Egypte: dictatuur, Moslimbroederschap en revolutie 

Twee jaar geleden pleegde het leger in Egypte een staatsgreep tegen president Morsi. Het regime van Abdul Fatah el-Sisi ontketende een golf van gewelddadige repressie. De Revolutionair Socialisten in Egypte spelen een belangrijke rol in de strijd tegen de dictatuur. Socialisme.nu publiceert hun recente verklaringen.
16 september 2015

1. De moordaanslag op de hoofdaanklager

Een moordaanslag op een publiek figuur ontketent meestal een wervelwind van verwarring. Propaganda en tegenpropaganda doen de ronde, samenzweringstheorieën tieren welig en geweld wordt beantwoord met tegengeweld.

De moordaanslag op de hoofdaanklager de dag voor 30 juni (de datum van het protest dat in 2013 werd gevolgd door de staatsgreep, red.) heeft geleid tot een ongekende staat van paniek en hysterie. De vermoorde hoofdaanklager is het symbool van het rechtssysteem van het militaire regime en de staatsgreep.

Deze advocaat van de staatsgreep speelde een specifieke rol in alle rampen sinds juli 2013, van de massamoord bij het hoofdkwartier van de Republikeinse Garde tot de slachting van demonstranten op het Rabaa-plein en het Nahda-plein en vele andere, inclusief de moord op de Ultras in Zamalak en de moord op Shaima’a al-Sabbagh. Hij is verantwoordelijk voor honderden doodvonnissen en tienduizenden arrestaties en voor de vrijspraak van de misdadigers van het ministerie van Binnenlandse Zaken en andere instanties van het veiligheidsapparaat. Bij al die gebeurtenissen was één man de belangrijkste schakel tussen het militaire regime en het rechtssysteem: Hisham Barakat, die op 29 juni is vermoord.

Voor de voorstanders van de staatsgreep en de contrarevolutie symboliseert hij patriottisme en de redding van de staat van de ondergang, en is hij een ijzeren strijder tegen terrorisme en tegen allen die samenzweren tegen Egypte en zijn staat, zijn veiligheid en stabiliteit. Volgens de koppen in de particuliere en publieke kranten van de staatsgreep werd hij zelfs uitgeroepen tot ‘advocaat van het volk’.

De reacties op de aanslag lieten de aard zien van het politieke moment in Egypte, nu, aan het begin van het derde jaar sinds de staatsgreep. Sisi zelf hield een toespraak op de begrafenis van de ‘advocaat van het volk’. Hij zei dat het bloed van de ‘martelaar’ zou worden gewroken door de politie, het leger, het rechtssysteem en de media. ‘De handen van justitie zijn geketend door wetten’, voegde hij eraan toe, ‘maar we zullen die wetten herzien om zo snel mogelijk gerechtigheid tot stand te brengen.’ Daarmee bevestigde hij dat de doodvonnissen zullen worden voltrokken. Met andere woorden: er komt slechts een nieuwe golf moord en repressie aan.

Natuurlijk riep dit een golf van hysterische propaganda op waarbij verschillende media schreeuwden om bloed en executies eisten. Mustafa Bakri (journalist en aanhanger van Sisi, red.) sprak zich uit voor het uitroepen van een staat van beleg en uitbreiding van de militaire rechtbanken.

De Moslimbroederschap herhaalt steeds dezelfde samenzweringstheorieën die erop neerkomen dat het regime zelf de hoofdaanklager heeft vermoord om meer repressie te rechtvaardigen. Achter deze analyse zit de aanname dat de staatsgreep wankelt en op het punt staat te vallen, en de leiders ervan daardoor buiten zinnen zijn.

Uiteraard gebruiken de leiders van de staatsgreep en hun media de moordaanslag om een nieuwe golf van repressie, moord en dodelijk geweld te lanceren, niet alleen tegen de Moslimbroederschap, maar tegen elke oppositie. Dat blijkt duidelijk uit de aanvallen door de media en de politiek op ‘activisten en mensenrechtenverdedigers’, want dat is de omschrijving die wordt gebruikt voor tegenstanders van het regime die geen islamisten zijn. Elke verwijzing naar rechten, of het nu economische, sociale of politieke rechten zijn, wordt beschouwd als steun voor terrorisme en een aanval op de staat en het volk.

