‘De Palestijnen hebben iemand nodig die nee zegt’ – Een interview met Khaled Hroub

De westerse wereld reageerde geschokt toen Hamas eind januari 2006 onverwacht met overgrote meerderheid de verkiezingen won voor de Palestijnse Wetgevende Vergadering. Khaled Hroub schreef het boek ‘Hamas – A Beginner’s Guide’. Alle belangrijke onderwerpen, zoals de houding van Hamas ten opzichte van Israël en Fatah, haar religieuze overtuiging, de zelfmoordaanslagen en de sociale politiek komen aan bod. Bij deze publiceren we opnieuw het interview met Khaled Hroub dat eerder verscheen in De Socialist 191 van februari 2007.
20 november 2012

De Socialist: De spanningen tussen Hamas en Fatah lijken burgeroorlogachtige proporties aan te nemen in de Gazastrook en de Westelijke Jordaanover. Fatah wordt zelfs bewapend door de VS. Hoe groot is het gevaar van een burgeroorlog volgens jou?

Khaled Hroub: De gevaren zijn enorm, ondenkbaar groot. Als ze deze weg opgaan van burgeroorlog zullen ze hun kracht uitputten in een intern conflict, wat natuurlijk Israël ten goede komt. Israël vindt het wel goed als Palestijnen elkaar bevechten in plaats van Israël. Ten tweede is het voor de buitenwereld niet goed, omdat het zogenaamd laat zien dat de Palestijnen niet geschikt zijn voor vrede of zelfbestuur. Dit zal de Israëlische bezetting direct en indirect doen voortduren.

Ondertussen is de situatie in de Westelijke Jordaanoever en in Oost-Jeruzalem in termen van de bezetting zelf dag in dag uit aan het verslechteren. Je hebt de nederzettingen, de de-arabisering van Jeruzalem, je hebt de Muur, die steeds meer van het Palestijnse land afpakt. Dus de Palestijnen hebben juist hiertegen te vechten. In de ogen van velen van hen is Fatah direct of indirect Amerikaanse en Israëlische politiek aan het uitvoeren. Ik denk dat Fatah een historische fout heeft gemaakt door afzijdig te blijven van samenwerking met Hamas.

DS: Dit is ook wat Hamas wil doen, de energie richten op Israël?

KH: Ja, vanaf het begin was het de opstelling van Hamas om Fatah een plek aan te bieden in de nationale eenheidsregering. Ongelukkigerwijs weigerde ze dit. Eigenlijk wilde Fatah dat Hamas zou falen. Deze houding werd gestimuleerd door Israël, de VS, de meeste Europese landen en veel van de Arabische landen. Met sancties moest de Hamas-regering kapot gemaakt worden zodat ze vervolgens konden zeggen: ‘Kijk toch eens, ze hebben gefaald’. De realiteit is dat de Palestijnen zelf de hoogste prijs betalen voor deze politiek.

DS: Waarom hebben de Palestijnen op Hamas gestemd?

KH: Ten eerste vanwege de voortzetting van de gruwelijke bezetting door Israël. De omstandigheden waaronder de Palestijnen leven zijn extreem slecht. Al het gepraat over het ‘vredesproces’ onder andere door Fatah na het Oslo-akkoord in 1993, tot aan vandaag de dag, verhult de situatie dat in feite de Palestijnen geen enkel positief resultaat hebben gemerkt in hun eigen omgeving. Integendeel. Tijdens deze zogenaamde vredesjaren is de omvang van de nederzettingen in de Bezette Gebieden verdubbeld, de situatie in Oost-Jeruzalem is zelfs slechter dan voor het vredesakkoord.

Het akkoord zou een oplossing bieden voor de grote onderwerpen zoals de terugkeer van vluchtelingen, de verwijdering van nederzettingen en de grenzen van de Bezette Gebieden. Daarvan kwam niets terecht. De Palestijnen bereikten het ultieme punt van frustratie. De roep was: ‘We hebben iemand nodig die nee zegt, we volgen deze onzin niet meer.’

