De Moslim Broederschap: tussen electoraal succes en de straat
Foto: Demonstranten op Tahrir roepen leuzen ter ere van degenen die afgelopen jaar gedood werden door de veiligheidspolitie, 20 januari 2012.
Door Willemijn Wilgenhof
Een van de centrale vragen op het moment is hoe de Moslim Broederschap zich in de praktijk zal verhouden tot het leger. Wat zullen zij doen als ze straks de grootste partij in het parlement zijn, maar van het leger geen ruimte krijgen voor hervormingen? Zullen zij de straat op gaan en het land platleggen, of zullen ze de beperkingen van het leger accepteren?
Het waarschijnlijke antwoord bleek afgelopen maand, toen een lid van de Moslim Broederschap een rechtszaak aanspande tegen drie leden van de Egyptische Revolutionaire Socialisten. De aanklacht? De mannen zouden de staat willen omverwerpen en staatsgebouwen willen bezetten. Deze aanklacht werd overgenomen op de voorpagina van de krant van de politieke partij van de Moslim Broederschap. Het is een teken van de groeiende samenwerking tussen de Broederschap en het regime in hun pogingen de revolutie tegen te gaan.
Tegelijkertijd liet de aanklacht de interne verdeeldheid zien binnen de Moslim Broederschap. Vooral jonge leden van de partij hebben kritiek geleverd op de aanklacht en zette de partij dermate onder druk dat verschillende leiders van de Moslim Broederschap zich gedwongen voelden zich uit te spreken tegen de aanklacht. Uiteindelijk is de aanklacht ingetrokken.
Dit laat zien dat ook de Moslim Broederschap onderhevig is aan verschillende krachten: vanaf het begin hebben veel jongeren binnen de partij op straat gevochten tegen de politie en het leger, terwijl de leiders van de partij in achterkamertjes probeerden dealtjes te sluiten met de generaals. Juist op dit punt komen de klassenverschillen tussen de top van de partij en haar basis het sterkst tot uiting: waar de elite gedeelde economische belangen heeft met het leger en de rest van de heersende klasse van Egypte, zijn veel jonge activisten binnen de Moslim Broederschap meer toegewijd aan het revolutionair proces.
Verkiezingsoverwinning
Het is duidelijk dat de Moslim Broederschap bereid is vérgaande compromissen te sluiten om zelf te kunnen regeren. Hoe is het mogelijk dat zo’n partij toch zoveel stemmen heeft gewonnen bij de laatste verkiezingen? Hier zijn een aantal factoren voor aan te wijzen. Allereerst was de Moslim Broederschap jarenlang de belangrijkste oppositiebeweging tegen het gehate regime van Mubarak. De partij heeft decennia van repressie, martelingen en onderdrukking doorstaan. Mede door deze lange geschiedenis van verzet is de Moslim Broederschap goed georganiseerd en diep in de samenleving verankerd.
Bovendien heeft de partij jarenlang gefunctioneerd als een soort alternatief voor de niet functionerende staat, waardoor ze een goed contact hebben opgebouwd met mensen vanuit verschillende sociale achtergronden. Tijdens de verkiezingen hebben ze hier slim gebruik van weten te maken. Zo heeft de partij bijvoorbeeld ladingen meelzakken en geiten met daarop het stempel van de partij laten bezorgen in plattelandsdorpen en armere stadswijken.
Door hun manier van organiseren heeft de Moslim Broederschap ‘de politiek’ bovendien dichter naar de mensen gebracht: men kent altijd wel iemand die iemand kent bij de partij, waardoor de weg naar een lid van de Moslim Broederschap kort is. Dit staat in sterk contrast met veel van de traditionele politici van Egypte, die als ver weg, corrupt en onbetrouwbaar gezien worden.
Het is bovendien een moeilijkheid voor veel nieuwe partijen die sinds de revolutie zijn opgericht: zij hebben – nog – geen achterban in de wijken en dorpen van Egypte weten op te bouwen. Dit geldt ook voor de Revolutionaire Socialisten: hoewel zij een prominente rol hebben gespeeld in de gevechten rondom Tahrir en op veel plekken een onderdeel zijn van de vakbeweging, zijn ze nog te weinig geworteld in de samenleving waardoor ze veel Egyptenaren nog geen electoraal alternatief kunnen bieden.
Ook binnen het publiek debat wist de Broederschap als een serieuze optie naar voren te komen. In de maanden voor de verkiezingen bleef het politiek debat erg aan de oppervlakte, waardoor het vooral over ‘identity politics’ ging. Hoewel de Moslim Broederschap een economisch programma vol tegenstellingen heeft – met aan de ene kant veel liberale voorstellen die gericht zijn op verdere privatisering van de samenleving, en aan de andere kant juist sociale voorstellen waarbij de armen en de zwakken geholpen en beschermd worden – was dit binnen het publiek debat geen groot thema. De Moslim Broederschap wist zichzelf niet alleen neer te zetten als hét islamitische alternatief, maar ook de liberalen een imago mee te geven van ‘anti-religieus’ – in plaats van niet-religieus – wat het nodige effect had voor hun campagne.
Momentopname
Al deze factoren bij elkaar opgeteld gaven de Moslim Broederschap een voorsprong binnen de verkiezingen. Bovendien maakt het deels ook inzichtelijk waarom de salafisten zo veel stemmen konden krijgen: zij konden een islamitisch alternatief bieden dat nog niet ‘verziekt’ is door de vele compromissen die de Moslim Broederschap inmiddels heeft gesloten.
Dit betekent nog niet dat Egypte ineens zal veranderen in een islamistische staat. Als de Moslim Broederschap straks een regering zal vormen, zullen ook zij op veel manieren onder druk komen te staan. Allereerst zullen ze moeten laten zien wat ze waard zijn: kunnen ze voldoen aan de vele economische eisen waarvoor de bevolking tijdens de revolutie heeft gevochten? Kunnen ze zorgen voor werkgelegenheid, voor een minimum inkomen en betaalbaar brood?
De uitslag van de verkiezingen is slechts een momentopname en zal niet het einde van de revolutie betekenen. De kans is groot dat duidelijk zal worden dat de Moslim Broederschap de ‘werkende armen’ van Egypte niet kan bieden waar zij op straat voor gevochten hebben. Het is echter de vraag welke politieke conclusies er aan deze ‘teleurstelling’ verbonden zullen worden: dit zal een politiek gevecht worden dat waarschijnlijk nog enkele jaren zal duren.
Tegelijkertijd is het duidelijk dat de activisten op straat en in de fabrieken niet vervangen worden door ‘fundamentalisten’ die een islamistische staat willen oprichten. De afgelopen maanden laten een enorme toename zien van het aantal demonstraties, en de hoeveelheid mensen die weer de straat op gaan. Alleen al in december waren er bijvoorbeeld meer dan 100 spontane stakingen onder leraren. De parlementsverkiezingen zullen de revolutie niet stilleggen: precies een jaar na het begin van de revolutie is het gevecht om de uitkomst van de revolutie nog in volle gang.
Lees ook het interview met Hossam el-Hamalawy en het artikel over Neoliberalisme en dictatuur in Egypte – de sociale wortels van de revolutie.