Hoofdaanklager Hisham Barakat was een van de belangrijkste figuren van de contrarevolutie. Hij speelde een smerige rol doordat hij Sisi in staat stelde om aanklagers en rechters te transformeren in goedkope instrumenten in de handen van de generaals van leger en politie, waarbij zelfs de schijn van een onafhankelijke rechtspraak werd weggevaagd. De rechters zijn uiteraard nooit onafhankelijk geweest van de belangen van de staat en de heersende klasse, maar het regime had vroeger nog rechters nodig die in staat waren onafhankelijk en neutraal over te komen in de ogen van de massa’s. Maar in de context van de contrarevolutie zijn alle maskers afgevallen en wordt het rechtssysteem door types als Hisham Barakat en minister Ahmed al-Zend van Justitie gerund alsof het een afdeling van het leger of de politie is.

Dat soort figuren verdient het om wegens hun misdaden tegen de Egyptische bevolking en haar revolutie terecht te staan voor een revolutionair tribunaal. Maar terrorisme en moordaanslagen zullen ons niet redden van de nachtmerrie van de contrarevolutie. Integendeel, deze methoden verdiepen haar waanzin en geweld en vergroten de steun van brede lagen van de middenklasse voor allerlei barbaarse, repressieve maatregelen die niet alleen gericht zijn tegen de Moslimbroederschap, maar tegen alle demonstranten, stakers en zeker tegen alle gevangenen en gedetineerden.

In de eerste uren na de aanslag zagen we hoe Sisi en zijn media zich haastten om een nieuwe escalatie van ongekende repressie te ontketenen. Hisham Barakat zal direct worden vervangen door iemand die nog wreder, lelijker en corrupter is.

Maar verdienen we geen gerechtigheid voor onze martelaren en voor de duizenden slachtoffers van Hisham Barakat? De moord op hem zal geen gerechtigheid brengen, maar juist onze vijanden helpen om hun martelingen, onderdrukking en moord op te voeren.

Individuele aanslagen, en terrorisme in het algemeen, zelfs als dat gericht is tegen degenen die de rechten van de bevolking en de revolutie hebben geschonden, leiden slechts tot een toename van het geweld van de contrarevolutie, terwijl de frustratie toeneemt bij de massa’s die verlangen naar een terugkeer naar het revolutionaire pad. Als iemand een leider van de contrarevolutie vermoordt, is het alsof hij tot de massa’s zegt: ‘Wij hebben geen behoefte aan jullie demonstraties, jullie sin-ins en jullie stakingen. Blijf maar thuis, wij rekenen wel alleen af met deze tiran of deze corrupte functionaris.’ In plaats van een stap vooruit te zetten, zetten we een stap terug en wordt de weg naar revolutie moeilijker.

De Revolutie van 25 januari 2011 bevestigde dat de enige manier om revolutionaire verandering te bewerkstelligen is dat de massa’s zelf op straat en in de bedrijven in beweging komen. Onze wapens zijn stakingen, sit-ins en protesten, en daarbij moeten we onze gelederen organiseren in voorbereiding op de komende revolutie. Aanslagen en bommen dienen alleen de vijanden van de revolutie.

De dag zal komen waarop al degenen die een rol hebben gespeeld in de contrarevolutie terecht moeten staan. Al degenen die hebben gemoord, gemarteld, gearresteerd en verkracht. Al degenen die de militaire dictatuur hebben gerechtvaardigd, gefinancierd en in wetten hebben vastgelegd. Maar die tribunalen zullen plaatsvinden onder toezicht van de massa’s die de pleinen en de fabrieken bezetten. Er zijn geen sluipwegen naar vergelding. We moeten geduldig en consequent strijden om onze straten, onze pleinen en onze revolutie terug te winnen. Pas als we daarin zijn geslaagd zullen we gerechtigheid krijgen.

De Revolutionair Socialisten, 30 juni 2015

2. Over terrorisme en de eenheid van de natie

De reacties op de laatste golf terroristische aanslagen, vooral tegen legerposities in de Sinaï, hebben wellicht de ernst bevestigd van de crisis in de gelederen van de egyptische oppositie.