Daarnaast is er de corruptie geweest van de Palestijnse autoriteit onder Fatah. Ten derde hebben Palestijnen gestemd op Hamas vanwege het grote sociale netwerk op wijk- en straatniveau. Hamas heeft veel organisaties, van sportclubs tot liefdadigheidsinstellingen en scholen. En deze organisaties functioneren op een eerlijke, niet-corrupte manier.

DS: Dit kenmerk van Hamas wordt stelselmatig genegeerd in de westerse media. Die lijken vooral geïnteresseerd in het beeld van Hamas als terroristische organisatie. Er wordt vooral bericht over de militaire vleugel van Hamas. Je schrijft in je boek dat deze echter een klein deel van de organisatorische capaciteit vormt van Hamas. Kun je verklaren waarom de sociale programma’s voor de gemiddelde Palestijn zo’n grote betekenis hebben gekregen?

KH: De Palestijnen leven al sinds 1967 onder de bezetting. Hamas is ontstaan in 1987. Voor het ontstaan van Hamas was er haar voorloper, de Moslimbroederschap. Deze organisatie bestond al voor het ontstaan van de staat Israël in 1948. De wortels van Hamas zijn dus ouder dan Israël zelf. Gedurende al die jaren hebben ze gebouwd aan een sociale infrastructuur.

De Palestijnen hadden geen regering. De Israëlische regering ging met hen om alsof ze tienderangsburgers waren. Ze leefden en leven op het absolute minimum. In zulke omstandigheden ontstond Hamas als een lokale kracht voor brede hulp aan de Palestijnen. Ze gingen de confrontatie aan met Israël en voerden tegelijkertijd hun sociale activiteiten op.

DS: Hamas wordt hier afgeschilderd als een fundamentalistische, vrouwvijandige organisatie. In hoeverre klopt dit beeld?

KH: Hamas heeft twee doelen die ze tegelijkertijd vervult – de bevrijding van Palestina en de ‘islamisering’ van de maatschappij. Maar de vraag is natuurlijk wat met dat laatste precies wordt bedoeld. Hamas is bijvoorbeeld lang niet zo extreem als de Taliban in Afghanistan.

Tegelijkertijd staat zij niet zo open voor het niveau van vrijheid en verworvenheden dat vrouwen in veel Arabische en moslimlanden wel hebben bereikt. Vrouwen binnen Hamas zijn vooral actief op de universiteiten, in scholen, ziekenhuizen, bedrijven en de media. Tijdens de verkiezingen had Hamas 13 vrouwen op de lijst van 66 verkiesbare plekken staan. Toch nemen vrouwen in Hamas over het algemeen geen leidende posities in. Myriam Saleh – de enige vrouw in de huidige Hamasregering – verzekerde overigens dat Hamas het dragen van de hoofddoek niet zal afdwingen.

DS: Wat vind je van de beschuldiging dat Hamas ‘antisemitisch’ zou zijn?

KH: De term ‘antisemitisch’ is problematisch wanneer ze wordt gebruikt om Palestijnse of Arabische percepties van joden te beschrijven, omdat Palestijnen en Arabieren zelf semieten zijn. De vraag is dan eerder in hoeverre Hamas ‘anti-joods‘ is.

Tolerantie jegens joden en christenen is in de islamitische traditie gegrondvest in de Koran, waar de gemeenschappelijke wortels van islam, judaïsme en het christendom zijn erkend, en respect voor joden en christenen van moslims wordt verlangd. Hamas is in religieus opzicht niet anti-joods. Hamas is antizionistisch. Ze definieert een zionist als ‘een persoon die het vestigen van een Joodse staat in Palestina tot focus heeft’.

DS: Dit raakt aan het thema van de ‘erkenning van de staat Israël’, die volgens bijvoorbeeld de EU nodig zou zijn om met Hamas te kunnen onderhandelen. Heeft Hamas nog steeds de ‘destructie van de staat Israël’ als doel?

KH: Dit is onduidelijk. Dat staat los van het vraagstuk over antisemitisme. Het heeft veel meer te maken met de vraag hoe reëel de tweestatenoplossing is. Er is nu geen Palestijns land met een levensvatbare staat waar Palestijnen makkelijk van de ene plek naar de andere kunnen. De watervoorraden staan ook onder Israëlische controle. De Palestijnen worden in zoveel opzichten gemarteld.

