Duitsland: successen in de strijd tegen racisme

Vergeleken met andere EU-landen loopt de Duitse economie nog goed. Maar omdat de media de indruk wekken dat ‘de Duitsers’ voor de ‘luie knoflooklanden’ opdraaien, voedt dit nationalistische sentimenten. Daarom zijn racistische vooroordelen aan de orde van de dag, vooral tegen moslims, Sinti en Roma.
6 mei 2014

Door Freek Blauwhof

Nieuwe rechtse partijen proberen munt te slaan uit deze euroscepsis en racisme, gelukkig met minder succes dan elders in Europa. Ook in crisistijden zijn extreem-rechtse partijen als de NPD, Die Rechte, Die Republikaner en Die Freiheit op landelijk niveau van marginale betekenis gebleven. Zorgelijk is wel dat de nationaal-socialistische NPD met 5 tot 6 procent van de stemmen vertegenwoordigd is in de deelstaatparlementen van Sachsen-Anhalt en Mecklenburg-Vorpommern.

Een grotere bedreiging is de nieuwe, conservatieve, eurosceptische partij Alternative für Deutschland (AfD). Deze wil de euro afschaffen, keiharde marktwerking en immigratie zwaar beperken. In de Bondsdagverkiezingen heeft de AfD de kiesdrempel met 4,8 procent net niet gehaald, maar in de verkiezingen voor het Europees parlement lijkt ze 6 tot 8 procent te gaan krijgen.

In een poging weinig stemmen aan de rechterzijde te verliezen, reageren de christen-democratische partijen op deze ontwikkeling met gecalculeerde slogans tegen vluchtelingen, migranten en Zuid-Europese landen. Zo beheerste de Beierse CSU sinds december 2013 regelmatig de krantenkoppen met oneliners als ‘wie bedriegt, vliegt eruit’ en ‘geen recht op onze sociale zekerheid voor immigranten’.

Solidariteit

Rechtse stemmen beheersen echter niet het hele politieke klimaat. In 2011 bleek tijdens het debat over Thilo Sarrazins boek Duitsland schaft zichzelf af, dat racisme een brede voedingsbodem heeft, maar tegelijkertijd massale kritiek krijgt. De herinnering aan het nazirijk zorgt dat schaamteloos openbaar racisme niet zomaar ruimte heeft. Ook lukt het maatschappelijk links en partijen links van het midden vaak de politieke agenda te beheersen.

Tijdens de Bondsdagverkiezingen ging het debat bijvoorbeeld vooral over belastingen voor de rijken, ontoereikende pensioenen en het invoeren van een minimumloon. Ondanks haar monsterzege bij de verkiezingen weet ook het CDU dat bezuinigingen niet populair zijn. Daarom zet de regering-Merkel juist geen grote bezuinigingsprogramma’s door, maar komt ze ook met marginale sociale maatregelen.

De protesten van vluchtelingen in grote steden als Berlijn en Hamburg krijgen solidariteit uit de bevolking. In Berlijn protesteren sinds maart 2012 vluchtelingen uit detentiecentra in heel Duitsland voor recht om te werken, vrijheid van beweging, een uitzettingsstop en voor menswaardige huisvesting. In december 2013 onstond een solidariteitsbeweging toen 10.000 mensen de straat op gingen en scholieren staakten om de eisen van de vluchtelingen kracht bij te zetten.

Afgelopen maart staakten duizenden scholieren in Berlijn uit solidariteit met de vluchtelingen, politiek ondersteund door de lerarenvakbond GEW. In wijken waar nieuwe detentiecentra voor vluchtelingen worden ingericht ontstaan behalve racistische initiatieven ook solidariteitscampagnes, die kleding en speelgoed inzamelen en buurtbijeenkomsten organiseren. De socialistische partij Die Linke neemt actief deel aan deze solidariteitsbeweging.

Aan blokkades van racistische en neonazi-demonstraties, zoals tijdens de herdenking van het bombardement op Dresden, nam Die Linke altijd al deel. Ook in Hamburg is de partij duidelijk aanwezig bij vluchtelingendemonstraties, terwijl ze in het stadsparlement de eisen van de vluchtelingen vertolkt. Dit actieve antiracisme lijkt Die Linke ook stemmen op te leveren: van 6,2 procent bij de laatste verkiezingen groeide de aanhang tot 9 procent in een peiling in februari 2014.

Antiracistisch programma

Op het landelijke partijcongres over de EU in februari hadden vluchtelingen zelf spreektijd en werd een duidelijk antiracistisch programma aangenomen. Die Linke wil de Europese grensbewaking Frontex en Eurosur afschaffen en een Europees opnameprogramma voor vluchtelingen, gericht op hulp voor mensen in nood.

Verder eist Die Linke onbegrensd recht op werk, onderwijs en vrijheid van beweging, het recht om het land van asiel zelf te kiezen, en een menswaardig inkomen en huisvesting. Ter bescherming van Sinti en Roma eist Die Linke sancties tegen lidstaten die de rechten van Sinti en Roma schenden, en een gegarandeerde toegang tot zorg.

Iedereen die in Duitsland werkt, moet ook een verblijfsvergunning krijgen en het recht op sociale zekerheid. Die Linke ziet zichzelf niet als verdediger van ‘sociaal Duitsland’ tegen neoliberaal Europa, maar juist van sociaal Europa tegen de kaalslag door Duitsland in de EU.

Ook in Die Linke bestaat de angst dat een consequent antiracistische politiek vooral in de oostelijke deelstaten stemmen kost. Juist in het voormalige Oost-Duitsland zijn weinig migranten maar is veel racisme. Hier is Die Linke met 20 tot 30 procent van de stemmen een grote volkspartij, die zich meer op het midden van de samenleving oriënteert. Toch verliest ze ondanks de hype over Alternative für Deutschland tot nog toe geen stemmen.

Een gedetailleerde blik op de verkiezingsuitslag voor de Bondsdagverkiezingen leert juist dat een levendige vertolking van concrete en lokale sociale eisen en activiteit in buurtinitiatieven, hoge scholen, vakbonden en protestgroepen tot goede verkiezingsresultaten leidt, zoals in Berlijn-Neukölln of Münster. Die Linke laat zien hoe de combinatie van strijd op straat en werk in parlementen niet hoeft te betekenen dat we het gevecht tegen racisme uit de weg gaan, maar hoe dit elkaar onderling kan versterken bij de opbouw van een beweging van onderaf.

Freek Blauwhof is lid van Die Linke in Berlijn.