Diego en Frida op de planken

Helmert Woudenberg en Maruja Bobo Remijn spelen het toneelstuk De olifant en de duif over het markante echtpaar Diego Rivera en Frida Kahlo. Miriyam Aouragh en Bart Griffioen spraken met hen.
29 april 2008

Helmert Woudenberg en Maruja Bobo Remijn

Waar begon de fascinatie voor Frida en Diego bij jullie?

Maruja: ‘Naast interesse door haar schilderijen en de politieke context, ook vooral bij hoe het kan dat zo’n mooie vrouw een relatie had met die kikker, hij leek echt op een pad. Ik vond het als pubermeisje niet te geloven: een prinses met een kikker. Ik heb me altijd afgevraagd: hoe heeft die relatie eruit gezien? Om te begrijpen waar hun kunst vandaan komt, is een bredere politieke context belangrijk. In 1910 brak de Mexicaanse revolutie uit en werd de dictatuur omvergeworpen door een opstand van boeren en arbeiders. Frida was in 1907 geboren, maar ze zei altijd 1910, want ze wilde graag bij het jaar van de revolutie horen. In die postrevolutionaire periode zei de minister van Cultuur: kunst moet niet meer in een museum komen te hangen, maar op de muren, zodat het toegankelijk is voor iedereen. Daar zijn drie grote muralisten mee begonnen. Een van hen was Diego Rivera.’

Helmert: ‘Hij wilde echt een sociale revolutie, maar ging in zijn samenwerking met Rockefeller en Ford ook voor het kapitaal. Tegelijkertijd speelde de ruzie over zijn muurschildering met Lenin. Rockefeller wilde dat Lenin weggehaald werd, maar Diego weigerde dit. Die tegenstrijdigheden zag je ook bij zijn bewondering voor de moderne technologie. Hij zei: ‘Marx was er voor de theorie, Lenin met de daadkracht, en Ford met de auto’’

Denken Frida Kahlo-fans niet: ik heb de film al gezien?

Maruja: ‘Er is veel meer informatie en inzicht te verkrijgen dan in die goedgemaakte, maar toch oppervlakkige film. Wij laten ook zien wat die internationale revolutie is en de rol van de kunst in hun revolutionaire denken, vooral ook hun denken over seksualiteit. Frida was namelijk openlijk biseksueel. Ze zijn zo tegendraads, hun liefdesleven is eigenlijk nog steeds revolutionair. Ik wil die onderlaag overbrengen, van iemand met een gebroken lichaam die toch altijd is blijven vechten. Ze wilde graag kinderen, maar door haar ongeluk en handicap had ze een heftige miskraam en enkele abortussen. Dat zie je terug in haar schilderijen, waarin ze omringd wordt door planten, dieren en bloemen, heel veel vruchtbaarheid. In de Hollywoodfilm wordt dit onderbelicht.’

Helmert: ‘De film laat vooral zien hoezeer Salma Hayek Frida Kahlo een geweldige vrouw vindt. Wij kiezen niet voor Diego of Frida, maar voor de relatie. Het is verschrikkelijk wat ze elkaar aandeden, maar toch overwint hun verbondenheid – in alle pijn. We pakken die discrepantie in de laatste scë)ne, als zij al ver heen is door drugs en de drank. Ze zegt dat ze zo ontzettend veel van hem houdt, en dan zegt hij: ‘Ik kan ook niet zonder jou, ik zou het graag anders willen. In de wetenschap dat het me nooit zal lukken, zal ik me blijven ontworstelen aan mijn gebondenheid aan jou, dwars tegen de gelukzaligheid in die diezelfde gebondenheid mij ook altijd zal blijven verschaffen’’

Frida Kahlo, zelfportretHoe kijken jullie tegen hun politieke engagement aan?

Helmert: ‘Het doet me erg denken aan de jaren zeventig en de experimenten met Het Werkteater. Rivera was heel overtuigd in zijn revolutionaire denken, ik denk echt dat hij er in geloofde en ervoor ging. Maar het toneel is nu eigenlijk alleen nog vermaak voor de gegoede burgerij. Wat hebben de gewone mensen er nou aan? Bij het Werkteater gingen we vaak de maatschappij in. Als je een stuk maakte over de gezondheidszorg waren de doktoren en verplegers eigenlijk de regisseurs. Het rare is dat de verworvenheden van de jaren zeventig zijn teruggedraaid. Nu is het klimaat eigenlijk zoals in die tijd, we zouden weer allemaal tomaten moeten gooien. Maar er is niemand die tomaten gooit, men legt zich er bij neer.’

Maruja: ‘In de jaren zeventig was het not done om rechts te zijn, maar nu is het not done om links te zijn. Er wordt enorm neergekeken op geëngageerd theater. Dan merk je dat het theater best elitair is.’

De voorstelling vindt plaats in Amsterdam op 1, 2, 3 en 4 mei in Theater De Engelenbak, en op 22, 23 en 24 mei in het Fijnhouttheater. Kijk hier voor meer informatie. Een uitgebreidere versie van dit interview is te vinden in het nieuwe nummer van de Socialist