Duitse verkiezingen: Merkel wint, regering verliest

Zondag 22 september behaalde de Duitse bondskanselier Angela Merkel een monsterzege. Met 41,6 procent van de stemmen krijgen haar christen-democraten (CDU/CSU) bijna 49 procent van de Bondsdagzetels. Toch blijft Merkels verkiezingsoverwinning bitterzoet.
9 oktober 2013


Door Freek Blauwhof, Berlijn

De huidige coalitiepartner, de liberale FDP, stortte namelijk in van 14,6 procent bij de laatste verkiezingen naar een historisch dieptepunt van 4,8 procent, en komt niet eens meer in het parlement. Omdat de rechtse eurosceptische Alternative für Deutschland (AfD) met 4,9% ook de kiesdrempel niet haalde, hebben de sociaal-democratische SPD, socialisten (Die Linke) en groenen (Bündnis ’90/Die Grünen) een krappe meerderheid in de Bondsdag.

De nieuwe centrum-linkse meerderheid in de Bondsdag is niet dankzij de eigen verkiezingscampagne. De SPD won marginaal (25,7 procent nu, 23 in 2009). De Groenen dalen zelfs van 10,7 naar 8,4 procent. Dit heeft verschillende oorzaken. Ten eerste geniet Merkel een enorme apolitieke sympathie en kon ze volhouden dat haar regering Duitsland succesvol door de crisis heeft geleid.

SPD-kandidaat Steinbrück kon, als ex-minister van Financiën onder Merkel van 2005 tot 2009, geen geloofwaardige linkse verkiezingscampagne voeren. Dit jaar vierde de SPD nog uitgebreid de rood-groene regeringen-Schröder (1998-2005). Met de zogenaamde Agenda 2010 verlaagden deze de uitkeringen en voerde een vernederend sanctieregime in bij de sociale dienst. Verder heeft Schröder de belastingen verlaagd voor de rijken en bedrijven, de financiële markten gedereguleerd en oorlog gevoerd in ex-Joegoslavië en Afghanistan.

Deze politiek van een ‘linkse’ regering gaf velen het gevoel dat het niet uitmaakt op wie je stemt. Ook de Groenen wijzen de Agenda 2010 niet consequent af, maar voerden wel een relatief linkse verkiezingscampagne met belastingverhogingen voor de rijken en verhogingen van sociale uitgaven. Of hun dat aan stemmen heeft geholpen valt echter te betwijfelen, aangezien Groenen-kiezers gemiddeld nog beter bedeeld zijn dan FDP-stemmers.


Nieuwe coalitiepartner

Ondanks de hoogste verkiezingsuitslag voor de CDU/CSU sinds 1990, moet Merkel dus op zoek naar een nieuwe coalitiepartner. Een zogenaamde ‘grote coalitie’ van CDU/CSU en SPD lijkt logisch. Van 2005 tot 2009 zaten Merkel en Steinbrück (SPD) ook al samen in de regering. Velen in de SPD huiveren echter bij zo’n vooruitzicht. In de verkiezingen van 2009 is de SPD voor de coalitie met CDU/CSU namelijk fors afgestraft, met een verlies van 11,2 procent (van 34,3 naar 23).

Maar de SPD-top sluit de mogelijkheid van een centrum-linkse regering categorisch uit. Voor een regering van SPD en Groenen is namelijk steun van Die Linke nodig. Daardoor staan de socialisten strategisch sterk, ondanks het stemmenverlies (naar 8,6 procent van 11,9 in 2009). Zelfs de linkervleugel van de SPD liet al voor de verkiezing weten dat ze liever Merkel steunen dan met Die Linke hun verkiezingsprogramma uitvoeren.

In het onwaarschijnlijke geval van coalitiebesprekingen met de SPD, wil Die Linke haar huid duur verkopen. De pluralistische socialistische partij sluit categorisch deelname uit aan oorlog en wapenhandel. Sociaal-economische eisen zijn een bruto minimumloon van 10 euro per uur, een AOW van 1050 euro per maand, een verhoging van de bijstand naar 500 euro plus huur en ziektekosten. Ook wil Die Linke de pensioenleeftijd verlagen naar 65, een belastingschijf van 53 procent invoeren voor hoge inkomens en een vermogensbelasting vanaf één miljoen liquide kapitaal, en de bailouts stopzetten voor de banken in Europa. Zulke eisen zijn voor SPD en Groenen ondanks hun linkse campagne onbespreekbaar.

Die Linke buit deze afwijzing van linkse politiek door SPD en Groenen strategisch uit. Enerzijds zet ze de SPD onder druk met het argument dat de SPD een linkse meerderheid onbenut laat. Bij elke gelegenheid in de media benadrukt Die Linke dat de partij bereid is om een regering te vormen, zolang die regering een duidelijk andere politiek verkiest.

Anderzijds heeft Die Linke vóór de verkiezingen een tien-punten-lijst met bovengenoemde minimale eisen aan regeringsdeelname gepubliceerd. Dit moest kiezers verzekeren dat Die Linke niet te snel uitverkoopt. Zolang SPD en Groenen niet eens tot gesprekken bereid zijn, blijft de discussie over regeringsdeelname vooral een tactisch spel. Die Linke stelt zich op als grootste oppositiepartij, en tracht de SPD te dwingen om politiek kant te kiezen.

De rol van oppositieleider is ondanks het lagere stemmental een goed resultaat voor Die Linke, vooral gezien de lage peilingen vorig jaar. De opgave voor socialisten in Die Linke is nu een traditie van dagelijkse strijd te verankeren in de lokale afdelingen, en een activerende rol te spelen in de bredere bewegingen.

In coalities voor referenda tegen privatisering in Berlijn en Hamburg en de Blockupy-protesten in Frankfurt is dit goed gelukt. 1100 leden van Die Linke zijn actief in ondernemingsraden. Verder helpen activisten van Die Linke in Berlijn, Frankfurt en andere steden solidariteitscomités opzetten voor stakingen in de detailhandel. Zulke wortels zijn op lange termijn de enige garantie dat Die Linke niet te veel water bij de wijn doet, en zich door regeringsdeelname als tweede SPD overbodig maakt. Maar op landelijk niveau lijkt daar voorlopig geen sprake van.

Freek Blauwhof is lid van Marx21

Video: The Real News over de Duitse verkiezingen