De lessen van de docentenstaking in Chicago:
Vijf manieren om een sterke, democratische vakbond op te bouwen

Demonstratie van de CTU in Chicago, 14 oktober 2019 (Foto: Charles Edward Miller).
In de afgelopen jaren is er in de VS een enorme heropleving geweest van activisme onder leerkrachten. De leerkrachten in Chicago speelden daar een belangrijke rol in: zij heroverden hun vakbond en vonden opnieuw uit wat vakbondsactivisme van leerkrachten kan betekenen. Wat kunnen leerkrachten in Nederland leren van hun collega’s in de VS?
6 maart 2020

Die dag in februari, nu negen jaar geleden, zal ik nooit vergeten. Ik was docent in Milwaukee, Wisconsin, een stad zo’n 150 km ten noorden van Chicago. Op een vrijdagmiddag toen de leerlingen al naar huis waren, zat ik te werken in mijn klaslokaal met de radio aan. In een nieuwsbericht werd een nieuw wetsvoorstel van Scott Walker, de gouverneur van de staat, aangekondigd. Dit wetsvoorstel werd gepresenteerd als een manier om zorgvuldig met de staatsfinanciën om te springen, maar de wet zou in werkelijkheid vernietigend uitpakken voor de docentenvakbonden, en zou de bezuinigingen op onze scholen, die reeds kampten met te weinig middelen, nog erger maken. Ik hoor de gouverneur nog zeggen dat het allemaal wel zou meevallen. Op weg naar huis kwam ik een collega tegen, die ik vertelde wat ik op de radio had gehoord. We staarden elkaar vol ongeloof aan en wisten niet wat er zou gaan gebeuren.

Wat er wel gebeurde, had ik nooit kunnen voorspellen. In de maanden daarna kwamen de docenten in Wisconsin in opstand, organiseerden ze ondanks de treuzelende vakbondsleiding wilde stakingen, leidden ze een beweging die het staatsparlement bezette en namen ze deel aan dagelijkse acties en protesten die in de weekenden uitmonden in demonstraties met zo’n 250.000 deelnemers. Ondanks tegenwerking van de Democratische Partij haalde deze beweging de miljoen handtekeningen op om een afzettingsprocedure tegen de Republikeinse gouverneur in gang te zetten.

Hoewel we een ongelooflijk momentum hadden, slaagden we er niet in om de gouverneur af te zetten. Walker werd herkozen en in de hele staat liep het aantal vakbondsleden terug. Maar er was ook een nieuw bewustzijn ontstaan aan de basis van de vakbonden. Onze lokale vakbond in Milwaukee besloot zichzelf opnieuw uit te vinden om relevant te blijven. Nu cao-onderhandelingen in feite illegaal waren geworden, moesten we veranderen van een vakbond die vooral onderhandelde in een bond die het vooral van collectieve actie moet hebben.

CTU

Deze arbeidersbeweging in Wisconsin stimuleerde de beweging in New York, toen daar enkele maanden later de Occupy-beweging opkwam en opnieuw in 2012 toen de grote lerarenstaking in Chicago plaatsvond. De staking van de Chicago Teachers Union (CTU) liet niet alleen het stakingswapen herleven, maar herdefinieerde de eisen die leerkrachten konden stellen. De strijd werd veel breder dan de strijd om lonen en arbeidsvoorwaarden. Het werd een beweging voor betere scholen en voor een beter systeem voor ons leraren, maar ook voor onze leerlingen, hun ouders en hun gemeenschappen.

De CTU-staking van 2012 maakte een grote indruk op me en net zoals leerkrachten uit Chicago ons in Wisconsin hadden ondersteund, zo ging ik met mijn collega’s naar de demonstraties in Chicago. Door deze ervaringen met elkaar te vergelijken werd me duidelijk dat we in Wisconsin wel de spontaniteit van een echte massabeweging hadden gehad, maar buiten de afzetprocedure om geen bredere strategie. De Chicago Teachers Union liet ons zien dat ze de energie van leerkrachten die in actie kwamen voor verbeteringen konden kanaliseren in een strategie die veel verder ging dan alleen het verkiezen van een ander poppetje aan de top.

