Duits najaarsprotest tegen misstanden kernenergie
Door Mona Dohle
De afgelopen jaren is het voor tegenstanders van kernenergie steeds moeilijker geworden om hun argumenten naar voren te brengen. Zowel de liberale FDP als de conservatieve CDU presenteerden kernenergie als dé oplossing voor de klimaatcrisis. Volgens de conservatieve partijen is kernenergie zelfs de enige energiebron die op grote schaal CO2-neutrale energie kan leveren.
Over de gevaren van kernenergie zul je de voorstanders echter niet horen. Dit doodzwijgen heeft in Duitsland een lange traditie. In de jaren vijftig heette het civiel gebruik van kernenergie nog een wondermiddel te zijn. Over het ontstane nucleaire afval maakte men zich toen niet al te druk. De natuurkundige Carl-Friedrich von Weitzäcker voorspelde in 1969 dat in het jaar 2000 alle kernafval van de bondsrepubliek in twintig kubieke meter zou passen.
De vele leegstaande kolenmijnen in Duitsland boden uitkomst: jarenlang hebben grote atoomenergiebedrijven zoals RWE hun afvalstoffen hier gratis kunnen dumpen. De gevaren van deze opslag van kernafval werden onderzocht door commissies die nauwelijks onafhankelijk konden opereren. Helmut Röthemeyer, in de jaren tachtig belast met het onderzoek naar de kernafvalopslag in de mijn Asse, berichtte jaren geleden al over de enorme druk die de toenmalige CDU-regering op de onderzoekers uitoefende. Röthemeyer waarschuwde destijds al dat enorme watermassa’s die de mijn in Asse binnendringen de stabiliteit van de opslag bedreigen. Iedere dag raken duizenden liters water dus radioactief besmet. Erger is dat het bouwwerk dermate wordt bedreigd door de watermassa’s, dat de stabiliteit van het bouwwerk slechts tot 2014 kan worden gewaarborgd.
Alleen al in de mijn Asse zijn tot op heden zo’n 126.000 vaten met radioactief materiaal gedeponeerd. Werden de vaten in het begin nog enigszins ordelijk gestapeld, momenteel worden ze met graafmachines massaal in het bouwwerk gedumpt. Een parlementaire onderzoekscommissie van de deelstaat Nedersaksen onthulde dat ongeveer drie keer zoveel afval in de vroegere mijn Asse is gedumpt, als door de bedrijven officieel was bekendgemaakt.
Tegenover omwonenden wordt volgehouden dat de opslag geen gevaren oplevert. Maar oud-werknemers van de opslag lijden nu onder aparte ziekteverschijnselen: sommigen hebben uiteenlopende soorten kanker, waaronder leukemie. Arnold Ganser, hoogleraar aan de Medizinische Hochschule Hannover, kwam achter de oorzaak van de ziektes, doordat de symptomen leken op die van overlevenden van de kernbommen op Hiroshima en Nagasaki.
Deze misstanden komen niet als een verrassing: veel burgers vreesden al langer dat met de opslagplaats iets mis is. Protesten tegen de kernafvalopslag zijn er al sinds eind jaren zestig, toen de eerste transporten van kernafval plaatsvonden. Activisten die zich aan de treinrails ketenen om het transport van de afval tegen te houden: bekende beelden, die elk jaar weer de media hebben gehaald.
De bedrijven die verantwoordelijk zijn voor deze sluipende milieuramp, hebben zich nog nooit hoeven verantwoorden. Volgens Die Zeit heeft de atoomindustrie tot op heden slechts 16.5 miljard euro betaald voor de opslag – niet meer dan een symbolische bijdrage. De kosten voor de restauratie van de opslagplaatsen kost tussen de 2 en 4 miljard, en wordt door de overheid betaald. Dat terwijl energiebedrijven niet bepaald krap bij kas zitten: in de eerste helft van 2009 haalde het energieconcern RWE bijvoorbeeld een omzet van 4,1 miljard, en EON een omzet van 5,7 miljard. Ondertussen zijn de tarieven voor energie in Duitsland gestegen met 300% sinds het jaar 2000.
De woede onder burgers wordt door vertegenwoordigers uit de kernenergie-sector echter met zelfvertrouwen ontvangen. Zij hebben alle reden om te verwachten dat de vergunningen voor de kernreactoren na de Bondsdagverkiezingen zullen worden verlengd.