De revolutionaire kracht van beelden

Tot en met 27 november 2016 is in het Joods Historisch Museum The Power of Pictures te zien. In deze tentoonstelling wordt aan de hand van foto’s, filmaffiches en films aandacht besteed aan de culturele vernieuwing in de Sovjet-Unie net na de Russische Revolutie.
29 september 2016

Door Jeroen Joeffen

De omverwerping van het oude regime maakte niet enkel de weg vrij voor experimenten op het politieke vlak, maar was tevens het startschot voor een ongekende culturele bloei. Er was een sterke behoefte om de drastisch veranderde realiteit op nieuwe manieren weer te geven. Kunstenaars gebruikten de nieuwe techniek van fotografie en film om hun boodschap over te brengen.

De radicale vernieuwing binnen de kunst werd aanvankelijk gesteund door de machthebbers. Volgens Lenin was ‘van alle kunsten de cinema de belangrijkste voor ons’. De nieuwe leiders van de Sovjet-Unie zagen zich voor de uitdaging gesteld om een voornamelijk ongeletterde, laagopgeleide arbeidersbevolking bij de politiek te betrekken. Foto en film werden hiervoor het meest geschikt geacht. Artistieke vernieuwing en politiek activisme versterkten elkaar op deze manier.

Het is opvallend te zien hoeveel van de Russische kunstenaars uit deze periode Joods waren. De Joden waren in Rusland tot de revolutie altijd een onderdrukte groep geweest. Pas in 1917 kregen zij dezelfde rechten als de andere burgers. Veel Joden trokken na 1917 onder invloed van de nieuw gekregen vrijheid naar de grote steden, waar zij banen kregen in nieuwe sectoren zoals fotografie en film.

Joodse fotografen en filmmakers hadden geen loyaliteitsbanden met het oude regime en velen waren dan ook fanatieke aanhangers van de Communistische Partij. Zij verwelkomden de Sovjet-Unie en haar belofte van solidariteit en gelijkheid. Dat is dan ook de voornaamste reden dat Joden zo’n prominente rol speelden in de culturele bloei van de vroege Sovjet-Unie.

Perspectieven

De tentoonstelling laat zowel journalistiek als vrij werk zien van verschillende fotografen onder wie George Zimin, El Lissitzky en Boris en Olga Ignatovitsj. De meeste van deze fotografen waren verenigd in de een van de twee belangrijkste beroepsorganisaties van fotografen, de groep Oktyabr (Oktober) en de Russische Unie voor Proletarische Fotografen (ROPF). Zij verlegden de grenzen van de fotografie door de werkelijkheid op een radicale manier weer te geven.

Ondertussen ontdekten jonge filmmakers aan de eerste filmschool ter wereld verschillende manieren waarop met filmmontage de werkelijkheid kon worden gemanipuleerd. Cineasten zoals Lev Koelesjov, Dziga Vertov en Sergej Eisenstein experimenteerden met razendsnelle ritmische montage. Ongebruikelijke standpunten, snelle montage en duizelingwekkende perspectieven gaven uitdrukking aan het idee dat bij een nieuwe maatschappij een nieuwe manier van kijken hoorde. Dziga Vertov noemde dat het ‘Kino-oog’.

In de tentoongestelde foto’s, gemaakt voor tijdschriften, wordt de industrie geïdealiseerd als hét middel om te komen tot een moderne, egalitaire maatschappij met een verbeterde levensstandaard. De arbeider als de basis van de Sovjetstaat. Ook het lichaam speelde een belangrijke rol in foto en film. Sport werd een belangrijk middel om de volksgezondheid te verbeteren en om lichamelijke discipline en groepsgevoel te ontwikkelen.

Aan deze culturele bloei kwam helaas een einde met het mislukken van de Russische revolutie. Toen Stalin de macht naar zich toe trok werden de meeste avant-garde kunstenaars weggezet als ‘formalisten’. Zij zouden enkel geïnteresseerd zijn in de vorm en niet in de inhoud. Stalin stuurde vanaf het einde van de jaren twintig aan op meer eenvoudige propaganda. De aandacht voor het lichaam in de Sovjetkunst werd een ware lichaamscultus.

Filmmakers die zich niet wilden aanpassen aan deze sociaal-realistische stijl werden het slachtoffer van censuur. Veel carrières zijn hierdoor gesneuveld en kunstenaars die zich wel succesvol wisten om te scholen waren verplicht zich de rest van hun leven te conformeren.

Balans

Een minpuntje van de tentoonstelling is dat de nadruk sterk ligt op het biografische element. Van veel filmmakers en fotografen worden hun levensgeschiedenissen getoond op informatieborden met lange stukken tekst. Bij de fotografen is dit niet erg omdat het wordt aangevuld met veel werk van deze personen, maar bij de filmmakers staat daar weinig tegenover. Er is buiten een collectie filmposters van films van deze regisseurs op de tentoonstelling zelf vrij weinig tot niets van deze filmmakers te zien.

Dit wordt voor een deel goed gemaakt door een filmprogramma dat de tentoonstelling begeleidt, maar toch blijft het een gemiste kans dat er niet meer korte filmfragmenten worden getoond door de tentoonstelling heen. Nu werd er te vaak geschreven over de ritmische montage, extreme camerastandpunten en andere vernieuwingen zonder dat de bezoeker dit ook echt te zien krijgt aan de hand van filmfragmenten.

Dit gezegd hebbende is de tentoonstelling The Power of Pictures zeker de moeite van het bezoeken waard. Het geeft een mooi beeld van de culturele bloei na de Russische Revolutie en laat goed zien hoe een revolutionaire periode gepaard kan gaan met een ongekende vernieuwingsdrang, enthousiasme en creativiteit.

De tentoonstelling duurt t/m 27 november 2016. Tot dan vertoont het Joods Historisch Museum ook een dagelijks filmprogramma met klassiekers uit de Sovjet-cinema.