De problemen in het pensioenakkoord waar Jongerius ons niet over vertelde

Toen het pensioenakkoord in juni van dit jaar in een referendum aan de vakbondsleden werd voorgelegd, verzekerde Agnes Jongerius ons dat de normleeftijd in 2020 weliswaar op 66 jaar zou komen te staan, maar door de pensioenen aan de werkelijk verdiende lonen te koppelen in plaats van aan de cao-loonstijgingen zouden we toch gewoon nog met 65 jaar met pensioen kunnen gaan. Met deze boodschap stemde een meerderheid van de vakbondsleden voor het voorstel. De vakbondstop was er echter vergeten bij te vermelden dat er nogal wat haken en ogen aan zitten.
24 november 2010

Jongerius beweerde dat de 6,5 procent die jaarlijks op onze AOW wordt gekort, nagenoeg geheel zou worden gecompenseerd door een extra stijging van de AOW met 0,7 procent per jaar vanaf 2011. Maar ze vertelde niet het hele verhaal.

Ten eerste is het zeer onwaarschijnlijk dat deze 0,7 procent extra indexatie per jaar werkelijk zal worden gehaald. In economisch goede tijden is dit al zeer hoog en in economisch slechte tijden zelfs onrealistisch te noemen. Het CBS kwam reeds met een schatting van gemiddeld 0,5 procent. Maar daar blijft het nog niet bij.

67 jaar in 2025

In het pensioenakkoord staat dat de AOW-leeftijd in 2025 nog verder wordt verhoogd naar 67 jaar. Dit betekent dat vanaf 2011 de extra indexatie jaarlijks 1 procent moet zijn om de korting van 13 procent (twee maal de 6,5 procent) op te vangen, als je tegen die tijd toch nog met 65 jaar de AOW in wilt gaan. Op basis van de CBS-prognose kom je dan echter zo’n 5,5 procent te kort.

Ten derde hebben we het tot nu toe alleen nog maar gehad over de AOW en nog niet over het aanvullende pensioen. In het akkoord tussen werkgevers en werknemers wil men met ingang van 2011 alle berekeningen al laten uitgaan van de hogere uittredingsleeftijd van 66 jaar en vervolgens in 2015 van 67 jaar. Daardoor zal er bij een toekomstige uittrede met 65 jaar te weinig zijn gereserveerd in de pot en dat betekent ook nog eens korting op je aanvullende pensioen, ofwel: er zal op eigen kosten moeten worden bijgespaard.

Het ziet er dus naar uit dat Jongerius zich weer eens met een kluitje in het riet heeft laten sturen en medeverantwoordelijk is voor de zoveelste uitverkoop van onze belangen. Wederom is het de arbeidersklasse die een daling in de levensstandaard krijgt te verduren, omdat wij moeten betalen voor een crisis die veroorzaakt is door de rijken. Dit terwijl de grote bedrijven en de rijken ondertussen al weer winsten maken zoals voor het uitbreken van de crisis.

Veelvoud van 4 miljard

Een verhoging van de vermogensbelasting en het afschaffen van de ‘villasubsidie’ van huizen boven de 350.000 euro levert in tien jaar echter een veelvoud op van de 4 miljard ‘besparing’ op de AOW. Tevens blijkt uit recente cijfers van het CBS dat de balansen van de pensioenfondsen 29 procent harder stijgen dan er wordt uitgekeerd. Ook blijkt uit dezelfde bron dat door stijgingen van de obligaties en aandelenkoersen de daling ten gevolge van de crisis al weer bijna ongedaan is gemaakt.

Terwijl het vermogen van de fondsen dus stijgt, blijft de dekkingsgraad zo laag, dat bij diverse fondsen op de uitkeringshoogte dreigt te worden gekort. Dit is alleen maar te verklaren door een absurditeit. Namelijk dat de fondsen moeten rekenen, alsof het rendement op hun vermogen gedurende de hele opbouwtijd van ons pensioen niet hoger zal zijn dan de extreem lage kapitaalrente van nu. Terecht is een SP-motie aangenomen om dat te herzien. Maar of die op tijd zal worden uitgevoerd is zeer de vraag.

Elke andere verandering van het pensioenstelsel is onnodig en ongewenst. Inmiddels is tussen bazen en bonden onenigheid groeiende over de precieze interpretatie van dit akkoord. De enige oplossing is om het overlegmodel te verlaten en de straat op te gaan om de verhoging van de AOW-leeftijd alsnog terug te draaien. Elke wet die is aangenomen kan ook worden teruggenomen, als de maatschappelijke druk maar groot genoeg is. Daarbij zou ons credo moeten zijn: haal het geld waar het zit, belast de rijken.