Demonstratie geef haat geen macht: verzetshaard tegen PVV-kabinet
Het protest werd georganiseerd door de coalitie Platform Stop Racisme en Fascisme. Mensen in Nederland worden op alle fronten aangevallen door dit extreemrechtse kabinet. In de toespraken was veel aandacht voor de gecreëerde opvangcrisis die het resultaat is van de bezuinigingen op de opvang in de afgelopen decennia. Dit valt samen met de daadwerkelijke crisis van betaalbare huisvesting die we te danken hebben aan de uitverkoop van de sociale woningsector en het ruim baan geven aan vastgoedspeculanten. Deze crises worden op cynische wijze ingezet om vluchtelingen, migranten en in het bijzonder moslims zwart te maken. Hiermee worden werkenden mensen afgeleid van wat er werkelijk gebeurd; opnieuw worden de rijken en aandeelhouders verder gespekt en de publieke sector verder afgebroken.
Tegelijkertijd voert de staat de repressie op dissidenten verder op. Bo Salomons, onder andere actief bij Bond Precaire Woonvormen herinnerde de menigte aan hoe we zover zijn gekomen: “Dus zoekt de rechtse politiek, het schild van het bedrijfsleven, een bliksemafleider. Het liefst een groep die, vanwege de racistische Nederlandse samenleving, niet op veel institutionele hulp kan rekenen. Een groep die je straffeloos overal de schuld van mag geven. En welke groep is dan beter dan vluchtelingen en migranten?” Om deze trend door te kunnen zetten zullen ook de democratische verworvenheden verder aan de kant gezet moeten worden: “Maar kapitaal en politiek hebben de grens bereikt van hoeveel macht ze kunnen verzamelen in een democratie, en dus wordt ook die bij het oud vuil gezet. Klimaatdemonstranten, Pro-Palestijnse activisten, lastige journalisten… Het gedoogbeleid op tegenspraak is voorbij.”
De boodschap kon op brede steun rekenen van de mensen die op het protest waren afgekomen. Het protest trok zowel jongeren die voor het eerst kwamen demonstreren als activisten uit de jaren 80 die zich weer genoodzaakt voelden om de straat op te gaan. Het is hoopvol dat steeds meer mensen de noodzaak voelen om zich te laten zien en te organiseren. Verschillende politieke jongerenorganisaties, een aantal vakbondsactivisten en andere maatschappelijke organisaties waren ook aanwezig. Het is nu van belang dat dit eerste brandhaartje van verzet zich verder gaat verspreiden en dat netwerken zich verder gaan verbreden. Mensen lijken zich na Prinsjesdag meer bewust te zijn van de algehele aanval op werkende mensen die dit kabinet voor ogen heeft. Als activisten is het aan ons om met deze mensen in gesprek te gaan op ons werk en in onze wijken om deze zorgen om te zetten in het bouwen van netwerken van verzet.