolutie steunden, is er nu een verschrikkelijke reactie tegen vluchtelingen in Egypte. Er zijn hier 250.000 Syrische vluchtelingen, en Palestijnse vluchtelingen zijn hier natuurlijk al decennia. Het is een zeer ongelukkige situatie.

De regering heeft veel Syrische vluchtelingen laten arresteren, onder wie kinderen. Dat is iets waar revolutionairen en mensenrechtenactivisten tegen vechten. Door een campagne van rechts is er nu ook minder steun voor de Palestijnse strijd tegen Israël. Helaas wordt Hamas, dat verbonden was met de Broederschap, in verband gebracht met alle Palestijnen. Wij van de Revolutionair Socialisten zijn betrokken bij campagnes tegen de detentie van Palestijnse en Syrische vluchtelingen.

Welke politieke vorm zal dit nieuwe regime aannemen?

De politieke discussie gaat nu niet over nieuwe verkiezingen, maar over een nieuwe grondwet. Alles is in beweging. Het is moeilijk om zelfs maar over verkiezingen te denken. Maar ze proberen om een nieuwe grondwet erdoor te drukken. Er zijn veel berichten dat de regering al werkt aan een compromis met de Broederschap.

Het is van grote betekenis dat de salafistische Nour-partij de regering steunt. Zij gokken erop dat ze veel teleurgestelde aanhangers van de Broederschap aan zich kunnen binden, omdat zij altijd kleiner waren.

Aan de andere kant heeft het regime een islamistische partij nodig in de nieuwe situatie. Dit is niet alleen omdat zij niet beschuldigd willen worden van anti-islamisme. Ze hebben de reactionaire en conservatieve politiek van de islamisten echt nodig als belangrijk onderdeel van het politieke leven in Egypte. Daarom hebben ze de Nour-partij nodig, zolang ze er maar greep op hebben.

Wat zijn de vooruitzichten voor een vernieuwing van de revolutionaire beweging?

Ik wil benadrukken dat het, ondanks de tekenen van een aanstaande militaire dictatuur of militair fascisme, geen gemakkelijke weg is voor het leger. En dat wordt het ook niet. Want onder al die vreemdelingenhaat, nationalistische hysterie en de enorme steun voor het leger is er nog steeds een bevolking die de Broederschap verdreef vanwege specifieke sociale en economische redenen. Zij willen een herverdeling van de welvaart. Zij wachten op dividenden – economisch dividenden. Dit is een bevolking die hervormingen wil, economische hervormingen in de vorm van een herverdeling van welvaart.

De regering heeft even een financiële adempauze, doordat ze geld gekregen hebben van de Saoediërs, de Koeweiti’s en de Emiraten om de nationale valutareserves aan te vullen. Ze kunnen keuzes over IMF-leningen en de bijbehorende ‘hervormingen’ een paar maanden uitstellen.

Maar we zien nu al dat het nieuwe geld niet gebruikt wordt om de eisen van het volk in te willigen: het terugdraaien van het economische beleid van de Broederschap – en van Mubarak. Dat zie je aan de textielstaking in Mahalla op 28 augustus. De regering heeft genoeg geld, maar is kennelijk niet van plan om keynesiaans beleid te voeren om het inkomen van arbeiders te verhogen.

In tegendeel, we zien juist ‘trickle-down’-beleid in de stijl van Milton Friedman. De staking laat zien dat de regering niet van plan is om het geld dat van de Saoediërs komt, te gebruiken om de arbeiders te kalmeren. Het is dus een erg complexe situatie.

Dit is een vertaling van The main enemy is the state (Socialist Worker)