Doodstraf herzien van Mumia Abu-Jamal
Mumia heeft sinds zijn veroordeling voor de moord op een politieagent in 1982 gevochten om zijn onschuld te bewijzen. Amnesty International is een van de vele organisaties die zeggen dat het proces oneerlijk was. Socialisten hebben altijd zijn onschuld betoogd. Het bewijs dat werd geleverd voor zijn veroordeling was inconsistent en tegenstrijdig.
Mumia radicaliseerde door politieracisme en sloot zich op 15-jarige leeftijd aan bij de revolutionaire Black Panther Party. In de jaren 70 werd Mumia werkzaam als journalist voor het lokale radiostation van Philadelphia. Hij werd ‘de stem van de stemlozen’ genoemd omdat hij sprak over degenen die gemarginaliseerd en onderdrukt werden in de Amerikaanse maatschappij.
In 1980 werd hij voorzitter van de afdeling Philadelphia van de Vereniging voor Zwarte Journalisten. Hij onthulde de wrede intimidatiecampagne van de staat tegen de radicale zwarte organisatie Move.
Het radiostation ontsloeg hem vanwege zijn commentaar op het brute politiegeweld tegen Move’s hoofdkwartier. Daarna werd hij taxichauffeur.
Hij reed in zijn taxi toen hij op 9 december 1981 even voor 4 uur ’s ochtend zijn broer zag in een woordenwisseling met een politieagent. Hij stapte uit zijn taxi en liep op het schouwspel af. Minuten later toen meer agenten arriveerden was de eerste agent neergeschoten. Mumia had een bijna-fatale schotwond in zijn borst.
De politie claimde een klip-en-klare zaak te hebben. Toch is het bewijs dat gebruikt is om Mumia te veroordelen gebrekkig gebleken tijdens zijn pogingen om de veroordeling aan te vechten. De strijd om Mumia’s onschuld te bewijzen gaat door.
Vertaald uit de Socialist Worker door Dominic Koster.