De regionale dynamiek van Israëls oorlogspolitiek

Dit is de vierde dag van de oorlog tegen Gaza. De angst is groot voor wat er nog komen gaat, aangezien tienduizenden Israëlische reservisten zijn opgeroepen. De Israëlische Minister Moshe Yaalon dreigt met een grootschalig grondoffensief. De oorlog lijkt op die van vier jaar geleden, maar dankzij de Arabische Lente zijn er ook hoopvolle verschillen.
17 november 2012

Door Miriyam Aouragh, Westelijke Jordaanover, Palestina

Sinds vannacht is er een hevige opvoering van Israëls militaire operaties in Gaza. Met meer dan 180 nieuwe aanvallen is het dodental gestegen tot 40. Specifieke en volledige details zijn moeilijk te vergaren, alles gebeurt snel en hevig. Het is voor ons een uitputtingsslag om de ontwikkelingen te volgen. Onder de getroffen doelen zijn het kabinet,
willekeurige huizen, pleinen en zelfs speeltuinen. In Rafah is een groep bewoners geraakt in de buurt
van Zuhur, daarbij is Mukhlis Adwan en een ander slachtoffer omgekomen. In Tel al-Sultan (Rafah) is
ook minstens een persoon omgekomen. Verder zijn in het Maghazi vluchtelingenkamp Ali Manameh,
Hossam Abdel Jawad en Assaf Gharwish gedood.

De bittere ironie is dat juist Ahmed Jabari is geliquideerd: de Hamas-officier die de afgelopen vijf
jaar aanvallen op Israël heeft voorkomen. Volgens de Israëliër Gershon Baskin, die bij de
onderhandelingen betrokken was, speelde Jabari een cruciale rol in de vrijlating van de Israëlische
soldaat Gilad Shalit en werd Jabari slechts enkele uren nadat hij een conceptplan voor een
permanente wapenstilstand was overeengekomen, gedood. Deze oorlog wordt over het algemeen
als een verkiezingsstunt gezien.

De regionale impact is ondertussen ook voelbaar. Het lijkt alsof Israëlische politici aanvankelijk een
oorlog met Iran wilden beginnen, maar aangezien dit in de huidige omstandigheden door geen van
haar bondgenoten – de VS voorop – wordt gesteund, Israël voor een nieuwe ronde aanvallen op
Gaza gekozen heeft. Maar de situatie is sinds de Arabische revoluties veranderd ten opzichte van de
oorlog in 2008. Het meest opvallende is de aanwezigheid van hoge Arabische figuren.

Nadat de Egyptische premier Hisham Kandil gister Gaza bezocht (voor het eerst in 42 jaar) kondigde
Tunesië ook een staatsbezoek aan. Inmiddels is de minister van Buitenlandse Zaken van Tunesië
inderdaad aangekomen in Gaza. Dit is ongekend. In feite fungeren deze hoge figuren als menselijk
schild, de Israëlische aanvallen zijn desondanks doorgegaan.

Er is ook een andere regionale dynamiek. In Jordanië, ten oosten van Palestina, vinden tegelijk met
de oorlog op Gaza historische protesten plaats, maar naast de woede over de sociaaleconomische
situatie waar het in eerste instantie om gaat, gaan de leuzen en eisen ook over de situatie van de
Palestijnen. Dit is een unicum voor Jordanië.

Ten zuiden van Palestina, in het belangrijkste land van de regio, is de impact van de Arabische
revoluties ook heel zichtbaar. Duizenden Egyptenaren zijn de straten opgegaan om tegen de oorlog
van hun Palestijnse buren te protesteren, velen hebben zich als vrijwilliger opgegeven en zijn de
grens overgegaan om in ziekenhuizen te werken, zo ook Abdel Moneim Aboul-Fotouh, een belangrijk
figuur en vorig presidentskandidaat die ook arts is.

Deze situatie heeft de oude machtsverhoudingen verschoven en daarmee is deze ‘Operation Cloud Pillar’ oorlog een andere dan de 2008 ‘Operation Cast Lead’. In feite is deze oorlog een test voor de nieuwe president Morsi, het lijkt erop dat de acties van Israël hem dwingen een sterkere positie in te nemen om de wil van zijn volk te representeren, al had hij zich liever op de vlakte gehouden.

Tot slot, terwijl de raketten die op Israël afgevuurd worden met een geavanceerd luchtafweersysteem onderschept worden, gaat de bommenregen hier door. Dit bevestigt nogmaals het enorme disproportionele karakter, Gazanen hebben schuilkelders noch raket-afweersystemen.