Debat ‘zwart, wit en de strijd tegen racisme’: Racisme is verbonden met kapitalisme
Racisme staat volop in de discussie, omdat het in de afgelopen vijftien jaar is toegenomen en omdat het op steeds meer verzet stuit. Maar hoe kunnen we dat verzet versterken? Peyman Jafari gaat hierop in.
De strijd tegen racisme moet zowel een algemene strijd tegen het kapitalisme zijn, als een specifieke strijd tegen racistische ideeën, praktijken en instituties, omdat kapitalisme en racisme nauw verweven zijn. Zoals Malcolm X zei in 1964: ‘Je kunt geen kapitalisme hebben zonder racisme.’
Sommige socialisten hebben dit specifieke element verwaarloosd. Die houding is bijvoorbeeld nog steeds dominant binnen de SP. Er wordt geredeneerd dat als we maar investeren in huisvesting, banen en onderwijs, het racisme onder witte arbeiders vanzelf verdwijnt. Het andere uiterste vinden we bij antiracistische groepen die hun strijd in termen van ‘zwart’ tegen ‘wit’ zien, en daardoor de klassenverschillen onder zowel zwarten als witten negeren.
De uitdaging is om de samenhang tussen kapitalisme en racisme te zien, zonder de specifieke strijd tegen racisme uit het oog te verliezen. Die samenhang is erop gebaseerd dat racisme geen kwestie is van foute ideeën of houdingen, maar van ongelijke macht.
Slavernij en kolonialisme
Slavernij en kolonialisme bestonden ook voor de opkomst van het kapitalisme, bijvoorbeeld in de Oudheid onder Grieken en Romeinen, in het Perzische Rijk en onder islamitische heersers. Maar ze werden niet gerechtvaardigd door theorieën die mensen systematisch verdeelden op basis van huidskleur in superieure en inferieure groepen.
De eerste Europese slavenhandelaren in de vijftiende en zestiende eeuw vielen terug op de noties van ‘rechtvaardige oorlog’ uit Griekse en Romeinse teksten, of op ideeën uit de Bijbel om slavernij te rechtvaardigen. Er waren ook witte slaven (servanten) op de plantages in de Nieuwe Wereld.
In de volgende drie eeuwen ontstonden ideeën die de slavernij rechtvaardigden met de bewering dat zwarten geen, of minderwaardige, mensen waren. Hierin was de opkomst van het kapitalisme cruciaal, omdat het vrije arbeid tot norm verhief en het verlichtingsdenken de gelijkheid tussen mensen verkondigde.
Racisme werd ontwikkeld om die tegenstelling te rechtvaardigen. Met de opkomst van het Europese kolonialisme in de negentiende eeuw, floreerde racisme om de plundering van Azië en Afrika te rechtvaardigen, maar veranderde ook van karakter. Niet-Europeanen werden nu voorgesteld als kinderen die opgevoed moesten worden.
Racisme was dus het product van slavernij en kolonialisme, die zelf hoofdzakelijk werden aangedreven door economische en politieke concurrentie. Wie racisme en kolonialisme koppelt zonder de tussenkomst van het kapitalisme te zien, vervalt in een cirkelredenering: racisme kwam op omdat kolonialisme opkwam, en dat stond los van klasse maar werd gedreven door het intrinsieke racisme van witte mensen.
Modern kapitalisme
Een ander probleem met de eenzijdige koppeling van racisme aan kolonialisme is dat racisme een erfenis lijkt uit koloniale tijden. Door het verdwijnen van kolonialisme in politieke en economische zin, moet antiracistische strijd nu focussen op het dekoloniseren van kennis en cultuur. Dat is belangrijk, maar het onderschat dat economisch kolonialisme nog voortleeft in de vorm van kapitalistische globalisering en negeert de mechanismen waarmee het kapitalisme racistische ideeën blijft reproduceren.
Dat racisme heeft nog steeds een materieel aspect: kapitalisme brengt mensen uit de hele wereld bij elkaar, maar zet ze tegen elkaar op in de concurrentie voor banen, huizen, zorg enzovoorts. Zo valt de haat tegen moslims en vluchtelingen op vruchtbare bodem bij mensen die afgelopen jaren hard getroffen zijn door de bezuinigingen.
De zwarte socialist W.E.B. Du Bois wees daarbij op het ‘psychologische loon’ dat racisme geeft aan witten die zelf worden uitgebuit maar zich mogen optrekken aan hun ‘superioriteit’ ten opzichte van zwarten.
Uit deze analyse volgt dat zwarte mensen de directe slachtoffers zijn van racisme en vooraan moeten staan in die strijd. Tegelijk moet het ook de strijd zijn van de meeste witte arbeiders, niet alleen uit morele verontwaardiging, maar omdat racisme ook hun materiële belangen raakt. Daarom is onze slogan: één voor allen, allen voor één.
Peyman Jafari is een leidend lid van de Internationale Socialisten
………………………………………………………………………………………………………………….
Sandew Hira: ‘Racisme bestond al voor de opkomst van kapitalisme’
Met dank aan broeder Jafari voor zijn discussiebijdrage, wil ik me in dit commentaar richten op onze verschillen.
Jafari stelt: ‘Wie racisme en kolonialisme koppelt zonder de tussenkomst van het kapitalisme te zien, vervalt in een cirkelredenering: racisme kwam op omdat kolonialisme opkwam, en dat stond los van klasse maar werd gedreven door het intrinsieke racisme van witte mensen.’
Ik heb een andere analyse. In DTM analyseren we de wereldgeschiedenis sinds 1492 (de landing van Columbus in Zuid-Amerika, red.) in vijf dimensies:
1. economie: productie en distributie van goederen en diensten;
2. sociaal: verhoudingen tussen mensen langs sociale (klasse), etnische (raciale en culturele) en nationale (natiestaat) lijnen;
3. cultureel: de productie en distributie van kennis en de vertaling in culturele instituties (onderwijs, media, culturele activiteiten, rituelen etc.);
4. politiek: het bestuur van staat en samenleving en van institutioneel geweld (leger, politie, inlichtingendiensten);
5. geografie: de ruimtelijke organisatie van bovengenoemde dimensies.
Racisme als concept en praktijk van superioriteit/inferioriteit heeft drie fasen meegemaakt: theologisch racisme (hebben wezens een ziel?), biologisch racisme en cultureel racisme. De opkomst van het industrieel kapitalisme valt samen met de derde vorm van racisme. De twee andere bestonden al voor de opkomst van het kapitalisme.
Onder het kapitalisme werkt cultureel racisme verschillend in op witte en gekleurde mensen, ongeacht klasse. In de witte gemeenschap wordt het gevoel van superioriteit gecultiveerd en bij de gekleurde gemeenschap wordt het gevoel van inferioriteit gecultiveerd.
Daarom stellen we dat racisme een organiserend principe was van het kolonialisme, dus dat economische, politieke, sociale, culturele en geografische structuren gebaseerd waren op een combinatie van etniciteit, klasse, natie en globalisatie met etniciteit als de cruciale factor. Klasse speelt hierin een ondergeschikte rol.
In socialisme verdwijnt racisme niet automatisch. Daarom moeten gekleurde gemeenschappen hun eigen strijdbare organisaties hebben die hen kunnen organiseren, mobiliseren en beschermen.
Lees ook Sandews pleidooi.