Dit alles leidt tot een soort van bantoestansituatie, vergelijkbaar met de getto’s van zwart zelfbestuur in Zuid-Afrika tijdens de apartheid. Je hebt een deel van de Palestijnse bevolking dat in contact met elkaar staat via wegen, die echter onder controle staan van de Israëliërs. De Israëliërs waren gruwelijk en slim in het ontmantelen van Palestijns land. Het creëren van een Palestijnse staat werd dus extreem moeilijk – zo niet onmogelijk.

Al het gepraat over een tweestatenoplossing is nu in twijfel getrokken. Sommigen mensen praten over een eenstaatoplossing of een binationale oplossing – de vestiging van een democratische staat waar noch de Israëlische noch een andere nationaliteit de bovenhand heeft, waarin de mensen als burgers moeten leven die tot een bepaald land horen met bijbehorende rechten.

Dit idee is aantrekkelijk voor mensen die vanuit een humanistisch oogpunt kijken, en met het oog op universele rechten een einde willen aan dit conflict. Maar het wordt volledig afgewezen door de Israëlische staat, omdat dit een recept is voor vernietiging van de Israëlische staat als een zuiver Joodse entiteit.

DS: Hoe zit het met de zelfmoordaanslagen van Hamas?

KH: Ik veroordeel ze. Ik denk dat het een van de grootste fouten is in de strategie van Hamas. Ik denk dat ze de Palestijnse zaak en het Palestijnse volk een slecht imago hebben bezorgd.

Tegelijkertijd moeten we wel naar deze acties kijken in de juiste context. Ik beschouw ze als een onderdeel van twee acties. De Israëlische moorden op Palestijnse burgers en de moorden van Palestijnen op Israëlische burgers. Deze twee dingen gaan hand in hand. Je kunt ze niet van elkaar scheiden. Qua karakter zijn de zelfmoordaanslagen hetzelfde als wat het Israëlische leger doet met Palestijnse burgers.

Als je het aantal slachtoffers vergelijkt, is er wel een verschil. Het aantal Palestijnse slachtoffers van Israëlisch geweld is vijf maal zo hoog als het aantal Israëlische slachtoffers in dezelfde periode. Het vermoorden van burgers is aan beide kanten afschuwelijk. Maar we moeten wel eerlijk zijn en naar het totale plaatje kijken. Dit is een van de meest beschamende aspecten van de verslaggeving in de westerse media.

Wanneer Israëlische burgers omkomen, wordt daarvan uitgebreid verslag gedaan, maar over Palestijnse burgerslachtoffers horen we vaak niets. Het is alsof de westerse media het goed vinden als er in de Bezette Gebieden Palestijnse burgerslachtoffers vallen door gebruik van de modernste wapens.

DS: In je boek schrijf je dat Hamas – om een einde te maken aan de zelfmoordaanslagen – voorstellen deed aan Israël op voorwaarde dat Israel ook zou ophouden met het doden van Palestijnse burgers. Israël heeft deze voorstellen altijd afgewezen. Wat waren hiervan de gevolgen?

KH: Dit is een ander belangrijk onderwerp waar bijna niet, of liever gezegd nooit, over wordt gesproken door de westerse media.

De zelfmoordaanslagen begonnen in 1993. In alle gevallen zei Hamas dat het om een vergeldingsactie ging, een reactie op daden met hetzelfde karakter. De eerste zelfmoordaanslag kwam nadat een kolonist het vuur opende op Palestijnen die aan het bidden waren in een moskee. Hij doodde 27 Palestijnse burgers in één keer. De aanslag werd gerechtvaardigd als wraak voor deze daad. Sindsdien heeft Hamas iedere aanslag verbonden aan eenzelfde aanval van Israël van hetzelfde karakter.