De reactie van het regime was duidelijk en scherp: de grootschalige invoering van noodwetten om de ijzeren vuist van het veiligheidsapparaat te versterken en een nieuwe golf van repressie, moord, aanslagen en marteling. Iedereen die zich tegen het regime keert nu het in staat van ‘oorlog tegen terreur’ is, wordt beschouwd als verrader en terrorist: ‘Wie niet met ons is, is tegen ons.’ Er loopt een directe lijn van George Bush naar Abdul Fatah el-Sisi en zijn open en groeiende oorlog tegen de Egyptische bevolking en haar revolutie.

Dat is allemaal volkomen logisch. Elke dictatuur gebruikt terrorisme als excuus om de repressie op te voeren en een staat van nationale paniek en hysterie te zaaien om iedereen te dwingen de rijen te sluiten achter de dictator. Maar deze hysterie reikt tot aan de liberale en linkse tegenstanders van het regime, die in theorie tegen Sisi’s staatsgreep en contrarevolutie zijn. Dit roept verbazing en afschuw op.

Er zijn mensen die vanaf het eerste moment aan de kant van het regime hebben gestaan en alle misdaden hebben goedgekeurd die onder het mom van strijd tegen het terrorisme of uit angst voor de Moslimbroederschap zijn gepleegd. Die mensen hebben zich vanaf het begin zonder aarzeling in de armen van het leger en de contrarevolutie geworpen, ook al hebben ze soms bepaalde excessen van de veiligheidstroepen veroordeeld, vooral wanneer die gericht waren egen mensen die niet tot de Moslimbroederschap behoorden.

Maar er zijn ook mensen die een halfslachtige positie innemen en zich even fel tegen de contrarevolutie als tegen de Moslimbroederschap keren, omdat ze deze zien als twee facties van de contrarevolutie. Ze wijzen zowel de militaire pro-Mubarak-groep als de groep van de Moslimbroederschap af. Ze proberen een gelijke afstand te houden tot beide strijdende partijen en beelden zich in dat ze ze hun gevechten kunnen negeren en een derde alternatief kunnen opbouwen dat zich keert tegen zowel het beleid en de repressie van het militaire regime als tegen de islamistische oppositie.

Op deze manier gooien ze verschillende soorten islamistische bewegingen op één hoop, of ze nu wel of niet gewelddadig zijn. Zo worden bloedige terroristische aanslagen in de Sinaï en een vreedzaam protest in het dorp Nahia simpelweg twee uitdrukkingen van contrarevolutionair islamistisch obscurantisme, dat even gevaarlijk is als de huidige militaire dictatuur. Deze derde weg lijkt zich oppervlakkig gezien tegen het regime te keren, maar op een praktisch niveau en qua inhoud steunt hij in werkelijkheid het leger.

Na de recente terroristische aanvallen zijn de gelederen van de derde weg uiteengevallen. Veel aanhangers ervan laten zien dat ze de kant kiezen van de staat tegen de dreiging van onze echte vijand, ISIS! Deze mensen hebben plotseling alle oppervlakkige neutraliteit verloren waarop ze zich beriepen in de strijd tussen het terrorisme van de staat en het terrorisme van de gewapende islamistische groepen, en ze verklaren ‘moedig’ dat ze de rijen van de natie sluiten omdat we al in een oorlogssituatie verkeren. Ze herhalen de demagogie van de woordvoerders van het regime, jammeren om de soldaten die in Sinaï zijn gesneuveld door toedoen van een verraderlijk ‘religieus fascisme’, maar maken geen woorden vuil aan de moord op vreedzame demonstranten na het Eid-gebed.

Opnieuw bevestigen wij, de Revolutionair Socialisten, dat we terroristische aanslagen afwijzen omdat ze de macht vergroten van onze hoofdvijand, de militaire dictatuur die de contrarevolutie leidt. Terroristische aanslagen vormen voor verdedigers van het regime een gelegenheid voor propaganda. Ze gebruiken deze aanslagen om alle misdaden van het regime tegen de massa’s en tegen alles wat de revolutie vertegenwoordigt te rechtvaardigen. Wij wijzen terrorisme af, zelfs als dat gericht is tegen de symbolen van het regime, omdat dit de macht van het regime vergroot en een rampzalige boodschap stuurt aan de massa’s: ‘Er is geen noodzaak voor jullie stakingen en sit-ins.’ Om die reden keren wij ons ten zeerste tegen alle vormen van terroristische actie.

