Debat ‘Oekraïnereferendum’: pleidooi voor een linkse nee-stem

Op 6 april kunnen mensen in Nederland naar de stembus voor een referendum over het associatieakkoord tussen de EU en Oekraïne. Links is verdeeld over het referendum. De grootste partij, de SP, is voor een linkse nee-stem, terwijl de Internationale Socialisten pleiten voor een boycot van het referendum. Ewout van den Berg gaat hierover in discussie met Niels Jongerius. Dit is het pleidooi van Niels met een antwoord van Ewout.
2 maart 2016

Het associatieakkoord bestaat voor het overgrote deel uit afspraken om een vrijhandelszone op te zetten. Links hoeft geen illusie te koesteren dat de europese unie open staat voor een alternatief op deze neoliberale toekomst voor oekraïne. toch heeft een linkse nee-campagne zin, betoogt Niels Jongerius.

Oekraïne is een jong land met bijna 45 miljoen inwoners, en op Rusland na met het grootste landoppervlak van een Europees land. Pas bij het uiteenvallen van de Sovjet-Unie verscheen het op de landkaarten als onafhankelijk land. Binnen de Sovjet-Unie was het een welvarende regio, in het Oosten werd steenkool gewonnen en veel staal geproduceerd.

Deze industrie trok arbeiders uit de hele Sovjet-Unie aan, de regio werd daardoor een smeltkroes met trotse kolen- en staalarbeiders. De landbouw bleef van groot belang, maar Oekraïne werd een van sterkst geïndustrialiseerde delen van de Sovjet-Unie, met veel hightech onderzoek en een enorme wapenindustrie. De onafhankelijkheid in 1991 kwam voor de meeste inwoners onverwacht, Sovjetburgers werden opeens Oekraïners.

Paradijs voor oligarchen

De jaren 90 waren voor de meeste Oekraïners een ramp. De economie kromp tussen 1991 en 1999 met 60 procent en de privatiseringen zorgden voor een zeer scherpe tegenstelling tussen een extreem rijke toplaag en de rest van de bevolking. Voormalige Sovjetbestuurders slaagden er via privatiseringspolitiek in om aanzienlijke economische macht te verweren. Omgekeerd wisten enkele nieuw rijke ondernemers snel politieke macht en invloed te verwerven. Een kleine groep oligarchen kreeg zo zowel politieke als economische macht in handen.

Binnen deze groep bestaan wel belangrijke tegenstellingen. De zware industrie in het Oosten bleef economisch op Rusland gericht, terwijl andere oligarchen, zoals grootgrondbezitters zich meer op Europa richten. De export richting Rusland bestaat dan ook voornamelijk uit industriële producten, waaronder wapens, terwijl richting de EU voornamelijk agrarische producten geëxporteerd worden.

Westerse kapitalisten

Vanuit westerse bedrijven is er sinds de onafhankelijkheid toenemende interesse in Oekraïne. In de bankensector zijn steeds meer buitenlandse financiële instellingen actief. Ook steeds meer grote westerse agrarische bedrijven willen of zijn de Oekraïense markt op gegaan, al dan niet in combinatie met grote Oekraïense agrarische bedrijven. Kleine boeren verliezen zo steeds meer land aan grote agrarische bedrijven.

De olie- en gasindustrie heeft haar oog laten vallen op de mogelijke schaliegasvelden, Shell was een paar jaar geleden al op jacht naar Oekraïens schaliegas. Nieuw afgedwongen privatiseringen, in ruil voor recente leningen van het IMF en de EU, zijn zowel voor de Oekraïense oligarchen als westerse bedrijven een nieuwe kans op nog meer economische macht. IMF-leningen komen terecht in de zakken van oligarchen.

De Maidan-protesten hebben geleid tot een nieuwe alliantie tussen de op het Westen georiënteerde oligarchen en nationalisten en fascisten. Al tijdens de protesten werden linkse activisten aangevallen en van het plein geslagen. De situatie voor links is daarna alleen maar verslechterd. Communisten, anarchisten, socialisten en vakbondsactivisten hebben te maken met toenemende repressie. Verboden door de regering en aanvallen van neonazi’s hebben ertoe geleid dat veel linkse activisten uit Oekraïne zijn vertrokken.

De poging om links in Oekraïne monddood te maken moet links in Nederland mobiliseren tot concrete solidariteit en een linkse nee-campagne. Door zowel voor- als tegenstanders wordt veel onzin over het verdrag beweerd. Volgens de voorstanders zal het verdrag de Oekraïne welvaart en vrijheid brengen. Volgens sommige rechtse tegenstanders zal het leiden tot toetreding van Oekraïne tot de EU.

Het associatieverdrag van de EU met de Oekraïne is in de eerste plaats een vrijhandelsverdrag. Het is in het belang van de grote Europese bedrijven en oligarchen in de Oekraïne. Het is niet in het belang van de bevolking van de Oekraïne, noch van de burgers in Europa. Het verdrag zal de broodnodige stabiliteit in het Oosten van Europa niet dichterbij brengen. Daarom zijn wij tegen dit verdrag en roepen we iedereen op om op 6 april tegen dit verdrag te stemmen en samen met ons campagne te voeren voor een nee-stem.

Niels Jongerius is coördinator van de nee-campagne voor 6 april van onder andere het Transnational Institute (TNI) en Ander Europa.

………………………………………………………………………………………………………………………………………………..

Ewout: ‘Links in nederland dreigt weg te zakken in een nationalistisch moeras’

Beste Niels,

Je betoog over waarom we nee moeten stemmen, is een verademing ten opzichte van wat de sp-top over het akkoord naar buiten brengt. terecht schrijf je over de dramatische gevolgen van het akkoord voor werkende mensen in Oekraïne in de steden en op het platteland. Links in Oekraïne heeft het zwaar te verduren onder de nieuwe regering. stuk voor stuk belangrijke punten.

Maar wat mist in je verhaal zijn de gevolgen van het referendum in Nederland. Als socialisten moeten we onze positie op basis daarvan bepalen. De heersende klasse in Nederland, met Timmermans en Rutte voorop, is grotendeels enthousiast voorstander van het associatieakkoord. Tegelijkertijd zien we hoe de invloed van nationalistisch en racistisch rechts toeneemt en links steeds verder aantast.

Vanuit het perspectief van Damen Shipyards – jaaromzet: twee miljard euro – schrijft buitenlandwoordvoerder van de SP Harry van Bommel bijvoorbeeld: ‘Vóórdat Oekraïne ooit integreert in de gemeenschappelijke markt van de EU moet daarom éérst de corruptie worden aangepakt.’

De partij die tien jaar geleden nog campagne voerde tegen de neoliberale Europese Unie stelt zich nu op als grensbewaker van de interne markt en hoeder van de belangen van het Nederlandse bedrijfsleven. Dit is nogal een verschuiving.

Het is het product van een laag niveau van klassenstrijd en een steeds verder naar het midden bewegende partij. Dit is een proces dat zich het afgelopen half jaar heeft versterkt doordat de partij zich kritiekloos achter het rechtse initiatief van GeenStijl heeft geschaard.

Dat zij nu hand-inhand met rechts campagne voert tegen het akkoord lijkt op de korte termijn de kans op een ‘nee’ te vergroten. Maar op termijn holt deze campagne een internationalistisch en links standpunt over de EU nog verder uit. Dat links in Nederland dreigt weg te zakken in een nationalistisch moeras is een groter probleem voor ons dan een iets soepeler in werking tredend EU-associatieakkoord met Oekraïne.

Lees ook Ewouts pleidooi voor een boycot.