Een Real American Hero?

Tijdens het gouden tijdperk van Amerikaanse superhelden, van 1938 tot vlak na de Tweede Wereldoorlog, was Captain America een van de belangrijkste figuren. Hij werd ontworpen door Joe Simon en Jack Kirby van Marvel Comics. De eerste strip van Captain America (1941) maakte veel indruk. Op de cover slaat hij Hitler op zijn smoel, terwijl de VS op dat moment nog niet in oorlog waren met het Derde Rijk.
30 augustus 2011

Door Jelle Klaas

Captain America is net als Superman een real American hero, een patriot die strijdt voor de vrijheid in een pak en maillot in de kleuren en symbolen van de Amerikaanse vlag. Hij neemt het op tegen alle vijanden van de VS, vooral tegen spionnen en superboeven, maar ook tegen nazi’s en Japanners. Tijdens de zogenaamde red scare in de jaren vijftig kwam er ook nog een korte reeks uit met als titel Captain America… commie smasher!. Vooral de beginreeks van Captain America was qua stijl, kleurgebruik en composities grensverleggend.

Maar hoe is de film? Er zijn afgelopen periode enorm veel striphelden verfilmd en Captain America is zeker niet de beste in de serie. Hij is zelfs slecht te noemen, maar eerlijk gezegd had ik nog erger verwacht.

De film speelt zich af in een aangepaste Tweede Wereldoorlog. Het eerste wat we onze held zien doen, na een mislukte poging zich in te schrijven als soldaat, is optreden tegen iemand die in de bioscoop door een staatspropagandafilm heen praat. Hitler is in deze wereld vooral geïnteresseerd in het occulte en wordt daarin bijgestaan door zijn topwetenschapper ‘Johan Schmidt’.

Eigenlijk hoef ik niet eens te vertellen dat de Duitsers allemaal Engels praten, dus ook met elkaar (‘wizz a djerman ecksent’). De gewone Amerikaanse jongen krijgt ineens superkrachten en wordt supersoldaat. Een held, vechtend voor de Vrije Wereld/Amerika, versus het kwaad in de vorm van Schmidt, vechtend voor de nazi’s en natuurlijk de wereldmacht.

Voor de kijkbuiskindertjes die het nog niet genoeg begrijpen heeft de slechterik voor de duidelijkheid een hoofd in de vorm van een rode doodskop. Voorzien van coole wapens gaat Captain America het gevecht aan om Hydra, de organisatie van Schmidt, met de grond gelijk te maken. Het obligate eindgevecht vindt als vanzelfsprekend plaats op een grote geheime basis vol gemaskerde boeven zonder persoonlijkheid.

De film bevat naast het verplichte liefdesverhaal hier en daar wat droogkomische momenten. De dialogen zijn om te huilen. Schmidt: ‘You don’t give up, dzoo you?’, Captain America: ‘Nope’.

De film wordt nog enigszins gered door de passende comic-sfeer; alles is lekker overdreven en de actiescènes zijn echte ‘Kpow’-man- tegen-mangevechten. De film heeft zelfs momenten van zelfkritiek en cynisme.

Het is grappig hoe Captain America steeds meer tegen wil en dank als propaganda-instrument wordt gebruikt door de regering en hoe de echte soldaten hem daarom niet serieus nemen.

Het patriottisme en de Amerikaanse moraal druipen minder van de film af dan gevreesd en de film heeft niet de tomeloze stompzinnigheid van de laatste Transformers-films. Toch komt Captain America voor mij niet verder dan een mager viertje.