Tegelijkertijd vergeten we geen moment dat de sterkste en gevaarlijkste vorm van terrorisme die van de militaire dictatuur is. De manier om af te komen van ISIS en dergelijke is niet door de rijen te sluiten met de staat van El-Sisi, die de staat van Mubarak is. Ook betekent het niet dat we een neutrale positie innemen ten opzichte van de strijd tussen de staat en de terroristische bewegingen. Dat duidt op ofwel naïviteit of in de meeste gevallen medeplichtigheid met de staat. De enige revolutionaire weg is om opnieuw de wapens van de massastrijd te doen herleven, door stakingen, sit-ins en acties te organiseren tegen de corrupte militaire dictatuur die ons niets anders brengt dan armoede, repressie, geweld en terrorisme.

De Revolutionair Socialisten, 19 juli 2015

3. Over de contrarevolutie en de islamisten: een uitnodiging tot een open discussie

De vorige verklaring van de revolutionair socialisten, ‘over terrorisme en de eenheid van de natie’, heeft boze reacties opgeroepen en is op allerlei gronden afgewezen.

Sommige reacties namen de vorm aan van beledigingen, scheldpartijen en spot, die niet alleen waren gericht tegen de inhoud van de verklaring, maar ook tegen de Revolutionair Socialisten in het algemeen. Dat heeft op zijn beurt sommige activisten van onze beweging ertoe gebracht te reageren met boosheid en gescheld. Het doel van dit document is om de aandacht opnieuw te richten op de dringende politieke kwesties waar het om gaat. Er is niets politieks aan scheldpartijen. De positie die in de vorige verklaring werd uiteengezet werd gepubliceerd als uitdrukking van ons politieke perspectief, maar was ook bedoeld om discussie en debat aan te zwengelen. Als beweging en als organisatie zullen we niet reageren op de immorele aanvallen op de Revolutionair Socialisten en zelfs op stemmingmakerij tegen ons. We zullen het debat opnieuw naar het terrein van de politiek verplaatsen. Als sommigen van ons zich door boosheid en emotie hebben laten verleiden om op een niet-politieke manier te reageren, is dat onacceptabel en moet dat stoppen.

Maar we moeten wel reageren op de politieke kritiek op de verklaring, en we verwelkomen die als deel van de discussie die we moeten hebben met alle delen van links die tegen de militaire dictatuur zijn , en niet alleen binnen de gelederen van de Revolutionaire Socialisten. In dit document proberen we duidelijkheid te scheppen over de posities die in de verklaring worden ingenomen, en een aantal punten duidelijk te maken die blijkbaar tot misverstanden hebben geleid.

Derde alternatief

De verklaring stelt niet dat de poging om een derde weg in te slaan, tegen de militaire dictatuur en onafhankelijk van de Moslimbroederschap, op enige wijze impliciet steun gaf aan de dictatuur. Wij hebben als organisatie deelgenomen aan alle pogingen om zo’n derde alternatief te bouwen (van de eerste inspanningen om de Derde Plein-beweging te organiseren tot het Front van Revolutionairen). Het zou absurd zijn om degenen die zo’n beweging of derde alternatief probeerden of proberen te bouwen te beschuldigen van steun aan de dictatuur. Misschien legde de korte verklaring dit niet duidelijk genoeg uit, of misschien wilden sommige mensen het op die manier lezen.

Wat de verklaring wel zegt, is dat degenen die ergens halverwege tussen het leger en de Moslimbroederschap staan, beide beschouwen als even gevaarlijk en beide even vijandig bejegenen, de logica accepteren dat ze twee zijden van dezelfde contrarevolutie zijn, en op die basis proberen een derde alternatief op te bouwen op basis van deze beweringen dat de militaire dictatuur zwijgend ondersteunt.

Als we de taal zouden gebruiken die links in vorige generaties gebruikte, zouden we het hebben over het vaststellen van de hoofdtegenstelling en de secundaire tegenstelling. Wat we volgens deze oude methode in de verklaring naar voren brachten, is dat twee jaar na de staatsgreep de militaire dictatuur onze hoofdvijand is, en niet de Moslimbroederschap, en dat we moeten ophouden die twee kanten met dezelfde logica tegemoet te treden.

