Demonstratie ‘Nijmegen against hate’ mist urgentie
Door Jeroen Loeffen
Een aantal bezorgde burgers onder de naam ‘Nijmegen against Hate’ hadden het initiatief genomen tot het protest. Vanwege de ijzige kou lag de opkomst iets lager dan verwacht. Omdat de demonstratie al om vier uur begon, was het voor werkende mensen moeilijk om aanwezig te zijn. Op het hoogtepunt waren er ongeveer 150 mensen.
Er spraken verschillende lokale linkse politici, onder wie Lisa Westerveld van GroenLinks, bezorgde burgers en iemand van de Internationale Socialisten. Daarnaast hadden de organisatoren tijd ingeruimd voor open podium.
Omdat de tekst op het Facebook-event vrij krachtig was geformuleerd leek het een strijdbare demonstratie te worden tegen alle vormen van rechtse zondebokpolitiek. Maar tijdens de demonstratie bleek dat dit door de mensen van de organisatie en sommigen in het publiek vooral werd opgevat als een moment om ‘te verbinden’.
Verschillende malen werd geopperd om ‘beter te luisteren naar PVV’ers’. Ook werd beweerd dat we mensen moeten ‘verbinden tegen alle vormen van extremisme, zowel links als rechts’. Dieptepunt was het moment dat een beruchte lokale Pegida-aanhanger van de organisatie toestemming kreeg om te spreken.
Toen een aantal aanwezigen de persoon begonnen uit te joelen, ontstond er in het publiek een discussie of deze rechts-extremist wel aan het woord gelaten moest worden. De organisatie vond dat er ook voor rechtse opvattingen een plek moest zijn. Hiermee verleende de organisatie legitimiteit aan racisme en liet ze zien dat ze totaal niet de urgentie van de situatie ziet.
In deze tijd waarin moslims en vluchtelingen steevast te maken krijgen met racistisch geweld en extreem-rechts aan een opmars bezig is, moet het vanzelfsprekend zijn dat we op een antiracisme-demonstratie een racist geen podium mogen bieden. We hebben op dit moment geen behoefte aan een links dat racisme ziet als een ‘mening’ in een ‘dialoog’, maar aan een strijdbaar links dat het protest opbouwt, lijnrecht tegenover extreem-rechts.
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Stijn Krooshof: ‘Word actief, sta op en verzet je’
Namens de Internationale Socialisten sprak Stijn Krooshof op de demonstratie. Zijn speech drukken we hier af.
Over heel de wereld ontstaat er verzet tegen de nieuwe president van de Verenigde Staten en zo ook in Nijmegen. Waarom is het zo belangrijk dat dat gebeurt, ook in Nederland? Die vraag wil ik hier beantwoorden. Trump breekt in rap tempo fundamentele rechten en vrijheden af. Zonder massaal verzet zullen ook wij in Nederland daar binnen de kortste keren de gevolgen van ervaren. Niet op de laatste plaats omdat Wilders aan Trump een ‘goed’ voorbeeld heeft.
Massaal verzet ontstaat alleen als we allemaal lokaal beginnen. Door op dagen als deze samen te komen en onze stem te laten horen, tonen we ons verzet tegen een beleid van uitsluiting en van haat, van leugens en van xenofobie. Zulk beleid moeten we koste wat kost tegengaan, zowel in de VS als in Nederland.
Onderdrukking
Zulk beleid betekent namelijk de verdere onderdrukking van nu al onderdrukte groepen. Trump voert een frontale aanval uit op Afro-Amerikanen, moslims, Mexicaanse Amerikanen, LHBT’ers, vrouwen en de armste lagen van de samenleving. Zijn belangrijkste adviseur Steve Bannon is hierbij een beangstigende invloed. Bannon heeft geen problemen met white supremacy of met antisemitisme, noemt feministen ‘een stelletje lesbo’s’, zegt over de media dat ze ‘de oppositiepartij zijn en hun bek moeten houden’, was zelf de baas van het extreem-rechtse medium Breitbart en praat over de jaren dertig als een opwindende tijd waar we naar terug zouden moeten keren.
Bovendien heeft Bannon korte lijntjes met politici in Europa, ook met Wilders. Het duo Bannon-Trump vormt dus een enorm gevaar voor de strijd tegen racisme, seksisme en uitbuiting; een gevaar voor de groepen die deze strijd het meest nodig hebben. Die groepen moeten ondersteund en gehoord worden, en niet nog verder gemarginaliseerd.
Afbraak
Die marginalisatie vindt plaats op minstens twee manieren: door de aanhoudende afbraak van sociale voorzieningen en door het legitimeren van discriminatie en racisme. Ten eerste is Trumps kabinet een voortzetting van de neoliberale afbraak van de afgelopen jaren. Het is een kabinet van miljardairs dat zegt voor de werkende klasse op te komen, terwijl het in feite ruim baan maakt voor de rijken om alleen maar rijker te worden.