Hamas heeft herhaaldelijk aan Israël te kennen gegeven te willen stoppen met dit soort aanslagen als Israël zou verklaren geen burgers meer te doden. Sinds dit in 1994 voor het eerst in een persbericht naar buiten kwam heeft Hamas bijna elke maand hetzelfde statement gemaakt. De Israëlische reactie is iedere keer weer: ‘Nee, we zullen niet praten met terroristen’.

Deze weigering te onderhandelen brengt Palestijnen en ook Israëliërs in een risicovolle situatie. Als de Israëlische staat in het begin had gezegd: ‘Oké, we zullen geen Palestijnse burgers treffen’, zouden beide kanten zich meer hebben geconcentreerd op militaire doelen en zou dit heel veel levens hebben kunnen redden.

DS: Hoe interpreteerde Hamas de overwinning van Hezbollah op Israël tijdens de oorlog van deze zomer?

KH: De oorlog in Libanon liet zien dat het project van verzet, zoals ook Hamas dit uitdraagt, levensvatbaar en succesvol is. Namelijk: de Israëlische bezetting bevechten, niet alleen in Palestina maar in de regio in zijn geheel.

DS: De huidige Hamas-regering loopt het gevaar van het gedeeltelijk opgeven van de strategie van verzet, in ruil voor het opnemen van bestuurlijke taken. Zie je het streven naar het recht op terugkeer of de strijd voor de rechten van Palestijnen buiten de Bezette Gebieden hierdoor in gevaar komen?

KH: Hamas zit in een moeilijk positie omdat ze in eerste instantie geen controle wilde hebben over de regering. Ze wilde niet een meerderheid halen in de verkiezingen, omdat de logica van Oslo erg beperkt is. Oslo is in zijn meest optimistische versie een verdrag over de vestiging van een quasi-onafhankelijke Palestijnse staat in de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook, zonder het probleem op te lossen van de vluchtelingen als gevolg van de diaspora van 1948.

Als je de regering vormt van een Palestijnse Autoriteit die in eerste instantie is gebouwd op basis van Oslo, is het moeilijk om tegelijk Oslo af te wijzen. Dit is een reëel dilemma. Aan de ene kant zegt Hamas: Oslo is dood en dit is een nieuwe periode. Maar zelfs de Palestijnse Wetgevende Vergadering heeft ingestemd met het Oslo-akkoord, en dat kan Hamas niet ontkennen. De tegenstelling is die van het hebben van aspiraties voor een gevecht voor het historische Palestina en aan de andere kant het functioneren in een politiek systeem dat je beperkt tot niet meer dan 20 procent daarvan. Ik denk dat Hamas zich de complexiteit van de situatie realiseert maar er nog geen antwoord op heeft gevonden.

DS: Hier komt nog bij dat de Hamas-regering te maken heeft met een boycot van Amerika en Europa. Je haalt in je boek onze minister Bot even aan, die zei dat de Palestijnen maar de consequenties moesten accepteren nu ze voor Hamas hadden gekozen.

KH: Ik weet niet of dit statement de officiële lijn van de regering vertegenwoordigde, maar als dat het geval was denk ik dat dit walgelijk is. Het Westen wil zogenaamd dat de Palestijnen en de moslims de democratie toepassen. Het ABC van de democratie houdt in dat de wil van het volk bepaalt of deze of een andere groep een regering vormt.

Toen het Westen een boycot organiseerde was dat een heel krachtige en negatieve boodschap aan de Palestijnen, de Arabieren en aan zoveel mensen in de wereld. Namelijk de boodschap dat de enige democratie die we willen accepteren een democratie is die groepen aan de macht brengt die een prowesterse agenda hebben.

Dit is hypocriet. Mensen in het Midden-Oosten vinden daarom de democratie in Palestina of Irak maar een grap. Ze denken: ‘Het Westen heeft eigenlijk een heel andere agenda. ‘Democratie’ is maar een dekmantel om onze olie te exploiteren.’

Khaled Hroub werd geboren in een Palestijns vluchtelingenkamp in Bethlehem en is directeur van het Arabisch Media Project van de Universiteit van Cambridge. Tevens is hij wekelijks te zien op Al-Jazeera, waar hij een boekenprogramma presenteert.