Dat betekent geenszins dat we zeggen dat een bondgenootschap met de Moslimbroederschap nu noodzakelijk of mogelijk of gezond is. Maar geen revolutionaire organisatie kan eraan twijfelen dat de strijd vandaag de dag gericht is tegen de heersende militaire dictatuur. Dat staat volkomen los van de Moslimbroederschap, en we zijn ons bewust van de niet-revolutionaire aard van de Moslimbroederschap en haar historische verraad aan de Egyptische Revolutie, dat direct voorafging aan het verraad aan de revolutie van de meerderheid van de nasseristen, liberalen en links.

Het is waar dat de Moslimbroederschap de revolutie meteen na de val van Hosni Mubarak heeft verraden door een direct bondgenootschap te sluiten met de Opperste Raad van de Strijdkrachten. Het is ook waar dat de Moslimbroederschap, toen ze aan de macht kwam, ook al had ze die macht slechts oppervlakkig, na verkiezingen die de hoop en de eisen van de massa’s en de eisen van de revolutie verraadden, hetzelfde regime en hetzelfde veiligheidsapparaat heeft gered dat nu de Moslimbroederschap afslacht.

Het is ook waar dat de Revolutionair Socialisten vooraan stonden in de gelederen van de oppositie tegen Morsi en de Moslimbroederschap gedurende het jaar van zijn presidentschap, en in die periode deelnam aan alle activiteiten tegen de Moslimbroederschap, de feloul (restanten van het oude regime) en het leger.

Maar nu is de situatie veranderd. Degenen die ons verwijten dat we zijn blijven hangen in het eerste jaar van de revolutie, 2011, zijn in feite degenen wier klok gestopt is in de eerste helft van 2013. Als de leuze ‘weg met alle verraders – het leger, de feloul en de Moslimbroederschap’ in die periode begrijpelijk was, is deze nu, in de tweede helft van 2015 betekenisloos geworden. Het is zelfs een misleidende leuze geworden, die de militaire dictatuur zwijgend ondersteunt. Deze leuze maakt geen onderscheid tussen degenen die worden vermoord, gearresteerd, gemarteld en ter dood veroordeeld en de meest gewelddadige, smerige en corrupte dictatuur uit de moderne geschiedenis van Egypte. Dit is geen ‘derde weg’. Dit is een totale capitulatie, die in de huidige situatie zal leiden tot volledige verlamming en impliciete steun aan de overwinnaar. De politiek erkent geen neutraliteit, zeker niet onder deze omstandigheden.

Sommigen kunnen onze opvatting dat de verklaring een onderwerp van discussie is verwarren met onze historische en maatschappelijke analyse van de Moslimbroederschap. Dit document zal geen gedetailleerde uiteenzetting geven van deze analyse en de ontwikkeling ervan in verschillende fasen sinds de jaren 1990. We zijn het niet oneens met de stelling dat het noodzakelijk is om deze analyse te ontwikkelen naarmate de politieke en historische omstandigheden veranderen. Maar de hoofdlijnen van deze analyse zijn door sommige mensen verkeerd begrepen, soms met oprechte bedoeling en soms anderszins. Het is daarom wellicht zinnig om de belangrijkste punten hier opnieuw te noemen, omdat dit waarschijnlijk misverstanden en spanningen kan wegnemen.

Analyse van islamisme

We verwerpen uiteraard de analyse die in sommige kringen dominant lijkt te zijn geworden (tot vreugde van Rifaat al-Sa’id, de belangrijkste stalinistische bondgenoot van het regime), en die de islamistische beweging in het algemeen, en daarmee ook de Moslimbroederschap omschrijft als een fascistische beweging.

Ten eerste moeten we onderscheid maken in de historische, maatschappelijke en politieke context. Fascisme is een term die wordt gebruikt om de bewegingen te beschrijven die in de jaren 1920 en 1930 opkwamen in Duitsland en Italië na de nederlaag van een golf van arbeidersrevoluties. Die bewegingen maakten gebruik van de paniek onder grote delen van de middenklasse over het gevaar van revolutie, die volgens hen slechts tot chaos konden leiden, om de revolutionaire bewegingen, met name de arbeidersbeweging neer te slaan. (Oppervlakkig gezien is het regime van Sisi en de mobilisatie die het heeft doorgevoerd veel meer verwant met het historische fascisme dan de Moslimbroederschap).

