Dichter op zoek naar een vaderland
Door Joan van Tongeren
De bundel behandelt de belangrijkste gebeurtenissen van de afgelopen jaren, van de aanslag op de koninklijke familie tot de installatie van het kabinet-Rutte II, het bloedbad in Alphen aan den Rijn, de kwestie-Mauro en veel meer.
Nasr heeft de functie van Dichter des Vaderlands zo ingevuld dat we degenen die hem voorgingen moeten naslaan. Mede door zijn eigen, Palestijnse achtergrond kwam hij vanzelf in aanvaring met het racisme van de PVV. Zijn kritiek op het kabinet-Rutte, de gedoogconstructie en het cultuurbeleid komen terug in zijn werk en publieke uitspraken. Nasrs werk heeft de verkoop van poëzie omhooggestuwd, met twee van zijn boeken als bestsellers tijdens de afgelopen poëzieweek.
Volgens Nasr is ons land het spoor bijster geraakt: vrijheid, normen en waarden en cultuur zijn lege begrippen geworden. ‘De Ander’ krijgt overal de schuld van, zonder dat we onszelf en onze geschiedenis nog kennen. ‘Ja, wetten en verdragen, recht en redelijkheid, ze staan hoog in ons vaandel – zolang het de Ander betreft. Op onszelf hebben ze geen vat. Wij staan daarboven… De gevolgen daarvan zijn verwoestend.’
Hij is kritisch op de wijze waarop de Gouden Eeuw wordt herinnerd. ‘We kunnen beter erkennen dat onze voorvaderen volstrekte vreemden voor ons zijn geworden’, zegt Nasr. Hij wijst erop dat Spinoza, Vondel, Ramses Shaffy en Mulisch geen van allen ‘Nederlands bloed’ hadden. ‘We moeten niet doen alsof we ooit allemaal puur Nederlands zijn geweest. We moeten ermee ophouden om steeds maar in hokjes te denken.’ʼ
De poging om een dichter voor álle Nederlanders te zijn, leidt ertoe dat hij media en politici oproept om het goede voorbeeld te geven. Zij hebben een eigen verantwoordelijkheid, en zouden moeten reageren als normen en waarden worden overtreden. ‘Internationaal wordt Nederland gezien als het irritante, verwende kind, niet vrij, maar gegijzeld door een regering, op haar beurt gegijzeld door een ondemocratische partij die ons allemaal de vernieling in trekt.’
In het verlengde hiervan kritiseert hij het heersende cultuurbeleid, met een Halbe Zijlstra – staatssecretaris van Cultuur – die over Van Gogh zei: ‘Die kreeg ook geen subsidie.’ Nasr zegt: ‘Begrippen als vrijheid ʼworden als jokers ingezet wanneer het uitkomt om ons af te zetten tegen de islam en om het bezuinigingsbeleid te rechtvaardigen.’ʼ
Nasr ontwikkelt zo een links-liberale kritiek op politici en maatschappij, met de nodige beperkingen. Daarom was één van zijn laatste wapenfeiten een lofdicht op Beatrix. Desondanks hebben de sponsors van de functie Dichter des Vaderlands – waaronder NRC en Koninklijke Bibliotheek – besloten om zijn opvolger niet meer te laten kiezen door het publiek, maar te benoemen via een speciale commissie. Dat lijkt een bewuste keuze voor minder uitgesproken kandidaten.
Maar de teksten van Nasr zijn zonder meer meeslepend en krachtig. Zijn zoektocht naar het ʻechteʼ vaderland brengt hem voorbij de grenzen van eng nationalisme, van Birma tot Syrië. Hij putte inspiratie uit de Arabische Lente, ‘hele Egyptische gezinnen die achttien dagen lang scandeerden dat ze maar een ding wilden: leven in vrijheid. Een gesluierd meisje voegde daar voor de camera aan toe: “Just like you”.ʼ Het is nog te vroeg voor een afscheid.’
Ramsey Nasr
Mi have een droom – Alle vaderlandse gedichten
De Bezige Bij / 176 pagina’s / €19,90