Duits extreem-rechts verdeeld door succesvolle mobilisaties

In december en januari trokken racistische manifestaties van Pegida wekelijks tienduizenden deelnemers. Tegenmobilisaties en blokkades verhinderden dat Pegida buiten Dresden voet aan de grond kreeg. Ook in Dresden zelf gaat de opkomst omlaag. Toch is Pegida nog actief, en antiracisme actueel.
9 maart 2015

Freek Blauwhof, vanuit Berlijn

De organisatoren van de ‘Patriottische Europeanen tegen de Islamisering van het Avondland’ hebben het moeilijk. Terwijl ze in het Oost-Duitse Dresden net na de aanslag op Charlie Hebdo volgens politieschattingen nog 25.000 mensen op de been brachten, komen sinds februari slechts enkele duizenden opdagen.

De aftakeling van Pegida is vooral te danken aan massaal tegenprotest. Op maandag 5 januari demonstreerden in totaal meer dan 50.000 mensen tegen Pegida. In steden als Berlijn en Keulen, waar Pegida zelf marsen had aangemeld, blokkeerden vele duizenden demonstranten de route van enkele honderden Pegida-racisten. De maandag daarna waren zelfs meer dan 100.000 mensen tegen Pegida op de been.

Ook in Zweden, Denemarken, Noorwegen en Oostenrijk zijn Pegida-imitaties door duizenden tegendemonstranten te kijk gezet. Dit teken van verdraagzaamheid en solidariteit heeft Pegida buiten Dresden op het juiste moment de wind uit de zeilen genomen.

Verdeeld

Binnen het bestuur van de stichting Pegida e.V. heeft de druk van buitenaf zelfs tot splitsing geleid. Katrin Oertel, in januari nog het gezicht van Pegida in de media, is uit het bestuur gestapt. De shitstorm in de media over een zelfportret van Pegida-oprichter Lutz Bachmann als Adolf Hitler werd Oertel te veel. Ze hekelde Bachmanns open samenwerking met de nazipartij NPD en zette haar eigen ‘beweging’ op: Directe Democratie voor Europa. Met 500 deelnemers op 8 februari en 100 op 19 februari belooft echter ook deze club een flop te worden.

Niet onbelangrijk is ook de wisselwerking tussen Pegida en de nieuwe partij die het vacuüm rechts van de christen-democraten van CDU/CSU opvult, de eurosceptische Alternative für Deutschland (AfD). Bij de Bondsdagverkiezingen van 2013 miste deze partij met 4,8 procent net de verkiezingsdrempel, maar in de deelstaatparlementen van Hamburg, Saksen, Brandenburg en Thüringen alsook in het Europees Parlement is de AfD vertegenwoordigd. Nu staat ze in de landelijke peilingen op 7 procent.

De populistische vleugel van de AfD, onder leiding van ex-CDU-functionaris en parlementslid in Brandenburg Alexander Gauland en AfD-fractievoorzitter in Saksen Frauke Petry, sprak openlijk steun uit voor Pegida. Deze kant zocht duidelijk de aansluiting bij de rechtse massamobilisaties.

Maar de burgerlijk- liberale vleugel van de AfD doet juist haar best zich als respectabele, eurosceptische conservatieve partij te presenteren. Openlijke steun voor Pegida is deze stroming onder leiding van economieprofessor en Europees parlementslid Bernd Lucke een doorn in het oog.

Op 1 februari kon de liberale stroming van Lucke echter verhinderen dat de AfD zich officieel voor samenwerking met Pegida uitsprak. Tevens beweert de AfD Katrin Oertels verzoek om als lid te worden toegelaten te hebben afgewezen.

Zo hebben het antiracistisch verzet op straat en de mediarel rond de Hitler-selfie van Bachmann voorkomen dat een groeiende hard-rechtse partij aansluiting kon vinden bij de grootste racistische beweging in Duitsland sinds 1945. In plaats daarvan wil Pegida nu meedoen aan de burgemeestersverkiezingen in Dresden tegen de NPD en de AfD. Racistisch rechts in Duitsland is nog verdeelder dan vorig jaar.

Op de lange termijn zal de AfD echter toch telkens weer de racistische kaart spelen omdat hard bezuinigingsbeleid en nationalistische oppositie tegen de euro op zichzelf niet genoeg stemmen trekt. Dat werd duidelijk toen de AfD-voorzitter in Saksen, Frauke Petry, 10 procent in het deelstaatparlement haalde met verkiezingseisen als referenda bij de bouw van minaretten, quota voor Duitstalige muziek bij de publieke omroep en meer grenscontroles.

Dresden

Voorlopig hebben de tegenprotesten Pegida buiten Dresden succesvol teruggedrongen. Op 28 februari was in Dresden een nationale mobilisatie van de antiracistische beweging. In het verleden heeft het antifascistisch verzet ook daar grote overwinningen geboekt. De afgelopen jaren hielden breed gedragen blokkades de jaarlijkse nazioptochten tegen, op de herdenkingsdag van het bombardement op Dresden, de grootste nazimarsen in Europa sinds 1945.

Terwijl de nazi’s in 2007 7.000 staalharde fascisten op de been konden brengen, durfden ze zich in 2013 en 2014 niet eens meer te vertonen. 15.000 tot 20.000 antifascisten vierden feest in de binnenstad. Actiecomités als Dresden Nazifrei blokkeren steeds weer actief de marsen van nazi’s en racisten door middel van een breed gedragen, vreedzaam maar offensief protest. Dat werpt vruchten af.

Desalniettemin is Pegida geenszins verslagen. De marsen vinden nog steeds elke maandag plaats in Dresden, Berlijn en enkele andere steden. Ook de voedingsbodem voor racisme is in Duitsland volop aanwezig.

Frustratie over de plundering van de pensioenen, concurrentie om banen en huisvesting, onzekerheid over de economie en de oorlogspropaganda over radicale moslims in het Midden-Oosten zijn aan de orde van de dag. Op deze oorzaken kan alleen een klassenbewuste linkse beweging antwoord geven.