De theorie dat de Moslimbroederschap een soort religieus fascisme is, is slechts een oppervlakkige intellectuele rechtvaardiging voor de steun van delen van traditioneel links, en nu ook de nasseristen en de liberalen, voor Sisi’s staatsgreep , en zelfs voor het militaire regime, de contrarevolutie en het neerslaan van de islamistische beweging en van iedereen die een obstakel vormt voor het project van Sisi omdat zij voorstanders of bondgenoten van het religieuze fascisme zouden zijn.

Er bestaat ook een andere linkse traditie, die weigert de islamistische beweging te omschrijven als fascistisch, maar die deze wel als even gevaarlijk beschouwt als de contrarevolutie van Sisi. Het perspectief van deze stroming kan als volgt worden samengevat: We zijn uiteraard tegen de militaire dictatuur, en we willen ertegen strijden voor de democratische en sociale doelstellingen van de revolutie van 25 januari 2011.

Natuurlijk zien we wat er in Egypte onder het militaire regime is gebeurd als een contrarevolutie , niet alleen het weren van de Moslimbroederschap uit de politieke arena, maar ook de vernietiging van de Egyptische Revolutie. Maar vanwege het verraad van de Moslimbroederschap aan de revolutie, vanwege haar reactionaire karakter, haar beleid dat identiek was aan dat van Mubarak, vanwege haar bondgenootschap met de salafisten en haar sektarisme, vanwege al die zaken moet onze strijd tegen de dictatuur niet alleen onafhankelijk zijn van de strijd van de Moslimbroederschap, maar moeten we we in feite tegelijkertijd twee vormen van strijd voeren. Je zou kunnen zeggen dat we moeten strijden tegen twee vleugels van de contrarevolutie: de vleugel van de militaire dictatuur en de vleugel van de religieuze reactie die wordt vertegenwoordigd door de Moslimbroederschap en haar bondgenoten.

We beschouwen de aanhangers van deze opvatting uiteraard als onze kameraden in de strijd tegen de militaire dictatuur, ook al zijn we het zeer oneens met hun analyse van de islamistische beweging en de huidige politieke situatie. We zien een groot risico dat deze positie uiteindelijk zal leiden tot een impliciet sluiten van de rijen met de militaire dictatuur, hetzij uit onmacht of door toeschouwer te worden van de , die de status quo aanvaardt en de uitkomst van de strijd afwacht.

Maar in de twee jaar die sinds de staatsgreep zijn verstreken, hebben we gezien dat elke stap op weg naar het verpletteren van de Moslimbroederschap de politieke ruimte voor iedereen inperkt en de weg bereidt voor de onderdrukking van allen. Het is een strategische fout om te blijven zwijgen over het onderdrukken van de Moslimbroederschap, of niet te zeggen dat verdediging van de Moslimbroederschap tegen de dictatuur een onlosmakelijk onderdeel is van de strijd voor democratie en voor de terugkeer van de Egyptische revolutie. Deze fout heeft geleid tot de marginalisering van de linkse oppositie tegen de dictatuur.

Moslimbroederschap

Als we de Moslimbroederschap omschrijven als een reformistische beweging, passen we niet dezelfde criteria toe als bij de reformistische bewegingen in het kapitalistische Westen, zoals de sociaal-democratische partijen. De historische context verschilt , net zoals het geval is bij het fascisme.

De wortels van de Moslimbroederschap liggen in de hoogopgeleide middenklasse, vooral in de steden, inclusief de provinciesteden. De wortels van de sociaal-democratie in het Westen liggen in de vakbondsbureaucratie. Die maakt ook deel uit van de middenklasse, maar de context van haar samenstelling en haar relatie met de basis van de vakbeweging maakt haar tot een kwalitatief ander fenomeen dan de politieke islam, met name de Moslimbroederschap.