De CTU wist het oude narratief dat leerkrachten egoïstisch zijn en alleen aan zichzelf denken om te vormen. Door antiracisme en rechtvaardigheid voor alle bevolkingsgroepen onderdeel te maken van hun strijd zorgden ze ervoor dat niemand kon zeggen dat leerkrachten niet om hun leerlingen gaven. En toen leerkrachten, na zeven jaar met inspirerende stakingen in het hele land, in 2019 opnieuw gingen staken en zich hard maakten voor verbeteringen in de levens van hun leerlingen door zich te richten op issues als dakloosheid en onrechtvaardig huisvestingsbeleid, bewezen ze niet zomaar een lerarenvakbond te zijn, maar ook een sociale beweging

Lessen

Nu ik lesgeef op een Nederlandse school en mijn vierde staking heb meegemaakt, kan ik de lessen die ik heb getrokken uit mijn ervaringen met Amerikaanse lerarenvakbonden afzetten tegen mijn kortstondige ervaringen hier in Nederland. Ik geloof dat Nederlandse leerkrachten zich in een unieke en kansrijke situatie bevinden, vooral omdat zoveel leerlingen en ouders de stakingen steunen. Maar ik maak me zorgen dat we deze kans om betere scholen, betere arbeidsvoorwaarden en een betere wereld voor onze leerlingen laten schieten als we er niet in slagen om de vakbond democratischer te maken en onze banden te verstevigen met onze leerlingen en hun naasten – in het bijzonder leerlingen die met marginalisering te maken hebben. In dit kader wil ik vijf belangrijke lessen van de CTU doorgeven aan leerkrachten hier in Nederland:

1. Bestudeer bewegingen van andere lerarenbonden

Het nogal ongewoon dat leerkrachten in de VS vooraan liepen in een sociale beweging. Dat deden toch vooral leerkrachten op andere plekken, zoals in Latijns-Amerika? Veel van de radicalere leerkrachten volgden bijvoorbeeld de bewegingen van leerkrachten in Oaxaca, Mexico. We hadden een groot respect voor die leerkrachten omdat zij in de frontlinies van de strijd stonden en niet alleen voor zichzelf als leerkrachten vochten, maar voor vrouwenrechten, leerrechten, de rechten van inheemse gemeenschappen en voor een rechtvaardiger samenleving in het algemeen.

In 2008 zat ik in een buurtcentrum in Chicago te luisteren naar Jinny Sims, de voormalig voorzitter van de British Columbia Teachers Union. Zij sprak voor een groep leerkrachten uit Chicago die de eerste stappen aan het zetten waren om een organisatiestructuur voor radicale vakbondsleden te vormen. Het verhaal dat ze vertelde ging over de illegale staking in 2005, waar 44.000 vakbondsleden aan deelnamen en hoe die strijd ook ging over het opbouwen van een ander soort vakbond. Een vakbond die zich interesseerde voor het leven van leerlingen en de problemen in hun gemeenschappen, en die wilde strijden tegen pogingen om het publieke onderwijs te privatiseren. Ze vertelde hoe leraren in Brits-Columbia investeerden in hun relaties met gezinnen en focusten op issues als dakloosheid of het gebrek aan middelen voor speciaal onderwijs.

Na haar praatje sprak ze met de groep leerkrachten uit Chicago, die bestond uit gewone vakbondsleden die de strijd aan wilden gaan met de toenmalige conservatieve vakbondsleiding. De beweging in Chicago kwam niet uit de lucht vallen, maar was geïnspireerd door leerkrachten in plaatsen als Oaxaca en Vancouver. Dit was niet alleen het begin van een nationale heropleving van radicalisme onder leerkrachten, maar net zo goed de voortzetting van een internationaal proces.

2. Neem de politieke opleiding van de leden serieus

Toen radicale vakbondsleden uit Chicago zich organiseerden in een eigen groep genaamd CORE (Caucus of Rank and File Educators), was het versterken van politieke analyses onder leden een belangrijk beginpunt. Ze begonnen leesgroepen waarin de cao’s werden doorgenomen om leden bewust te maken van de rechten die ze al hadden, maar ook om boeken als Naomi Kleins De Shockdoctrine te lezen, over hoe machthebbers gebruik maken van crises om neoliberaal beleid door te drukken.

