De massabeweging in Brazilië
De opstand brak spontaan uit in een maand die door massamedia, regering en zakenlieden gereserveerd was voor een kunstmatige viering van de Confederations Cup. Dit gebeurde tot grote verbazing van de regering, radicaal links, FIFA en de Braziliaanse bevolking, die nog twijfelde aan haar capaciteit voor collectieve actie en zelforganisatie.
Aanvankelijk waren de protesten alleen gericht tegen prijsstijgingen in het openbaar vervoer in São Paulo, maar al snel waren er ook demonstraties tegen overheidsinvesteringen in de WK en voor het behoud van openbare voorzieningen. De protesten vonden vrijwel dagelijks plaats en werden steeds radicaler. Mensen bezetten wegen in de stad. Aan de eerste protesten namen tussen de 5000 en 10.000 mensen deel. De politie trad gewelddadig op en arresteerde tientallen activisten. Ook in Rio gebruikte de politie harde repressie tegen protesten.
Overwinningen
Dat was het keerpunt: de protesten ontwikkelden zich tot een landelijke volksopstand met massale demonstraties in het hele land, van grote steden tot kleine plaatsen. De beweging werd zo massaal dat politici die eerder politierepressie verdedigden en weigerden in te gaan op de eisen, zich gewonnen gaven en besloten de tarieven in het openbaar vervoer in de meeste steden te verlagen. Maar belangrijker was dat de strijd het vertrouwen in collectieve actie herstelde en bewees dat zelforganisatie de manier is om te winnen.
Enkele dagen later kondigde president Dilma Rousseff investeringen aan in openbaar vervoer en onderwijs. Ook zou er een referendum komen over politieke hervormingen. Tegelijkertijd zou het bezuinigingsbeleid echter gewoon doorgaan, wat de vraag oproept of het investeren in openbare voorzieningen wel een reëel vooruitzicht is. Ook het referendum is een ingewikkeld voorstel. Wie zou de vragen opstellen? De regering en de rechtse oppositiepartijen? Is het dan wel een echte volksraadpleging?
De protesten braken uit in een tijd dat de arme bevolking en de arbeiders het gevoel hadden dat hun leven de laatste jaren juist was verbeterd. Hier zijn meerdere redenen voor, maar de belangrijkste zijn een inkomensstijging door sociale programma’s, de groei van krediet en de toestroom van miljoenen mensen tot de formele arbeidsmarkt, vooral in flexibele banen, maar wel met bepaalde arbeidsrechten en -wetgeving.
Maar Brazilië heeft historisch gezien een gebrek aan elementaire progressieve hervormingen, zodat zelfs kleine veranderingen een reëel verschil kunnen maken in de beleving van mensen. Neem bijvoorbeeld de strijd van de MST, de beweging van landloze boeren, die vecht voor een landhervorming die zowel de vorige president Lula als de huidige president Dilma Rousseff hebben verzuimd door te voeren. Een ander voorbeeld betreft openbare voorzieningen, met name openbaar vervoer, onderwijs en zorg. Hoewel mensen verbeteringen zien in inkomen en werkgelegenheid, is er woede over de slechte kwaliteit van openbare voorzieningen.
Staatsschuld
Tegelijkertijd geeft de regering meer dan 40 procent van haar begroting uit aan het afbetalen van de staatsschuld en leningen aan particuliere bedrijven voor de bouw van stadions en projecten voor het WK Voetbal in 2014. Kortom, er is nooit genoeg geld voor arbeiders en gewone mensen, maar wel voor FIFA en de grote kapitalisten.
De vonk voor de opstand was de prijsstijging in het openbaar vervoer in een aantal steden. Begin juni maakten de burgemeester en de gouverneur van Sao Paulo bekend dat de tarieven van bus en metro zouden stijgen. Movimento Passe Livre, een beweging die ijvert voor gratis openbaar vervoer, riep meteen op tot acties.
Nieuwe fase
De beweging gaat momenteel een nieuwe fase in. Veel gemeentelijke instellingen zijn bezet om andere eisen binnen te halen. De strijd gaat om meer dan openbare voorzieningen en de tarieven van het openbaar vervoer. Er is ook een gevecht voor nieuwe vormen van werkelijke democratie, voor de zelforganisatie van de bevolking en tegen politiegeweld. De beweging voor gratis openbaar vervoer heeft daarnaast de doelstelling om de stad te veranderen ten gunste van de werkenden en de armen. Ook dat is een belangrijk element.
Een ander belangrijk element is de deelname van mensen uit de arbeidersklasse en de arme bevolking. Er worden protesten gehouden in de arme buitenwijken van de grote steden tegen de stijging van de kosten van levensonderhoud, zoals voedsel en huisvesting. Een belangrijke ontwikkeling was een nationale dag van stakingen en demonstraties, waartoe was opgeroepen door vakbondsfederaties en sociale bewegingen. Antikapitalistisch links was vanaf het begin betrokken bij de juniopstand en staat nu voor de enorme taak om activisme van onderop te versterken en de strijd op te bouwen op straat, op de werkplekken en in arme gemeenschappen.
Daarbij moet links ruimte creëren voor organisaties aan de basis en de banden versterken tussen arbeiders, de arme bevolking, jongeren, sociale bewegingen en activisten om zo een nieuwe, sterke antikapitalistische beweging op te bouwen in Brazilië.
Dit artikel is gebaseerd op de inleiding van de Braziliaanse socialist Henrique Sanchez in juli op het jaarlijkse Marxism Festival in Londen.