Donners fabels over de AOW-leeftijd

Terwijl Bos de banken afgelopen jaar ruim 80 miljard euro toeschoof, opende Donner zijn aanval met een verhoging van de AOW-leeftijd naar 67 jaar – een maatregel die duidelijk laat zien wie er volgens dit neoliberale kabinet voor de crisis dient op te draaien: hardwerkend Nederland.
6 september 2009

piet_hein_donner3

Door Bram Wanrooij

Het kabinet verdedigt zijn maatregel met een aantal argumenten. Het blijken fabels die gemakkelijk onderuit zijn te halen:

1. Door de vergrijzing zal de AOW in de toekomst onbetaalbaar worden

Een handhaving van de AOW-leeftijd op 65 jaar zou tot 2040 een stijging betekenen van 25 miljard euro, zo’n 4 procent van het bnp. Inmiddels is berekend dat deze stijging volledig gecompenseerd zou worden door extra belastinginkomsten van ouderen met een aanvullend pensioen. Daar komt bij dat vanaf 1980 de uitgaven aan de AOW gedaald zijn van 6 naar 5,5 procent van het bnp, waarmee Nederland na Ierland en Luxemburg het laagste percentage van Europa uitgeeft aan zijn oudedagvoorziening. Terwijl de ‘vergrijzingskosten’ dus overschat worden, bestempelt het CPB de alternatieven die de FNV aandraagt (zoals het afschaffen van de hypotheekrenteaftrek boven een miljoen) als ‘politiek niet haalbaar’.


2. Jongeren worden de dupe als de AOW-leeftijd niet omhoog gaat

Dit is klinkklare onzin. Jongeren krijgen straks de volle leeftijdsverhoging te verwerken. Dat betekent dat iedereen die geboren is na 1973 zal moeten doorwerken tot 67 jaar. Volgens berekeningen van de FNV blijft de AOW structureel achter bij de loonontwikkeling. Waar de AOW nu zo’n 25 procent bedraagt van het gemiddeld verdiende inkomen, zal dat in 2035 nog maar 22,5 procent bedragen. Jongeren van nu zullen straks dus niet alleen langer moeten wachten op hun AOW, maar ook nog eens minder geld krijgen. Zij zullen door deze maatregel dubbel hard worden getroffen. Des te meer reden voor jong en oud om schouder aan schouder te staan in de AOW-discussie.

3. Een verhoging is een eerlijke maatregel die geldt voor iedereen

Het verhogen van de AOW-leeftijd treft vooral laagopgeleiden, mensen met een laag inkomen en mensen met zware beroepen, zoals bouwvakkers of brandweerlieden. Niet alleen beginnen zij eerder met werken, ook is hun levensverwachting gemiddeld vijf jaar lager. De kans wordt hierdoor kleiner dat mensen hun AOW-leeftijd überhaupt in een gezonde staat bereiken. Hiermee wordt de AOW een extraatje voor degenen die gedurende hun werkende leven ook al van een hoger inkomen genoten. Hoogleraar Harrie Verbon stelt: ‘De maatregel is oneerlijk, want het dwingt mensen met een lager inkomen om langer door te werken, terwijl mensen met een hoger inkomen op hun zestigste naar de Bahama’s vertrekken.’


4. De verhoging is nodig om de arbeidsparticipatie van ouderen te verhogen

Allereerst de vraag: waarom zou de arbeidsparticipatie van ouderen eigenlijk verhoogd moeten worden? Wat zou er mis mee zijn om eerder te stoppen en op de arbeidsmarkt ruimte te maken voor jongeren? Er klopt echter wel meer niet aan bovenstaande redenering. Ten eerst is de arbeidsparticipatie van 60-plussers in Nederland in de laatste jaren gestegen. Daarnaast is het goed mogelijk dat werkgevers er met deze maatregel juist eerder voor kiezen om ouderen opzij te schuiven richting de WW of bijstand. Waarom? Dit bespaart bazen de kosten van het in dienst houden van oudere, ‘duurdere’ werknemers tot aan hun pensioen, omdat de AOW-leeftijd nu nog eens verder weg komt te liggen.

De leugens over de verhoging van de AOW-leeftijd staan niet op zichzelf. Het is een maatregel die de BV Nederland al heel lang wil doorvoeren om Nederland een ‘betere concurrentiepositie’ in Europa te geven. De crisis is nu het excuus om plannen te forceren die passen in dezelfde logica die alle vorige kabinetten-Balkenende kenmerkte. Volgens die neoliberale doctrine dienen onze sociale verworvenheden verder te worden uitgehold, terwijl bedrijven en ondernemers alle ruimte krijgen. Van ‘samen de crisis te lijf’ is dan ook geen enkele sprake.

Tegenover dit bazenoffensief beginnen we niets door ons als vakbeweging met een paar onderhandelaars in de Sociaal-Economische Raad op te sluiten en de ‘sociale partners’ te overtuigen van welke alternatieven dan ook. Het bedrijfsleven en het kabinet hebben al duidelijk gemaakt dat zij aan 67 jaar zullen vasthouden. De enige manier waarop we deze maatregel en het hele pakket aan bezuinigingen gaan stoppen, is door progressieve alternatieven te verbinden met maatschappelijke druk op straat en in de bedrijven.

Diverse peilingen geven aan dat een overgrote meerderheid van de bevolking tegen de verhoging van de AOW-leeftijd is. Het wordt tijd deze meerderheid op de been te brengen en de mooie woorden over een ‘hete herfst’ nu om te zetten in daden.