De thuiszorg moet één front vormen

Eind februari bezetten boze thuiszorgmedewerkers enkele gemeentehuizen, met steun van de vakbond FNV. Zo wil het personeel de gemeenten onder druk zetten om de arbeidsvoorwaarden intact te houden van degenen die door het faillissement van TSN op straat komen te staan.
4 maart 2016


Door Mark Kilian

Het faillissement van Thuiszorg Service Nederland (TSN) volgt kort op de decentralisatie van de thuiszorg. TSN had in 2009 werk overgenomen van zorggigant Meavita, die toen over de kop ging. Behalve TSN zijn begin dit jaar nog een hele serie kleinere thuiszorginstellingen failliet verklaard, zoals Better Life (Het Gooi), Internos (Dordrecht) en Mika Thuiszorg. Ook bij het Gelderse Vérian staan 500 banen op de tocht.

De faillissementen zijn direct veroorzaakt doordat de gemeenten in 2015 hun uurtarieven voor zorg met 25 tot 30 procent hebben verlaagd. In feite zijn ze het gevolg van de decentralisatie van deze zorg van het rijk naar de gemeenten.

Tot de decentralisatie groeide de thuiszorg gestaag. Dat was voor een belangrijk deel door bezuinigingen op intramurale zorg. De opnameduur in ziekenhuizen is verkort, en ouderen en hulpbehoevenden mogen pas later een zorginstelling in. Ook op dit soort zorg wordt bezuinigd, evenals op de psychiatrie.

Dat de thuiszorg niet meer uit de AWBZ maar uit de WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning) wordt gefinancierd, betekent ook dat zorg als recht wordt ondergraven. In 2001 hadden thuiszorginstellingen bijna 347 duizend cliënten die gebruikmaakten van AWBZ verpleging en verzorging. Zo raken door de decentralisatie tienduizenden zorgwerkers hun baan kwijt, en vele tienduizenden cliënten hun zorg.

Maar het was de privatisering van de zorg die al de basis legde voor de huidige kaalslag.

Medio februari, na tienduizenden ontslagen in de zorg, kondigde staatssecretaris Martin van Rijn aan de gemeenten een bindende code op te leggen voor de inkoop van thuishulp in een Algemene Maatregel van Bestuur. Daarvoor werd 300 miljoen ‘extra’ uitgetrokken.

Tegelijkertijd bezuinigt het kabinet voor 3,5 miljard op de zorg, waarvan 1 miljard op thuiszorg. Uiteraard is het ‘extraatje’ tijdelijk en de bezuiniging structureel. Het vermogen van de zorgverzekeraars is gestegen tot circa 9 miljard euro. FNV-bestuurder Gijs van Dijk zei in september 2015 al: ‘Bizar dat we een systeem hebben waarbij zorgverzekeraars worden verplicht om miljarden op te potten, terwijl zorgpremies stijgen en mensen zorg mijden omdat het eigen risico te hoog is. Dit is geld voor zorg en dat moet aan zorg worden besteed.’

Maar dat zijn noch het kabinet noch de zorgverzekeraars van plan. Hoegenaamd zijn de Europese richtlijnen over het eigen vermogen leidend. De verzekeraars beleggen dit, en zijn zo afhankelijk van de winsten van andere commerciële bedrijven. In het geval van een nieuwe crash zijn faillissementen niet uitgesloten, en kunnen honderden miljoenen zorggeld gewoon verdampen. Ook Meavita ging ten onder aan mislukte investeringen en druk op de tarieven.

Protest

Als respons op het faillissement hebben zorgwerkers gemeentehuizen bezet in Bronckhorst, Anna Paulowna, Apeldoorn en Oss. Zo willen de verzorgenden de eis kracht bij zetten dat de gemeenten het werk van TSN laten overnemen door Buurtzorg. Dat wil driekwart van het TSN-personeel overnemen. Op het moment dat deze Socialist ter perse gaat hebben enkele gemeenten het voorstel van Buurtzorg geaccepteerd: 3350 zorgwerkers behouden daarbij hun baan.

ActiZ, de werkgeversorganisatie in de zorg, maakte zich bij monde van directeur Jan de Vries vooral druk over ‘een gelijk speelveld’ voor alle aanbieders van thuiszorg. Dat lijkt vooral een breekijzer om per instelling verschillende arbeidsvoorwaarden te kunnen forceren. Sommige gemeenten willen goedkoop schoonmaakbedrijven inhuren.

In Bronckhorst liet B&W het gemeentehuis ontruimen door de politie, waarbij twee vakbondsleden werden gearresteerd. ‘We willen geen politietoestanden’, zei FNVbestuurder Marian Beldsnijder daarom in Apeldoorn. Maar voor deze timide houding zullen ook gemeentebesturen niet buigen.

De zorgwerkers vechten momenteel voor een fatsoenlijk bestaan, en ze hebben massale steun onder de rest van de bevolking. Het gevecht voor goede zorg kan worden gewonnen. Maar de leiding van de FNV loopt achter de feiten aan. Het gevecht wordt wel mondjesmaat aangegaan, maar in de context die wordt gegeven door politiek Den Haag: decentralisatie, marktwerking en winst.

Tot de demonstratie van september was er een landelijke zorgcampagne. Die is nu met de thuiszorg mee gedecentraliseerd, waardoor hij is gaan afhangen van strijdbare groepjes ter plekke. Dat betekent voor de thuiszorg, die altijd moeilijk organiseerbaar was, dat vele duizenden zorgwerkers niet in de strijd worden betrokken.

Om die fragmentatie te overwinnen zouden de lokale en regionale zorgcomités verder uitgebouwd moeten worden. Tegelijk moet een nieuw landelijk zorgprotest worden gepland. De strijd zou moeten worden uitgebreid naar ziekenhuizen, verpleeginstellingen en andere strijdbare groepen arbeiders. Zorg zou landelijk een recht moeten zijn.

Het geld is er, maar de regering weigert het beschikbaar te stellen. Het wordt verspild aan de JSF, en cadeau gedaan aan de rijken, de banken en bedrijven. Kort geleden stapte Nederland nog naar de rechter omdat het weigerde belasting te heffen op Starbucks, waartoe het door Europa was gesommeerd. We moeten niet om dat geld gaan bedelen, maar het eisen – met ijzeren vuist.