Ebola: epidemie verergerd door armoede

De ebola-uitbraak in West-Afrika heeft tot nu toe het leven gekost aan meer dan 1400 mensen en geleid tot wereldwijde paniek. De ziekte is in 56 procent van de gevallen dodelijk en er bestaat nog geen effectief medicijn tegen. Het is dus logisch dat mensen bang zijn, maar de paniek die in het getroffen gebied heerst maakt het juist moeilijker om de ziekte te bestrijden omdat mensen zorg gaan mijden.
3 september 2014

Ebola kan van mens op mens slechts worden overgedragen via lichaamsvloeistoffen. Het is dus minder besmettelijk dan bijvoorbeeld griep. Bij de meeste uitbraken blijft het aantal doden beperkt. De huidige uitbraak maakt meer slachtoffers omdat hij plaatsvindt in dichtbevolkte stedelijke gebieden.

Vooral in overbevolkte sloppenwijken met slechte sanitaire voorzieningen kan de ziekte snel om zich heen grijpen. Daarnaast laat de gezondheidszorg in de getroffen landen – Guinee, Sierra Leone en Liberia – veel te wensen over. In Guinee is er slechts één arts op 10.000 mensen en in de andere getroffen landen is de situatie nog slechter. Door een tekort aan elementaire beschermingsmiddelen zoals wegwerphandschoenen is veel zorgpersoneel besmet. Armoede is dus een belangrijke factor in de huidige verspreiding van ebola.

Ook het ontbreken van vaccins en geneesmiddelen heeft te maken met armoede. ‘Farmaceutische bedrijven zijn niet geïnteresseerd in iets wat elk jaar een handvol mensen in arme landen besmet’, stelt wetenschapsjournalist Beth Skwarecki. Een deel van het onderzoek naar ebola wordt gefinancierd door regeringen die bang zijn dat het virus door terroristen als biologisch wapen wordt gebruikt.

Voor ebola, een ziekte die al sinds 1976 voorkomt, bestaan nog slechts schaarse experimentele medicijnen. Dit komt doordat de levens van arme Afrikaanse mensen in dit systeem niet meetellen. Zolang ongelijkheid en racisme niet zijn uitgebannen, zullen mensen in ongezonde omstandigheden leven en zullen ziekten als ebola slachtoffers blijven maken.