Egypte de straat op voor tweede revolutie

Afgelopen vrijdag was er in Egypte opgeroepen voor een tweede revolutie. Hoewel de Moslimbroeders en verschillende andere politieke partijen niet meededen met de oproep, was het was voor het eerst sinds februari dat door het hele land honderdduizenden de straat opgingen. Een duidelijk signaal aan de huidige interim-regering dat de Egyptische revolutie nog niet voorbij is.
28 mei 2011

Door Dirk Wanrooij, vanuit Caïro

Sinds het vertrek van Mubarak wordt Egypte bestuurd door een militaire Hoge Raad. Deze presenteert zich als de personificatie van de revolutie, maar wordt gevormd door oude generaals die deel uitmaakten van het voormalig regime. Deze spelen het spel van de revolutie geraffineerd mee. In al hun verklaringen en publieke verschijningen uiten ze de taal van de revolutie. Tegelijkertijd proberen ze door middel van wetgeving en valse propaganda de revolutie te muilkorven. Zo zijn demonstraties en stakingen officieel verboden en worden demonstranten weggezet als egoïstische onruststokers of elementen van de contrarevolutie.

Ze propageren nationale eenheid en sporen Egyptenaren aan om harder te werken dan ooit. Deze woorden vinden weerklank bij een substantieel deel van de bevolking. Maar voor vele anderen zijn het holle frasen. Harder werken is voor werkelozen immers geen optie. En harder werken om de stijgende prijzen te kunnen blijven betalen is nauwelijks de moeite waard. De sociale vraagstukken die de voedingsbodem vormden voor de massale volkswoede in januari zijn dan ook nog altijd niet aangepakt en hervormingen laten volgens velen te lang op zich wachten. Stemmen tegen de generaals worden derhalve alsmaar luider. Op vrijdag werd publiekelijk opgeroepen voor het aftreden van Tantawi, leider van de Hoge Raad.

De Raad had van tevoren verklaard dat het leger niet aanwezig zou zijn bij de gebeurtenissen op vrijdag. Tegelijkertijd bracht het een waarschuwing naar buiten dat ‘contrarevolutionairen’ de manifestatie zou wel eens zouden kunnen verstoren. De demonstranten werden dus in feite aan hun lot overgelaten tijdens een eventuele confrontatie. Tijdens een demonstratie voor de Israëlisch ambassade een aantal weken eerder, was het leger wel in staat de ambassade te ‘beschermen’.

De revolutionairen bleken echter nog niet vergeten hoe ze tijdens de bezetting van Tahrir ook voor hun eigen bescherming moesten zorgen. Net als toentertijd hadden ze op alle toegangswegen naar het plein barricades opgeworpen. Iedereen die naar het plein wilde werd gecontroleerd op bezittingen en intenties en de dag verliep dan ook zonder problemen.

Maar de opstelling van het leger is voer voor discussie. Veel over de structuren en de intenties van de strijdkrachten is onduidelijk. Omdat het leger alle media verboden heeft te berichten over de strijdkrachten, is het voor activisten bovendien vrijwel onmogelijk om de propaganda van het leger te pareren.

Om al deze redenen was het volgens de organisatoren tijd om de straat op te gaan. Een tweede revolutie bleef uit, maar de militairen zijn herinnerd aan de macht van de massa’s.