Sarah Jaffe, auteur van Necessary Trouble, beschrijft in een gesprek met Kenzo Shibata, CORE-lid en leerkracht in Chicago, de impact van die leesgroepen: ‘De financiële crisis, zegt Shibata, is een excuus dat “hervormers” gebruiken om een proces te versnellen dat al een tijdje gaande was. In navolging van Naomi Klein, wees CORE erop dat de crisis niet alleen werd gebruikt “om onze vakbonden te ondermijnen, maar om op onze scholen te bezuinigen en in feite het hele onderwijssysteem te saboteren.”’

3. Bouw een vakbond die zelf zijn eigen sociale beweging is

Dit inzicht komt van Lois Weiner, docent in de onderwijskunde die haar leven lang al actief is in de vakbeweging van leerkrachten. Weiner bekritiseert vakbonden die sociale rechtvaardigheid allen maar als een beleidskwestie zien. In plaats daarvan, zo stelt ze, moeten vakbonden zelf een democratische transformatie ondergaan. In haar artikel Teacher Unionism Reborn schrijft Weiner dat zelfs de meest progressieve vakbondsleiders het gevaar lopen om over het hoofd te zien hoe belangrijk het is dat de leden zelf aan de touwtjes trekken, omdat ze het idee kunnen hebben dat democratie tijd kost en het behalen van resultaten vertraagt. Ze schrijft: ‘Een gevaar voor radicalere vakbondsbestuurders zonder een actieve achterban is dat ze vakbondsdemocratie kunnen gaan zien als een obstakel die het nastreven van een sociaal rechtvaardigheidsprogramma in de weg staat. “Social movement unionism” gaat er daarentegen vanuit dat vakbondsleden meer macht en invloed moeten krijgen, dat vakbonden van onderop opgebouwd moeten worden en dat de vakbond in die zin zelf een sociale beweging moet worden.’

4. Werk een programma uit dat verder gaat dan de typische werkvloerthema’s

De Chicago Teachers Union wekte opnieuw het idee tot leven dat leerkrachten zich moesten inzetten voor het algemeen maatschappelijk belang. Voor de staking publiceerde de CTU een document uit 2012 getiteld ‘The Schools Chicago Students Deserve’, een goed onderzocht en onderbouwd rapport over goed onderwijsbeleid dat de prestaties van leerlingen zou bevorderen en een rechtvaardiger onderwijssysteem zou creëren. Er stonden beleidsvoorstellen in zoals het versterken van kansen van jonge kinderen, meer invloed en betrokkenheid van ouders, kleinere klassen en meer mogelijkheden voor intensieve begeleiding.

Op die basis konden vakbondsgroepen en buurtorganisaties zich verenigen rondom een gezamenlijk programma waarin lerarensalarissen waren opgenomen, maar dat een veel bredere visie had. Voor de staking van 2019 heeft de CTU het document herzien en bevat nu alle vooruitgang die in de afgelopen zeven door de vakbond en andere organisaties is geboekt.

(tekst loopt verder onder het filmpje)

5. Investeer in banden met de gemeenschap op de plek waar je lesgeeft

Ouders en leerlingen zijn onze beste bondgenoten. Maar die solidariteit moet van twee kanten komen. Ik geloof dat leerkrachten in Nederland de steun van gezinnen hebben, maar die relatie moet onderhouden worden. Zoals de CTU keer op keer heeft bewezen, is het een mythe dat leerkrachten egoïstisch zijn: we moeten solidair zijn met de gezinnen die ons steunen. Er is een populair gezegde binnen de Amerikaanse lerarenvakbonden: ‘Onze arbeidsomstandigheden zijn de leeromstandigheden van onze leerlingen’.

Dat klopt – als we de omstandigheden op onze werkvloer verbeteren, verbeteren we tegelijk de onderwijservaring van onze leerlingen. Maar andersom geldt hetzelfde: als de levens van onze leerlingen verbeteren door ander beleid dat hun belang dient, dan maakt dat ons werk minder stressvol. Als onze leerlingen krijgen wat ze nodig hebben, of het nu om huisvesting, zorg of een gezonde leefomgeving gaat, dan komen ze ook beter aan op school. We moeten erkennen dat we het hele kind onderwijzen, en dat stopt niet aan het einde van de schooldag.

Op het Marxisme Festival 2020 zal Stephanie Schneider spreken over de lessen van de lerarenstakingen in de VS.