De weg vooruit voor de FNV

Op 30 november startte de FNV-campagne voor Koopkracht en Echte Banen. De vakbondstop komt daarmee tegemoet aan een diepgewortelde woede over de zoveelste ronde aan bezuinigingen die werkende mensen te verduren krijgen. Ondanks een trage start bieden nieuwe acties belangrijke openingen voor actieve vakbondsleden.
11 februari 2014


Door Jeroen van der Starre

De campagne voor Koopkracht en Echte Banen komt geen moment te vroeg. Het is de eerste vakbondscampagne sinds de modernisering van de vakbeweging in 2011 werd ingezet. In de crisis van de afgelopen jaren hebben honderdduizenden mensen hun baan verloren. Degenen die nog wel werk hebben, komen hierdoor onder druk te staan om een hogere werkdruk te accepteren of genoegen te nemen met dalende reële lonen.

Onder het mom van het bestrijden van de crisis hebben de afgelopen kabinetten daarbij nog eens tientallen miljarden euro’s aan bezuinigingen doorgevoerd die werkende mensen hard hebben getroffen. Deze kabinetten hebben daarbij handig gebruik gemaakt van de crisissfeer om lang gekoesterde wensenlijstjes van stal te halen.

Tot nog toe bleef het stil vanuit de hoek van de vakbeweging. Toen het kabinet de vakbeweging schoffeerde, door keer op keer delen uit het toch al magere sociaal akkoord te schrappen, bleef een sterke reactie uit. Het is daarom erg goed nieuws dat er nieuwe acties op stapel staan. De achterban van de vakbeweging heeft er alle belang bij dat het verzet tegen de bezuinigingen serieus wordt opgebouwd en dat er een einde komt aan loonmatiging en oplopende werkloosheid.

Druk

FNV-voorzitter Ton Heerts staat onder druk van de leden om de daad bij het woord te voegen en in te zetten op serieuze acties. Zo werd kort voor de demonstratie van 30 november besloten dat er die dag een lopende demonstratie zou plaatsvinden, in plaats van een stilstaande bijeenkomst in de Jaarbeurs. Ook kwam hij terug op eerdere uitspraken, toen hij in november verklaarde dat stakingen tegen de bezuinigingen op de zorg en de sociale werkplaatsen wat hem betreft niet uitgesloten zijn.

Dit biedt openingen voor vakbondsleden om de strijd aan te gaan – de boodschap dat ons alle wapenen ter beschikking staan in de komende acties maakt die acties alleen maar geloofwaardiger.

Toch lijkt Heerts zijn pijlen nog vooral op de werkgevers te richten en de acties vooral een ‘economisch’ en vooral niet een te ‘politiek’ karakter te willen geven. Hij wil komende acties vooral op sectorniveau voeren, en waar het kabinet in het campagnemateriaal ter sprake komt, wordt het vooral aangesproken in zijn rol als werkgever.

Een serieuze campagne om stevige loonsverhogingen en behoud en uitbreiding van de werkgelegenheid vast te leggen in cao’s zou erg goed nieuws zijn. Maar als we de bezuinigingen van tafel willen vegen en een einde willen maken aan de aanvallen op werkers en hun rechten is er meer nodig. Een strijdbare inzet van het cao-seizoen zou gepaard moeten gaan met een strijdbare algemene campagne tegen het kabinetsbeleid als zodanig.

Weerstandskassen

Om dat voor elkaar te krijgen is het van groot belang dat de druk wordt opgevoerd op de vakbondsleiding om serieuze actievoorstellen te doen. In de eerste plaats ligt hier een verantwoordelijkheid voor de leden van het FNV-ledenparlement om te zorgen dat de noodzakelijke voorbereidingen worden getroffen voor grootschalige mobilisaties. Dat betekent dat kaderleden in het hele land bijeengeroepen moeten worden in bondsbrede actievergaderingen om de acties lokaal vorm te geven. Deze kadervergaderingen zouden regionale actiecomités moeten aanstellen om de mobilisatie en de lokale acties te coördineren. Dat betekent ook dat hun de nodige faciliteiten geboden moet worden – de weerstandskassen moeten open.

De vakbondsleiding lijkt vooralsnog niet van plan om dit op deze manier te doen. Heerts sluit stakingen weliswaar niet uit, maar heeft het dan over stakingen tegen bezuinigingen in specifieke sectoren als de zorg. Het wordt tijd dat het stakingswapen veel breder beschikbaar wordt gemaakt, al is het maar omdat alle werkers belang hebben bij bijvoorbeeld goede en toegankelijke zorg.

De komende acties en de mobilisaties hiervoor zullen openingen bieden om de druk op de vakbondstop te vergroten. Zoals het meest recent tijdens de demonstratie van 30 november bleek is er geen gebrek aan actiebereidheid, mits acties serieus worden voorbereid en geloofwaardig worden gevonden. Voor de basis van de vakbeweging en met name de kaderleden die keihard werken om hun collega’s te organiseren en te mobiliseren betekent dit dat zij nauw contact zullen moeten houden met hun vertegenwoordigers in het ledenparlement. Op die manier kan hun strijdbaarheid en standvastigheid dieper doordringen in de vakbeweging en haar belangrijkste besluitvormende orgaan.

Door de actiecampagne bewust aan te grijpen om te organiseren, kunnen vakbondsactivisten de druk op de vakbondsleiding te vergroten en in sectoren verbeteringen afdwingen. Zo kunnen we het zelfvertrouwen aan de basis vergroten, eigen kracht opbouwen en potentieel een dynamiek op gang brengen die het mogelijk maakt om echte overwinningen te gaan boeken.