Het is niet geïnteresseerd in het werkelijk bestrijden van armoede. Het gebruikt de inzet van miljoenen arbeiders om een kleine, kapitalistische elite te verrijken. Het laat zorg en onderwijs volledig aan de vrije markt over. Het ontkent klimaatverandering en investeert juist in productieprocessen die de aarde niet veel langer meer aankan.
Ten tweede legitimeert het beleid van Trump discriminatie. Zijn eigen uitspraken, maar ook de decreten die hij de afgelopen weken heeft ondertekend, laten zien dat het genoeg is om bijvoorbeeld vrouw, Mexicaan, vluchteling of moslim te zijn om een belangrijk deel van je vrijheid kwijt te raken. Abortus wordt keihard tegengewerkt, de muur tussen Mexico en de VS lijkt er echt te gaan komen en Trump wil wekelijks een openbare lijst publiceren met alle misdaden die door vluchtelingen worden gepleegd. Dergelijke politiek geeft extreem-rechtse sentimenten het zelfvertrouwen om woorden om te zetten in daden. Een bewijs hiervoor is bijvoorbeeld het geweld tegen minderheden direct in de dagen na de verkiezing van Trump.
Europa
Dit alles lijkt misschien ver weg, maar Europa en Nederland lijken Trump in zijn voetsporen te volgen. Wilders is nog radicaler dan Trump wat immigratie betreft: het eerste punt van zijn verkiezingsprogramma is het volledig sluiten van de grenzen. ‘Nul asielzoekers erbij en geen immigranten meer uit islamitische landen’ staat er letterlijk. De boodschap is dus: ben je moslim? Dan hoor je hier niet. Of zoek je asiel omdat je thuisland in oorlog is? Dan heb je pech.
Deze hetze tegen moslims en vluchtelingen wint ook aan kracht in Frankrijk en Duitsland, waar extreem-rechtse partijen net zo goed hoog in de peilingen staan. In deze landen en in Nederland zijn er bovendien dit jaar verkiezingen. Het zal dus extra belangrijk zijn om dit jaar te bouwen aan verzet tegen de groei van deze partijen en de ideeën die zij met zich meebrengen. Als extreemrechts in Europa ook wint, kan hier hetzelfde gebeuren als wat er nu in de VS gebeurt. We moeten niet meer in de illusie leven dat dat onmogelijk is. Ook hier kunnen haat, xenofobie en uitsluiting de politieke boventoon gaan voeren, en in te grote mate doen ze dat al.
Daar spelen andere politieke partijen een belangrijke rol bij. Racistische sentimenten worden steeds verder geaccepteerd en genormaliseerd. Wat nog niet zo lang geleden gold als een onacceptabele uitspraak, is nu aan de orde van de dag in het publieke debat. De recente brief van Mark Rutte is hier een voorbeeld van: ‘Doe normaal of ga weg’ is de slogan van de VVD geworden. Zo hebben de twee grootste politieke partijen in de peilingen uitsluiting tot de kern van hun politiek gemaakt. Veel andere partijen laten niet hard genoeg hun stem horen hiertegen. En veel van hen gaan er zelfs in mee. Het wordt echt tijd dat partijen die zichzelf links of progressief noemen zich keihard uitspreken tegen het beleid van de VVD en de haatzaaierij van de PVV.
Uitdaging
Maar daar ligt vooral voor ons een belangrijke uitdaging. We moeten niet wachten op de politiek om deze trend van racistische zondebokpolitiek te keren. De verkiezingen van 15 maart zullen leiden tot een enorme groei van de invloed van Wilders. Ofwel met de PVV in de regering, ofwel als grootste oppositiepartij. Het zal daardoor voor politieke partijen steeds moeilijker worden het tegen hem op te nemen.
Het is dus absoluut noodzakelijk dat wij zelf in de komende maanden en jaren gaan werken aan het bouwen van verzet, aan het leggen van verbindingen en netwerken, zodat we samen sterk staan tegen de haat die steeds meer zal gaan heersen. Gelukkig zien we dat dat verzet al groeit, en nog beter, we zien dat dat verzet in grote mate wordt geleid door vertegenwoordigers van onderdrukte groepen zelf: vrouwen, moslims en LHBT’ers nemen in de strijd tegen Trump het voortouw. De succesvolle Women’s Marches zijn daar een goed voorbeeld van. Maar het verzet moet blijven groeien, willen we echt weerstand kunnen bieden aan de politiek van haat en haar macht kunnen breken.
Ik roep iedereen dan ook op om actief te worden en zich voor te bereiden op een lange, harde, maar noodzakelijke strijd. Zoek contact met bestaande organisaties die het verzet een vorm geven. Wees bij de belangrijke momenten van opstand, zoals de Women’s March op 11 maart rond Wereldvrouwendag, de demonstratie op 18 maart rond de Internationale Dag tegen Racisme en Discriminatie – beide in Amsterdam – en de G20 in Hamburg. Kortom: word actief, sta op en verzet je. Want wij hebben allemaal een morele plicht om in opstand te komen tegen deze haat en uitsluiting, en voor solidariteit en inclusiviteit. In een wereld met leiders als Trump is die opstand de enige weg voorwaarts.