Docenten in actie: ‘minder taken, meer knaken!’
Door Lode Koelewijn en Ewout van den Berg
De staking op dinsdagochtend ging gepaard met een demonstratie op het malieveld die middag. Het PO-front, een samenwerking tussen PO in Actie, de vakbonden CNV, Aob en de FNV en schoolbesturen, heeft zowel de staking van een uur georganiseerd als de bijeenkomst in Den Haag. Vanuit het hele land waren zo’n 2000 docenten en solidaire ouders naar Den Haag gekomen. Er waren veel zelfgemaakte spandoeken te zien.
De actiegroep PO in Actie verdient alle steun voor haar initiatief en offensieve agenda. Punten die eigenlijk door de vakbond opgepakt hadden moeten worden, worden nu door hen georganiseerd. Veel aanwezigen koesterden weinig illusies over de onderwijsbonden: het besef leek ingedaald dat de actie uit docenten zélf moet komen.
De aanwezige bonden maakten wel met veel vlagvertoon gebruik van de media-aandacht, ondanks hun geringe bereidheid tot georganiseerde actie. Nina uit Oosterwijk vertelde bijvoorbeeld: ‘Nog maar één leraar op mijn school is lid van de vakbond. Dat PO in Actie in staat is zoveel mensen te mobiliseren zonder de vakbond is veelzeggend.’
Leon Wouters uit Nijmegen stelde: ‘Veel mensen vertrekken uit het onderwijs omdat het niet meer leuk is. De vakbond is hier debet aan. Zij hebben jarenlange slechte cao’s afgesloten en hebben zich een oor aan laten naaien. In september moeten we een week plat.’
Programma en perspectief
Naast de problematische rol van de bonden en de schoolbesturen was het programma van de demonstratie weinig motiverend. Er was veel muziek, een goede spreker van PO in Actie, maar ook veel aandacht voor alle fractievoorzitters, van wie de meesten lege en vage beloften deden. Zelfs de PVV was uitgenodigd, in de persoon van Harm Beertema – dit in strijd met het eerdere FNV-besluit de racistische partij niet meer uit te nodigen voor vakbondsmomenten.
Het resultaat hiervan was dubbel. Enerzijds kwam Asscher op het podium niet weg met zijn hypocriete oproep – na jaren nullijn – voor meer geld voor basisschoolleraren. Anderzijds waren politici op het podium – zeker rechtse en racistische politici – zonde van de beperkte tijd die er is bij deze mobilisatiemomenten. Het PO-front bood actievoerende docenten en ouders geen perspectief voor verdere actie. Het is voor PO in Actie een uitdaging om in de komende periode haar onafhankelijkheid en strijdbaarheid te behouden. Het moet hiervoor navigeren tussen verschillende belangen.
Binnen het PO-front wordt er bijvoorbeeld samengewerkt met de schoolbesturen. Zij willen natuurlijk ook meer geld, maar willen hier zelf zeggenschap over houden. Zij zitten niet te wachten op goed georganiseerde docenten op hun eigen werkvloer. PO in Actie moet zoveel mogelijk proberen haar (financiële) onafhankelijkheid te houden van deze besturen.
De samenwerking met de vakbonden is welkom omdat zij met een stakingskas eisen kracht bij kunnen zetten. Maar de AOb is een notoir conservatieve bond die zelden voorop loopt in strijd, en bureaucraten zullen vooral gebrand zijn op eigen zichtbaarheid en nieuwe leden. Ook het stakingstraject vijf jaar geleden dat eindigde met een massastaking en het spektakel in de Arena kwam er door het initiatief van docenten van onderaf, toen onder de noemer Linke Leraren.
Maar het grote succes van de actie gisteren zat hem in de brede steun. De honderdduizenden handtekeningen zijn daarvan een uitdrukking, de grotendeels positieve berichtgeving in de media en de meegekomen ouders gisteren ook. Gewapend met deze brede publieke steun van ouders die ook het beste voor hun kinderen willen, is er veel mogelijk. In een peiling die door PO in Actie werd uitgevoerd, gaf 97 procent van de docenten aan te willen staken.
Dat is een goede basis voor verdere escalatie – zeker met een nieuw rechts kabinet in de maak.
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….
Zij zijn solidair
So, Amersfoort:
Alle klaslokalen van de school van mijn nichtje waren tot 9.30 donker. Veel ouders hadden de petitie ondertekend en stonden dus achter de docenten. Kinderen gingen samen op de foto met een papier ‘solidair met juf Anke’. De lerares zei zelf: ‘Het belangrijkste argument is het waarborgen van de kwaliteit. Als het zo doorgaat ontstaat er een groot tekort aan leraren en dat komt de kwaliteit niet ten goede. Basisonderwijs legt een hele belangrijke basis!’
Nikki, Kerkrade:
Vanochtend ging ik langs bij mijn eigen vroegere basisschool in Kerkrade, om de handtekeningen die we de afgelopen week hadden opgehaald te overhandigen. Met de Internationale Socialisten in Zuid-Limburg wilden we laten zien dat er aan hen gedacht wordt en dat we solidair zijn met hun actie. Toen ik aankwam rond kwart over 9 stonden de ouders en kinderen al te wachten voor het hek, net als ik vroeger, maar dan een uur later.
De ouders die ik sprak vonden de actie over het algemeen goed, en willen zelf ook graag dat de werkdruk van de leraren verlicht wordt zodat de focus op kwaliteit terug de klas in kan komen. Slechts één enkele ouder was het niet eens met de eis van hogere lonen.
De leraren hadden van de gelegenheid gebruik gemaakt om samen te ontbijten tot half 10. Ik kon ze gelukkig nog kort voor de lessen begonnen even spreken. Ze waren blij met de grootte van de actie: dat er zoveel scholen meedoen, en dat er veel handtekeningen zijn opgehaald. Zij willen graag hun werk goed kunnen doen en dat het op dezelfde waarde wordt geschat als dat van middelbare schoolleraren. Het gaat hen niet om alleen het geld, maar om de waardering en om het aantrekkelijk maken van het beroep voor jonge leerkrachten.
Gisteren nog, een dag voor de staking, heeft staatssecretaris Dekker gezegd dat er geen geld is voor een loonsverhoging. Dat heeft de leraren op deze school alleen maar meer gemotiveerd om vandaag aan de actie mee te doen. Helaas is Den Haag voor deze docenten te ver om op en neer te reizen. De handtekeningen hangen nu bij hen in de lerarenkamer.
Frederik, Bundestag in Berlijn:
De Duitse partij Die Linke steunt de staking in het Nederlandse basisonderwijs met volle overtuiging. We vinden het ongelofelijk hoe weinig leraren in Nederland verdienen. Een beginnende basisschoolleraar verdient in de aangrenzende deelstaten Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen meer dan 3.300 Euro brutto, bijna 900 Euro per maand meer dan in Nederland. Dat is het resultaat van regelmatige stakingen en harde onderhandelingen in het onderwijs en de publieke sector in het algemeen.
Lagere lonen in de buurlanden zetten de lonen in Duitsland onder druk en dienen als argument voor bezuinigingspolitiek van onze ‘werkgevers’ in de publieke sector. Vandaar dat wij zeggen: Arbeiders aller landen, verenigt u!