De wortels van de crisis
Door Joost Ploeger
The Long Depression is geen chronologische beschrijving van alle gebeurtenissen die tijdens de huidige economische crisis plaatsvonden. In dit boek zoekt Michael Roberts vooral naar verklaringen, waarbij ook mainstreamtheorieën de revue passeren die vooral met behulp van feitelijk materiaal (empirisch) worden weerlegd. Dat maakt het boek uitermate interessant voor iedereen die geïnteresseerd is in theorieën over de economische crisis.
Wat dit boek zo relevant maakt voor links is dat de verklaring gezocht wordt bij Marx en dan met name in de theorie van de tendentiële daling van de winstvoet. Dit is helaas nog een minderheidspositie, zelfs onder marxisten. Politiek gezien is een verklaring gebaseerd op onderconsumptie, financiële paniek of schulden als oorzaak ‘veiliger’. Zij lenen zich voor een andere politieke oplossing dan het maken van een einde aan de kapitalistische productiewijze als zodanig.
Het eerste hoofdstuk gaat over de definities van depressies en de verklaringen ervoor. Roberts vindt de meest gangbare definities van een depressie niet adequaat. Hij definieert een depressie als een flinke economische krimp én het herstel zo zwak is dat de trend pas weer bereikt wordt na vele jaren (of zelfs helemaal niet bereikt wordt). Naast de depressies van eind 19de eeuw en de jaren 30 van de vorige eeuw kwalificeert alleen de huidige economische crisis zich volgens deze definitie als een depressie.
Kapitalisme is een dynamisch systeem, waarin arbeiders worden uitgebuit om nieuwe investeringen te doen. Het goedkoper maken van de productie betekent in de regel automatisering: wat Marx een stijgende organische samenstelling van het kapitaal noemde. Omdat machines geen waarde produceren, daalt de winstvoet; dit is de tendens. Tegelijk kan de kapitalist de uitbuitingsgraad opvoeren door de lonen te verlagen, of de werkdag langer of intensiever te maken. Hierdoor stijgt de winstvoet; dit is de tegentendens.
Marx stelde dat crises ontstaan als de winstgevendheid daalt tot het niveau dat de kosten van nieuwe investeringen in arbeid en technologie sneller stijgen dan de winsten die ze opleveren, zodat de totale winst begint te dalen. Als dat gebeurt gaan de zwakste bedrijven failliet. De daling in investeringen en werkgelegenheid leiden tot een algemene crisis in de productiesfeer. Onbetaalde schulden verspreiden zich door het systeem en een financiële crisis breekt uit. Die financiële crisis leidt vervolgens tot nog een grotere daling in investeringen en productie.
Roberts behandelt vervolgens chronologisch de verschillende economische perioden van dalende en stijgende winstvoet. Hij vindt in zijn analyse van de drie depressies een gemeenschappelijke oorzaak in Marx’ theorie van de winstvoet. De verklaring van Marx is volgens Roberts helaas nauwelijks getest, maar is superieur aan de verklaringen van mainstreameconomen, die hij één voor één langs gaat en met feitelijk materiaal weerlegt.
Depressies
Voor de depressies komen min of meer dezelfde mainstreamverklaringen naar boven zoals een op hol geslagen bankencrisis, de problematiek van schuld en deflatie, verkeerd monetair beleid, kredietzeepbellen, de werking van gouden standaard (voor de Tweede Wereldoorlog), waaraan vanaf de jaren 30 een nieuwe verklaring van de econoom Keynes wordt toegevoegd.
In het vierde hoofdstuk legt hij uit waarom de crisis in de jaren 70 wel een klassieke winstgevendheidscrisis was, maar niet tot een depressie leidde: de winstgevendheidscrisis viel niet samen met een neerwaartse fase van de andere cycli: productieprijzen stegen (onder andere door olieprijsstijgingen), en er was nog een boom in de bouw. Daarom werd het geen depressie maar stagflatie: langzame groei met oplopende inflatie.
Volgens Roberts vallen depressies altijd samen met andere neergaande cycli in het kapitalisme: als lage winstgevendheid samenvalt met cycli in innovaties die het verzadigingspunt hebben bereikt; dalende prijzen; inflatie in deflatie overgaat; en investeringen in bouw en infrastructuur ingestort zijn. Deze cycli komen eens per 60 tot 70 jaar samen. In een later hoofdstuk stelt hij voor om aan de cyclus van de winstvoet de andere cycli te koppelen en doet hij daartoe een eerste poging.
In het zesde en zevende hoofdstuk gaat Roberts wat specifieker in op de rol van de groeiende schuldenbergin de economie, een van de kenmerken van de huidige crisis. Het afschrijven van de schuld is een van de vertragende factoren in het herstel van de economie.
Roberts voorspelt dat er nog een recessie nodig is om genoeg kapitaal te vernietigen en schulden af te schrijven voordat een nieuwe cyclus weer kan beginnen. In hoofdstuk 8 tot en met 11 laat hij zien dat de crisis echt een wereldwijd fenomeen is en niet beperkt is tot de VS en de EU, of de G7. Er zit ook een interessant hoofdstuk tussen over hoe de economische crisis de verhoudingen binnen de EU op scherp heeft gesteld.
In het laatste hoofdstuk stelt Roberts zich de vraag of het kapitalisme voorbij zijn houdbaarheidsdatum is. De benadering van Roberts tot nu toe was cyclisch. Er is geen permanente stagnatie: de crisis creëert zijn eigen voorwaarden voor een herstel, maar wel tegen een afschuwelijke menselijke prijs. Maar het kapitalisme kan ook niet oneindig door, denkt Roberts. De ongelijkheid binnen en tussen landen is van een schrikbarend niveau en de houdbaarheidsdatum van het kapitalisme komt steeds dichterbij door de grenzen van een gezonde planeet.
Met The Long Depression heeft Michael Roberts een geweldig boek geschreven dat onze huidige crisis in een groter historisch plaatje past. Met behulp van deze analyse kunnen we door de waan van de dag heen kijken en door ideeën heen prikken over mogelijkheden om het kapitalisme te hervormen.
Michael Roberts
The Long Depression.
How it happened, why it happened and what happens next
Haymarket 2016 / 347 pagina’s / €19
Zie ook Michael Roberts’ blog: thenextrecession.wordpress.com en dit interview.