Echte bevrijding

Veel mensen denken dat socialisme vooral gaat om zaken als economische gelijkheid, gemeenschappelijk bezit en planning van de economie. Al deze dingen zijn wezenlijk. Maar voor de marxistische traditie zijn ze niet het startpunt. De kern is menselijke bevrijding, niets meer en niets minder.
1 april 2005

Door Peter Storm

Dat maakt marxisten tot volslagen tegenstanders van onderdrukking in al haar vormen en wie het ook betreft. Dit verzet tegen onderdrukking heeft een principiële kant en een politiek-strategische. Marx zelf formuleert de principiële kant. Hij brengt naar voren dat de doelstelling moet zijn ‘de omverwerping van alle verhoudingen waarin de mens een vernederd, tot slavernij gebracht, verlaten en veracht wezen is.’

Zo’n houding alleen al is reden om resoluut elke onderdrukking, vanwege huidskleur, sekse, afkomst, religie, seksuele voorkeur of wat dan ook, te bestrijden. Maar er is een belangrijk strategisch argument mee verbonden.

Marxistische politiek streeft naar een revolutie van de arbeidersklasse om menselijke bevrijding te bereiken. Die arbeidersklasse heeft de sleutel in handen. Arbeiders brengen door hun productie de winst van de kapitalist voort. Ze werken ieder in een afzonderlijke, maar onderling samenhangende, taak. Dit geeft de arbeidersklasse de economische macht om het kapitalisme te verlammen, en de collectieve kracht om een werkelijk democratische bestuursvorm voor het kapitalisme in de plaats te zetten.

Omdat de arbeidersklasse als geheel een ‘vernederd, veracht, tot slavernij gebracht wezen’ is, heeft die klasse alle belang bij de omverwerping van dat kapitalisme. Onderdrukking ondermijnt de kracht van de arbeiders om terug te vechten, en staat die omverwerping dus in de weg. Een zwarte arbeider die getreiterd wordt door witte collega’s, een homo die voortdurend kwetsende ‘grappen’ en soms klappen riskeert op zijn werk, een vrouw die elke dag bang moet zijn betast te worden door mannelijke collega’s – zij zijn geïsoleerde mensen, vaak in de greep van de angst. Als er een staking is, zullen zij dan vooraan staan om hun collega’s bij te springen, als die collega’s degenen zijn van wie ze dagelijks last van hebben?

Wie profiteert?
De lachende derde zijn niet de homofobe, seksistische, racistische collega’s. De echte profiteur is de baas, die een verdeelde en daardoor zwakkere groep arbeiders tegenover zich heeft. Daardoor kan hij zichzelf opwerpen als beschermer van gepeste collega’s, of de agressie van de dominante groep opstoken tegen leden van onderdrukte groepen. Verdeel-en-heers is het wachtwoord. Onderdrukking van specifieke groepen geeft de kapitalistenklasse daar alle ruimte voor.

Als onderdrukking het kapitalisme dient, dan dient de strijd tegen al deze onderdrukking de strijd tegen dat kapitalisme. Dat bracht de Russische revolutionair Lenin ertoe te schrijven: ‘Het bewustzijn van de arbeidersklasse is pas politiek bewustzijn als arbeiders getraind zijn om op alle vormen van tirannie, onderdrukking, geweld en misbruik te antwoorden, welke klasse het ook betreft – en wel vanuit een sociaal-democratisch gezichtspunt.’ (‘socialistisch’, zouden we nu zeggen, PS) .

Het onwrikbare nee tegen elke vorm van onderdrukking staat centraal. En ook vrouwen, zwarten, homo’s of religieuze minderheden uit andere klassen hebben met onderdrukking te maken. Als iemand Pim Fortuyn uitscheldt voor ‘relnicht’ en neerbuigend praat over zijn bezoek aan dark rooms, zeggen we niet: ‘Ach, het is een rechtse politicus uit de elite, dus dan mag het.’ Nee, zulke uitspraken zijn een klap in het gezicht voor elke ‘relnicht’ en ‘dark room-bezoeker’, en daarmee homofoob.

We moeten de onderdrukking bestrijden vanuit een ‘sociaal- democratisch gezichtspunt en geen ander’. Strijd tegen afzonderlijke vormen van onderdrukking hangt samen met de strijd van de arbeidersklasse voor bevrijding. Wetten tegen discriminatie en misbruik, hoe nodig ook, zijn niet meer dan etappes. Echte bevrijding vereist het verslaan van het hele systeem. Dat is het werk van de gezamenlijke arbeidersklasse. Daarom dringen socialisten erop aan dat de arbeidersbeweging het voor alle onderdrukten opneemt.

Verdeeldheid is funest. Het idee dat alleen vrouwen voor vrouwenrechten kunnen vechten, alleen moslims tegen islamofobie kunnen zijn, alleen homo’s en lesbo’s homofobie te lijf kunnen gaan versplintert ons gezamenlijk verzet. De Amerikaanse arbeidersbeweging hanteert al een eeuw of langer de leus: An injury to one is an injury to all. Een aanval op een van ons is een aanval op ons allemaal.