De strijd van een vrijgevochten redneck tegen aids

In 1982 verschenen er voor het eerst berichten over de toen nog onbekende, dodelijke ziekte aids. De enige mainstream film die tot dusverre werd gemaakt met aids als onderwerp is Philadelphia (1993). Dat zegt iets over de taboesfeer waarmee deze ziekte nog is omgeven. In de film Dallas Buyers Club draait het nu eens niet om een homo als hoofdpersonage die aids heeft, maar om de homofobe en seksistische cowboy Ron Woodroof.
18 februari 2014

Door Kees Hoogendijk

In het op waarheid gebaseerde verhaal speelt acteur Matthew McConaughey op weergaloze wijze de rol van Woodroof. Hij viel bijna twintig kilo af om de uitgemergelde redneck te spelen die gokt, zuipt en seks heeft met iedere vrouw die zich – al dan niet betaald – aanbiedt. Nadat hij door een ongeluk in 1985 in het ziekenhuis belandt, krijgt hij te horen dat aids heeft in een vergevorderd stadium. De dokter verwacht dat hij nog dertig dagen te leven heeft.

Woodroof laat het er niet bij zitten. Met zijn enorme zelfvertrouwen heeft hij altijd zijn zaakjes kunnen regelen. Koortsachtig gaat hij op zoek naar medicijnen die hem misschien kunnen redden. Het redmiddel lijkt in eerste instantie de eerste hiv-remmer AZT te zijn. Terwijl het officiële medische circuit blijft experimenteren met hoge doses van het giftige AZT, vindt Ron Woodroof in Mexico een alternatieve therapie. Hij raakt bevriend met een flamboyante travestiet Rayon, met verve gespeeld door Jared Leto en samen zetten ze een handeltje op: de Dallas Buyers Club.

De film laat goed de tragiek van die jaren zien. Terwijl aids heel veel slachtoffers maakt, wordt AZT als experiment maar beperkt toegediend aan een groep patiënten. Daartoe aangezet door de machtige en kapitaalkrachtige farmaceutische industrie die de aidspatiënten gebruikt als proefkonijnen om geld aan te verdienen.

De alternatieve therapie die Woodroof aanbiedt slaat veel beter aan. Maar het beschikbaar maken van niet-goedgekeurde medicijnen brengt hem in aanvaring met regulerende instanties als de Amerikaanse Food and Drug Administration, die deze laatste hoop voor velen de bodem in probeert te slaan. Maar Woodroof zelf is ook niet bepaald een Robin Hood. Zijn handeltje is lucratief en een patiënt die te weinig geld heeft wordt de deur gewezen. En hoewel hij leert dat homoseksuelen best leuke mensen zijn en je elkaar nodig hebt in de strijd, blijft hij ook de vrijgevochten sjaggeraar die vrouwen als lustobject ziet.

De strijd die Woodroof voert voor betere medicijnen tegen zijn eigen ziekte, kent een prijs. Zijn machovrienden zien hem ineens als homo en willen niets meer met hem te maken hebben. Sterk is dan ook de scene waarin hij toevallig een van zijn vrienden tegenkomt in de supermarkt en hem dwingt Rayon een hand te geven.

Regisseur Jean-Marc Valée brengt goed in beeld met welke blinde paniek en vooroordelen de meeste aidspatiënten in die tijd te maken hadden. En al zijn er vandaag de dag hiv-remmers waarmee je een volwaardig leven kunt hebben, de vooroordelen en het taboe zijn helaas maar nauwelijks kleiner geworden.

De film Dallas Buyers Club draait sinds 23 januari 2014 in de Nederlandse bioscoop.