De Libiërs kunnen Kadhafi verslaan

De revolutie in Libië staat op een tweesprong. Het heeft de Arabische revoltes verder uitgebreid en geradicaliseerd, maar nu wordt het bedreigd door een Westerse interventie.
10 maart 2011

Foto: Libische verzetsstrijders vieren de herovering van de stad Brega in het oosten van Libië, 5 maart 2011

Door Simon Assaf

De opstand die op 17 februari begon heeft al enkele belangrijke overwinningen behaald. Toch is het nog steeds in gevecht met de zwaar bewapende troepen die loyaal zijn aan het regime van Moammar Kadhafi. In Tunesië en Egypte was de beweging sterk genoeg om de dictators eruit te gooien. Maar in Libië zijn het leger en andere instituten intact gebleven – en in staat om compromissen voor te dragen.

Het regime rust niet alleen op grove onderdrukking, maar steunt ook op een groep die flink geprofiteerd heeft van het oliegeld dat onder Kadhafi werd verdeeld. Het regime verzekerde zich altijd van stabiliteit door in te spelen op rivaliteiten tussen stammen en clans.

Maar naarmate de steden groeiden en deze traditionele banden begonnen te ondermijnen, moest het regime de loyaliteit inkopen bij delen van de bevolking die gingen over contracten en oliedeals konden doen. Deze lieden werden beloond met gegarandeerde en goed betaalde banen, onderwijs en medische zorg – hoofdzakelijk in Kadhafi’s geboortestad Sirte en in de hoofdstad Tripoli.

De veiligheidsdiensten vrezen nu de wraak voor de vernederingen en onderdrukking die ze de bevolking hebben toegebracht. Degenen die dicht bij het regime staan hebben in deze revolutie veel te verliezen – ze proberen daarom het bestaande systeem te verdedigen.

De woeste golf van repressie tegen vreedzame demonstranten dwongen de rebellen om een opstand in het hele land te lanceren. De rebellen worden afgeschilderd als ‘onhandelbaar’ en ‘heethoofden’, een ongeorganiseerde bende die zich in de strijd gooit zonder enig militair plan.

Toch zijn ze vastbesloten om het regime omver te werpen. Jonge rebellen hebben dienstplichtigen, die voor het regime moesten vechten, met succes overgehaald om naar de andere kant over te lopen. Ze hebben, tegen alle verwachtingen in, beslissende veldslagen gewonnen van Kadhafi’s beter opgeleide en meedogenloze strijdmacht.

Die-hard supporters van het regime hebben tegenaanvallen en brute repressie ingezet in de gebieden onder hun controle. Nu wordt de revolutie geconfronteerd met een nieuw gevaar: Westerse inmenging. Het Westen wil de opstand inperken en is bereid om het land op te delen en zo zijn toegang tot de enorme oliereserves veilig te stellen.

Hartverscheurend

De hulpkreten vanuit een aantal steden en dorpen die door Kadhafi’s moorddadige strijdkrachten belegerd worden, tonen de wanhoop van de mensen in een ongelijke strijd. In het hartverscheurende aanzicht van zulke vreselijke onderdrukking lijkt het misschien ongevoelig om je tegen interventie te verzetten. Maar voor elke Westerse interventie zal een zware prijs betaald gaan worden.

De no-fly-zone die nu wordt geopperd kan alleen ingesteld worden door zware luchtaanvallen op de dienstplichtigen die gedwongen worden voor het regime te vechten. Westerse mogendheden zien, zoals zo vaak is gebleken, geen bezwaar om het met Kadhafi op een akkoordje te gooien.

Dergelijke interventies zullen het succes ondermijnen van de revolutie en haar vermogen om de krachten van het regime te verpletteren. Het Westen wil graag een pauze in revolutionaire offensief vanuit het oosten van Libië. Maar dit zou het regime in staat stellen om in belangrijkste steden in het westen van het land de opstanden neer te slaan.
Het gaat onder andere om de industriële stad Misrata, de oliestad Al-zawiya en de hoofdstad Tripoli, waar de arbeidersbuurten een broeinest van onrust blijven.

Het Westen hoopt dat een patstelling in Libië ertoe zal leiden dat de revolutie, om te overleven, steeds meer van haar afhankelijk wordt. Als de revolutie trager verloopt en opstanden in het westen van Libië in de steek laat, dan zal de druk op de rebellen toenemen om de opdeling van het land te accepteren.

Het Westerse strategie heeft al tot verdeeldheid geleid binnen de leiding van de revolutie in Benghazi, waar de opstand begon. De ad-hoc revolutionaire leiding die uit de opstand voortkwam heeft een overgangsraad opgericht, Transitional National Council (TNC), met afgevaardigden uit heel Libië. Maar onder de leiders zitten voormalige getrouwen van het regime. De overgangsraad heeft al compromissen gesloten. Een van de eerste verklaringen was dat het alle internationale contracten zou nakomen die eerder waren ondertekend door Kadhafi’s regime.

Als de revolutie zich verbindt met het Westers imperialisme, dan zal het onder de Libiërs en in de rest van de Arabische wereld aan geloofwaardigheid inboeten. Een interventie zou Kadhafi in staat stellen om het schrikbeeld van imperialisme te gebruiken om de revolutie te isoleren.

De Verenigde Naties hebben een ‘bemiddelaar’ benoemd om onderhandelingen te beginnen met het Kadhafi-regime, ondanks dat de overgangsraad zich ertegen verklaarde. Maar deze revolutie heeft tot dusver alle verwachtingen getrotseerd.
De moed en vastberadenheid waarmee ongewapende jongeren de opstand begonnen en het nu voortzetten, tonen de kracht ervan. Het Westen probeert hun wanhopig tegen te houden. Maar het lot van Libië ligt in handen van de revolutionairen, niet buitenlandse machten.

Zie ook het verslag van The Real News waarin opstandelingen hun mening geven over mogelijke Westerse interventie: