De strijd is nog niet over
Door Hans Lammers
De eerste drie afleveringen geven belangrijke inzichten mee in hoe stakingen, demonstraties, revolutiedreiging en socialistische propaganda bijdroegen aan zaken die nu vaak als een gegeven worden gezien: algemeen stemrecht, de achturige werkdag. We zien hoe de eerste textielfabrieken eind negentiende eeuw uit de grond worden gestampt en mensen een verlengstuk worden van de machine en de lopende band. Werkdagen van zestien uur per dag, zes dagen per week.
Uit angst voor maatschappelijke onrust maakt een parlementaire enquête uiteindelijk een begin om de wantoestanden in kaart te brengen en aan te pakken. Helaas laat de aflevering over de fabriek niet zien hoe mensen in strijd hier zelf verandering in hebben gebracht. Het is jammer dat in de eerste aflevering de mechanisering met verlies van arbeidsplaatsen wordt geaccepteerd als iets dat met het weer te vergelijken is, alsof mensen daar geen invloed op hebben.
Net als de PvdA vandaag is de documentaire weinig kritisch over hoe de productie voor winst vele levens verwoest door ontslaggolven die mensen van de ene op de andere dag ‘overbodig’ maken, omdat elders mensen gemakkelijker zijn uit te buiten of machines het werk overnemen. De aflevering over stakingen had juist een verbinding kunnen maken met hoe mensen zelf invloed kunnen uitoefenen op hoe ze produceren en hoe hun bewustzijn zich ontwikkelt in stakingen.
Desalniettemin is deze aflevering de moeite waard. Daarin sleept de eerste moderne vakbond, die van de diamantbewerkers, een loonsverhoging van 35 procent voor zijn leden binnen door goed gebruik van de stakingskas. Het gebrek aan een goed gevulde stakingskas zorgde ook dat de textielarbeiders de staking moeilijk vol konden houden, mede doordat de textielbaronnen goed samenzweerden en massa’s mensen ontsloegen om de menigte te disciplineren.
Met gevaar voor eigen leven We zien hoe de eerste socialisten in het zuiden van het land arbeiders organiseerden met gevaar voor eigen leven. Ook passeert de spoorwegstaking van 1903 de revue, waarbij de eerste staking succesvol was door de omvang en het verrassingselement.
De aflevering over de revolutie is de meest interessante omdat we daar zien hoe groot de angst bij de heersende klasse vlak na de Eerste Wereldoorlog was voor een revolutiepoging in Nederland. Belangrijke historici vertellen hoe in de arbeidersbeweging eind negentiende en begin twintigste eeuw strategiediscussies werden gevoerd over of de beweging het heft in eigen handen moest nemen door middel van een revolutie of dat de parlementaire weg moest worden bewandeld. De documentaire laat zien dat uiteindelijk revolutionairen de beste reformisten waren in die periode, omdat uit angst voor revolutie eisen als algemeen stemrecht en de achturige werkdag werden ingewilligd.
De sfeer van nostalgie in de presentatie van Gerdi Verbeet is onterecht. In een tijd waarin mensen steeds meer overwerken en het stemrecht door politieke besluitvorming in Brussel en de komst van TTIP steeds meer wordt uitgehold is deze documentaire actueler dan de makers willen laten lijken. We zullen juist moeten leren van de eerste revolutionairen, socialisten en vakbondsactivisten omdat de strijd nog lang niet gestreden is maar juist opgevoerd moet worden.