Er zijn echter wel kenmerken van reformistische bewegingen die van toepassing zijn op de Moslimbroederschap. De sociale samenstelling van de Moslimbroederschap, inclusief de meerderheid van haar leiding, is gebaseerd op de hoogopgeleide middenklasse. Dat is niet alleen onder grote delen van de middenklasse de ideologisch dominante laag, maar dankzij haar liefdadigheidswerk ook onder de armen en de arbeidersklasse. Tegelijkertijd heeft de Moslimbroederschap een organisatie ontwikkeld die een belangrijke vertegenwoordiging kent onder de handelsbourgeoisie , hoewel haar vertegenwoordiging onder de grote bourgeoisie in Egypte marginaal is.

Deze klassensamenstelling waarbij de ruggengraat wordt gevormd door de hoogopgeleide middenklasse, maakt de Moslimbroederschap tot een zeer tegenstrijdige organisatie. Aan de ene kant eisen delen van de basis een radicaler confrontatie met het regime, terwijl delen van de middenklasse en de traditionele bourgeoisie overeenstemming willen bereiken met het regime. De afgelopen drie decennia verkeert de Moslimbroederschap in een staat van voortdurende aarzeling tussen compromis en confrontatie, tussen mobiliseren tegen het regime en proberen een deal te sluiten om de Moslimbroederschap beter kan deelnemen aan datzelfde regime.

Het optreden van de Moslimbroederschap in de jaren van revolutie en contrarevolutie bevestigen het tegenstrijdige en aarzelende karakter van de organisatie. Ze vormt zeker geen revolutionaire beweging. Ook is ze niet in staat tot revolutionaire mobilisatie. Integendeel, ze is juist bang voor dit soort mobilisatie. Tegelijkertijd oefent de sociale compositie van de Moslimbroederschap druk uit op de organisatie om deel te nemen aan oppositie tegen het regime, niet alleen op grond van de reactionaire agenda van de traditionele middenklasse, maar ook over thema’s als democratie, corruptie, tirannie en sociaal onrecht , al gebeurt dit in bedekte termen. Deze tweeslachtigheid is de logische consequentie als een organisatie met een tegenstrijdig klassenkarakter probeert zichzelf uit te te drukken.

Dit is een uiterst beknopte samenvatting, die slechts dient ter verduidelijking van misverstanden over de verklaring. Dit is de reden waarom we de Moslimbroederschap hebben gedefinieerd als een reformistische organisatie, die een obstakel vormt voor de voltooiing van de revolutie, maar geen vleugel van de contrarevolutie is.

Revolutionair Front

Niets van dit alles moet worden beschouwd als een oproep tot het vormen van een bondgenootschap met de Moslimbroederschap. Maar het betekent nadrukkelijk wel dat we hun kaders en aanhangers verdedigen tegen het geweld van de contrarevolutie.

Het betekent ook dat we er duidelijk over zijn in publicaties en praktisch werk dat de vijand van de revolutionaire beweging in Egypte de heersende militaire dictatuur is. En het betekent dat we een nieuw revolutionair front moeten opbouwen dat niet lijdt aan islamofobie en dat bereid is de hysterie van confrontatie tussen islamisten en seculieren te vermijden.

Het is ons doel om een breed revolutionair front te vormen dat, hoewel het niet meedoet aan de Moslimbroederschap, openstaat voor gezamenlijk werk met de jonge islamisten die dagelijks worden geconfronteerd met militaire repressie. Dat betekent niet dat we ook maar een ogenblik overwegen onze principiële kritiek op de reactionaire standpunten en concessies aan het regime van de islamistische beweging te laten varen. Ook zullen we de onafhankelijkheid van onze leuzen, onze perspectieven, onze banieren en onze organisatie niet opgeven.

Alles wat we hier hebben geschreven is een uitnodiging om in de breedste zin van het woord over deze ideeën te discussiëren. Het is een aanval op niemand, behalve degenen die de revolutie verraden hebben, of ze nu links of islamist zijn. Voor degenen die oprecht onvermoeibaar willen werken aan de lange, zware taak van het omverwerpen van de militaire dictatuur en de terugkeer naar de doelstellingen van de januarirevolutie moeten we respect tonen en de bereidheid om met hen samen te werken. Het is tijd om de situatie van spanning en scheldpartijen te overstijgen en te beginnen met discussiëren en bouwen. Want de tijd dringt.

Politiek bureau van de Revolutionair Socialisten
, 24 juli 2015