Een persoonlijke film om aan te zetten tot activisme
Waarover gaat je film? Wat was de aanleiding en is het resultaat wat je ervan verwacht had?
De directe aanleiding voor de film was de klimaattop in Kopenhagen in 2009. Het was mij al bekend dat de internationale politiek corrupt was, met honderdduizend mensen op straat die geconfronteerd worden met politiegeweld. Ze is alleen bezig met het zichzelf toeëigenen van grondstoffen en macht, in plaats van met het dienen van de planeet en de mensheid.
Terug in Nederland, was niemand ermee bezig. Dat was voor mij een belangrijke reden om een toegankelijke film te maken die uitnodigt tot actief worden in wereld-
problematiek. Er was een duidelijke samenhang tussen politieke crisis en milieucrisis, wat de aanleiding was voor de film.
Tijdens de klimaattop kwam Bolivia als enige land wel in actie. Het durfde alleen te staan en kreeg daardoor zelfs sancties. Ze kregen geen toegang tot adaptatie en integratie, van: als je je handtekening niet zet, mag je niet meedoen. De grootste verrassing was uiteindelijk de toon van de film, die heel persoonlijk en intiem is. Ik koos daarvoor, omdat de berg van informatie waar veel mensen op zitten niet altijd tot actiebereidheid leidt. Vooral gevoelens van machteloosheid, eenzaamheid en stigmatisering weerhouden ons ervan in actie te komen.
Je gaat terug naar Bolivia in de film, naar de wateroorlog van meer dan tien jaar geleden. Die brak uit toen de regering de watervoorziening privatiseerde.
Morales kon president worden doordat er twee revoluties aan vooraf gingen, in 2000 en 2003. Daarvoor was Bolivia het armste Zuid
Amerikaanse land met de grootste ongelijkheid. Het heeft een geschiedenis van constante roof van grondstoffen en land, en heeft meer dan honderd revoluties meegemaakt.
Het is nu heel mondig. Kijkend naar de wereld zie je dat bepaalde Amerikaanse staten zelfs het regenwater hebben geprivatiseerd. Maar in Cochabamba in 2000 verenigden mensen zich ertegen. Het Westen is zo individualistisch dat iedere activist moeite heeft met mobilisatie en rekrutering. Dus het bewustzijn van
collectieve actie daar is heel erg interessant.
Ik was benieuwd naar wat mensen doen om het momentum vast te houden in de dagelijkse realiteit na een revolutie. Eén groep maakt deel uit van de dagelijkse bijeenkomsten die nog steeds plaatsvinden op een plein dat ook wel de universiteit van de straat wordt genoemd. Het is een trainingsplek om te leren de discussie aan te gaan over de samenleving, en toegankelijk voor mensen die te arm zijn om een krant te kopen. Een veteraan uit de wateroorlog die ik volgde, verzorgde het dagelijkse nieuwspaneel, beplakt met kranten voorzien van kritisch commentaar.
Kun je iets zeggen over de tegenstellingen achter het ontwikkelingsproject van Evo Morales?
Toen Morales net president werd, erfde hij een puinhoop. Het land onderging jarenlang Amerikaanse bemoeienis, structurele IMF-aanpassingsprogramma’s met meer dan 60 procent die leeft in extreme armoede. In eerste instantie hadden ze de MAS gepositioneerd als een partij die condities zou creëren om socialisme mogelijk te maken. Ze lieten kapitalistische productie doorgaan en eisten vervolgens de rijkdommen van de multinationals op om te investeren in onderwijs en zorg.
Tegelijkertijd is het moeilijk de kapitalistische wijze van productie te stoppen in een agressieve wereld die constant de ander leegzuigt. Ik begrijp de noodzaak om eerst sterk te worden, hoewel ik als milieuactivist zou willen dat het kaalplukken vandaag stopt. Er is ook sprake van de schuld die het Westen heeft aan onderontwikkelde landen. Een land als Ecuador kan niet zijn natuur beschermen met alleen zijn eigen geld. Als de internationale gemeenschap het wil beschermen, moet ze bijdragen. Simpel gesteld kom je daar nog steeds de imperialistische en kapitalistische krachten tegen die het land eeuwenlang hebben verziekt.
Je bent nu terug in Nederland. Hier breekt de regering de natuurbescherming af en worden kolencentrales gebouwd. Het verschil met Bolivia lijkt zo groot.
Er is veel misleidende propaganda dat Nederland het goed probeert te doen. Maar samen met de VS en Groot-Brittannië voorkwam het dat ecocide in het internationaal recht opgenomen werd. De campagne Wij Stoppen Steenkool doet goed werk om het vuile spel van Nederland duidelijk te maken. We moeten ons hier als activisten niet laten verleiden tot abstracte analyses, maar ook ‘naming and shaming’. De Climate Games deze zomer in Amsterdam zijn hier een goed voorbeeld van.
Bij het pro-Palestina-protest in Amsterdam had iemand een bord met de tekst: niemand is vrij zolang anderen onderdrukt worden. Nederland is een zwaar individualistisch land, waar men denkt dat wereldverbetering pas komt met zelfverbetering. Ze zien over het hoofd zien dat zelfverbetering ook komt met wereldverbetering. Mijn film begint met mijn eigen reis die leidt tot de vraag: als we ons niet eens bekommeren om elkaar, hoe kunnen we ons dan bezighouden met de wereld? Dit begint met het interview met mijn vader en werkt van daaruit naar het grotere plaatje. De oproep die daaruit voortkomt, is bouwen aan relaties die nodig zijn om systematische corruptie te bestrijden, vandaar ‘Radical Friends’.
Je bent uitgesproken antikapitalist en socialist, maar dat maakt niet makkelijker om je film op plekken te vertonen.
Ja, dat merk ik. Ik heb van filmdistributeurs gehoord dat het een mooie film is van goede kwaliteit, maar onverkoopbaar aan televisienetwerken. Op veel festivals worden filmmakers die films over sociale kwesties maken door de pers als activisten neergezet, alsof ze niet professioneel zijn. Om dat te voorkomen, betekent het maar dat het klein is of minder publiek kan bereiken. Ik ben blij dat een filmfestival het wil vertonen.
Radical Friends wordt vertoond op zaterdag 16 augustus om 19:30 in Rialto. De vertoning is onderdeel van het World Cinema festival.