Een leven lang in verzet
Rosey Pool, geboren als Rosa (Roosje) Eva Pool in 1905, groeide op als kind van Joodse ouders in een Amsterdamse sigarenwinkel. Desondanks speelt het Jodendom geen belangrijke rol in haar leven: de socialistische beweging, waar haar ouders onderdeel van zijn, drukt een grotere stempel op haar jeugd. Roosje is betrokken bij de jongerenclubs van de SDAP, in haar studententijd is ze bestuurslid van de linkse studentenvereniging SDSC (Sociaal Democratische Studentenclub).
Op haar tweeëntwintigste verhuist Pool (die ergens in haar studententijd de roepnaam Rosey heeft aangenomen) naar Berlijn. Hier zal ze tot vlak na de Kristallnacht blijven wonen. De biograaf weet weinig te ontdekken over deze periode van 12 jaar. Wel wordt duidelijk dat Rosey nogal creatief omgaat met het beeld dat zij van zichzelf creëert. Als twintiger loog Pool op haar cv’s en daarbuiten over genoten opleidingen. Ook later betrapt de biograaf Pool meermaals op leugens.
Activisme
Een aantal zaken weet de biograaf Geerlings wel te verifiëren. Rosey onderhoudt een briefwisseling met de revolutionair socialist Henk Sneevliet en vertaalt zijn werk naar het Duits. Ook bevindt Rosey zich in lesbische kringen. Ze schrijft gedichten over vrouwen die relaties met elkaar hebben en heeft zelf een relatie met een Duitse, genderfluïde vrouw. Deze liefde is waarschijnlijk de reden dat Rosey tot zo vlak voor de oorlog in Berlijn blijft.
In de jaren voorafgaand aan de oorlog geeft Rosey meerdere lezingen in Nederland over de opkomst en de gevaren van het nationaalsocialisme. Haar vriendin wordt ergens tussen 1935 en 1939 gearresteerd. Ze zal nooit meer iets vernemen van haar vriendin die waarschijnlijk naar een heropvoedingskamp is gestuurd waar ze is gemarteld en vermoord. Latere getuigen vertellen over foto’s van deze vrouw op het bureau van Rosey en tot na de oorlog schrijft ze gedichten voor haar.
Tijdens de oorlog werkt Pool als onderwijzer voor Joodse kinderen, waaronder Anne Frank. Op een gegeven moment werkt Rosey zelfs in de administratie van Kamp Westerbork! Alhoewel de keren dat Rosey hier openlijk over spreekt zeldzaam zijn, zijn er heel wat bewijzen dat Rosey in deze periode actief was in een verzetsgroep en door haar positie een belangrijke rol heeft gespeeld in het voorkomen van deportaties van meerdere joodse kinderen.
In mei ’43 belandt Rosey zelf als gevangene in Kamp Westerbork. Door toeval duurt het relatief lang voordat Rosey op een deportatielijst belandt. Op een zeker moment werd het de kampgevangenen verboden om te lachen. Dit deed Rosey denken aan een gedicht van de Afro- Amerikaanse dichter Sterling Brown over een wet die zwarte personen in Georgia verbood om te lachen. Rosey draagt het gedicht voor aan haar barakgenoten en zal de rest van haar gevangenschap in Westerbork een scala aan Afro-Amerikaanse gedichten voordragen. Uiteindelijk weet Rosey uit Westerbork te ontsnappen. De rest van de oorlog zit Rosey ondergedoken op een zolderkamertje van een familielid waar ze gedichten schrijft, les geeft aan een neef en werk van anderen vertaalt.
Racisme
Na de oorlog stort Rosey zich op de Afro-Amerikaanse literatuur. Ze ontpopt zich tot een kenner van dit genre, is onvermoeibaar in het vertalen van deze werken en doet vele pogingen (waarvan sommige succesvol) om vertalingen gepubliceerd te krijgen. Haar liefde voor deze gedichten wordt gevoed door haar eigen ervaring met onderdrukking. Rosey legt veelvuldig het verband tussen de behandeling van Joden in Europa ten tijde van het nationaalsocialisme en de behandeling van zwarte Amerikanen in de Verenigde Staten. Wat is het verschil tussen een davidsster op je borst en een eigen ingang bij de winkel? Rosey voelt zich innig verbonden met de strijd tegen segregatie en speelt hier ook haar rol in door deze gedichten te vertalen en te verspreiden. Ook reist ze meerdere keren in haar leven af naar de Verenigde Staten en is daar langere tijd onderwijzer op zwarte onderwijsinstellingen.
Waarschijnlijk gevoed door de red scare zou Rosey zich nooit meer openlijk uiten als socialist. Wel zet ze zich de rest van haar leven, vanuit Londen waar ze vanaf 1949 woont, in voor sociale strijd, voornamelijk die van zwarte mensen. Ze wordt door figuren als Nina Simone, Langston Hughes en WEB Du Bois omarmd en is vaak het enige witte gezicht tussen groepen van zwarte activisten en kunstenaars.
Het leven van Rosey maakt geen onderdeel uit van ons collectief geheugen. Haar verzetsdaden zijn te onopvallend geweest en haar activisme na de oorlog speelde zich af op een ander continent. We kunnen er niet vanuit gaan dat deze publicatie zal leiden tot een grootschalige erkenning van deze inspirerende vrouw. Wel kunnen we zelf lessen trekken uit haar leven: je eigen onderdrukking en leed betekenen niet een einde aan solidariteit met andere groepen maar juist een belangrijk uitgangspunt. De imperfecties van Rosey Pool, zoals haar leugens, laten zien dat ook mensen die schijnbaar onmogelijke zaken voor elkaar krijgen (denk aan de ontsnapping uit Westerbork en de baanbrekende publicaties van zwarte literatuur) niet perfect zijn. Wij mensen van vlees en bloed met al onze menselijke fouten zijn tot oneindig veel in staat.
Lonneke Geerlings,
De vele levens van Rosey Pool
AtlasContact 2023 / 288 pagina’s / €22,99