Een noodplan voor de rijken


26 september 2008

De schrik zit er wel in. Van de ene op de andere week wordt er gesproken over ‘de implosie van het kapitalisme’ en ‘het einde van de vrije markt’. Maar degenen die denken dat er met de recente noodoperaties een nieuw economisch tijdperk aanbreekt zitten er naast. De staat wordt aangewend om de rijken te redden.

Door Maina van der Zwan

Volgens minister Bos is de Amerikaanse vorm van kapitalisme voorbij. ‘De kredietcrisis dwingt de Amerikanen afscheid te nemen van een financieel systeem dat is gebouwd op hebzucht. De hele crisis betekent de definitieve teloorgang van een systeem dat is gebaseerd op hebzucht, onverantwoorde risico’s en perverse beloningen.’ Met omvangrijke staatsinterventies en de grootste nationalisaties uit de wereldgeschiedenis wordt er gekscherend gesproken over socialistische maatregelen. Maar het tegenovergestelde gebeurt.

Natuurlijk, de ommezwaai lijkt enorm. De VS heeft decennialang vrijemarkt-ideologie gebruikt om sociale diensten te privatiseren, markten van derdewereldlanden open te breken en zelfredzaamheid te propageren. Nu de financiële elite in de problemen komt en de markt onderdeel van het probleem is, schiet de staat wél te hulp. En hoe! Inclusief het ‘Paulson reddingsplan’ gaat het om $1700 miljard aan hulp, een bedrag dat elk voorstellingsvermogen te boven gaat. Dit gebeurt allemaal onder het mom van ‘het algemeen belang’. Maar achter deze façade schuilt niets minder dan de grootste oplichterij uit de wereldgeschiedenis.

Allereerst: de crisis is heel reëel. Het Amerikaans kapitalisme zit in een recessie en krijgt enorme klappen. Maar de paniek die dit veroorzaakt is ook een politiek instrument. Naomi Klein waarschuwde in haar boek De Shockdoctrine precies voor dit fenomeen. En nu de schrik er flink in zit, zien dezelfde mensen die verantwoordelijk zijn voor de kredietcrisis een kans om toe te slaan en hier zelf beter van te worden. Centraal hierin staat het $700 miljard noodplan dat de Amerikaanse minister van Financiën, Henry Paulson, op dit moment door het Congres probeert te jagen. Het plan staat gelijk aan een soort economische staat van beleg, een krijgswetgeving die de regering een volmacht zou geven om ‘vergiftigde’ leningen op te kopen en het hele financiële systeem te hervormen naar eigen goeddunken. In andere woorden, de schuldenlast die nu bij de financiële instellingen ligt zou naar de staatsbegroting (lees: de belastingbetaler) overgeheveld worden. En de regering zou volledig vrij spel krijgen in hoe zij dit uitvoert. De achtste clausule van het plan luidt als volgt:

‘Decisions by the Secretary pursuant to the authority of this Act are non-reviewable and committed to agency discretion, and may not be reviewed by any court of law or any administrative agency.’

Hier staat dat de besluiten die inzake het afhandelen van de kredietcrisis genomen worden door geen enkele rechtbank of volksvertegenwoordiger ook maar een strobreed in de weg gelegd mag worden. Het soort van absolute macht die koningen in het feodalisme hadden.

De regering Bush zou dit privilege in haar laatste maanden maximaal uit willen buiten. Aan het roer van de operatie staat dus Henry Paulson, die als voormalig CEO van de zakenbank Goldman Sachs nota bene een van de hoofdverantwoordelijke voor de kredietcrisis is. Hij heeft persoonlijk de praktijk van risicovolle beleggingen aangejaagd. Toen hij in 1999 de leiding kreeg bij Goldman Sachs had het bedrijf $20 miljard schuld. Onder zijn bewind liep dat op tot $100 miljard. Toen Paulson in 2006 minister van Financiën werd, schreef BusinessWeek:

‘Think of Paulson as Mr. Risk. He’s one of the key architects of a more daring Wall Street, where securities firms are taking greater and greater chances in [their] pursuit of profits. By some key measures, the securities industry is more leveraged now than it was at the height of the 1990s boom.’

Het is dus geen overdrijving om te stellen dat Paulson zijn huidige functie misbruikt om zijn voormalige collega’s uit de brand te helpen. De prijs hiervan wil het Witte Huis afwenden op de Amerikaanse arbeider, die de last van de enorme staatsschuld zal moeten dragen. De oplopende tekorten vormen bovendien een ideaal excuus voor de toekomstige president om nieuwe rondes bezuinigingen door te voeren.

Maar zo ver zijn we nog niet. De Los Angeles Times stelde gisteren dat het noodplan ‘ongekend impopulair’ is. The New York Times schreef dat de ‘delicate’ onderhandelingen tussen Paulson en de Congresleden moeilijkheden ondervonden door ‘druk van lokale bestuurders’, die op hun beurt ‘werden overspoeld met klachten van kiezers die ziedend zijn over het feit dat hun geld gebruikt wordt om te betalen voor de rommel van een paar hoogbetaalde financiële hotshots’. Buiten het Congres en op Wall Street wordt gedemonstreerd. Wie had ook al weer gezegd dat klassenstrijd de motor van de geschiedenis is?

Lees meer: Vragen en antwoorden over de kredietcrisis