De Joodse radicale traditie: solidariteit versus antisemitisme

De bewering dat Israël voor alle Joden spreekt, strookt niet met de werkelijkheid. In het boek The Radical Jewish Tradition beschrijven Janey Stone en Donny Gluckstein de ontwikkeling van Joods radicaal activisme van de jaren 1850 tot 1948. Mark Kilian sprak met de auteurs. Een kortere versie verscheen in de Socialist.
7 maart 2025

Waarom hebben jullie dit boek geschreven?

 Janey: Ik werk al langer aan dit onderwerp dan aan het boek zelf, al een aantal jaar. Wat mij motiveerde, was dat Zionisten beweren dat ze alle Joden vertegenwoordigen. Zij zeggen: ‘Als je ons aanvalt, moet je wel antisemitisch zijn.’ Pro-Palestijnse mensen kunnen dan zeggen: ‘Dat is dan de prijs die ik moet betalen, want ik vecht voor een Palestijns thuisland.’

Onderzoeken tonen aan dat antisemitisme toeneemt wanneer Israël oorlogsmisdaden begaat. Dat is de tendens die ik wilde tegengaan, omdat dat links kan beïnvloeden. Mensen zien Israël en wat het doet, en dat kan leiden tot negatieve houdingen tegenover Joden.

Ik wilde laten zien dat zionisten niet alle Joden vertegenwoordigen – dat hebben ze nooit gedaan en niet alleen numeriek, maar ook politiek. Mensen die de bevrijding van Palestina steunen, kunnen zich daarmee identificeren, omdat dat ook een strijd tegen onderdrukking is.

Veel van wat in ons boek staat, is bekend, maar het is nog nooit eerder op de manier samengebracht zoals wij dat hebben gedaan. Als je dit allemaal bij elkaar brengt, besef je ook hoeveel invloed Joden en Joodse socialisten hebben gehad op de hele socialistische beweging.

Donny: De Joodse radicale traditie wás de radicale traditie. Het argument dat links antisemitisch zou zijn, wordt al jaren naar voren geschoven, terwijl de geschiedenis juist het tegenovergestelde aantoont. Links vocht tegen antisemitisme en rechts wakkerde het aan. Die smerige campagne die Labour-leider Jeremy Corbyn ten val bracht, was een politieke motivatie in de Britse context.

De andere reden, die heel persoonlijk is, is dat mijn moeder in april 2021 is overleden. Ik wilde haar verleden onderzoeken. Het bracht mij tot de kwestie van de kibboets, omdat ze als zionist in Palestina aankwam en antizionist werd.

Wat is antisemitisme en waar komt het vandaan? Sommige mensen zien het als iets natuurlijks, wat jullie het ‘lachrymose’ concept van de geschiedenis noemen.

Donny: Je moet onderscheid maken tussen de middeleeuwen en de moderne tijd. De middeleeuwse samenleving was een maatschappij bestaande uit landeigenaren en boeren. Joden speelden een heel specifieke sociale rol. In die tijd vonden de landeigenaren de Joden nuttig. Ze konden dingen binnenbrengen via handel en de bankfunctie vervullen. De feodale samenleving verwierp dat: het Derde Lateraanse Concilie (1179 na Chr.) maakte het voor christenen feitelijk illegaal om zich bezig te houden met ‘woekeren’.

Joden waren nodig om de samenleving draaiende te houden. Maar je houdt niet bepaald van je bankdirecteur. Dus wanneer er een probleem was, lieten de feodale heersers het afreageren op de Joden. – een bliksemafleider voor de rest van de bevolking.

Een voorbeeld zijn de kruistochten. Dus net als nu is er een oorlog gaande in het Midden-Oosten. Het gaat niet goed: de moslims winnen, de christenen verliezen. Dus wie geef je de schuld? Er zijn niet veel moslims in je omgeving, dus je geeft de Joden de schuld – zij ‘komen hier niet vandaan’.

De andere die het vermelden waard is, is de Zwarte Dood. Halverwege de jaren 1340 doodde deze verschrikkelijke golf van ziekten meer dan een derde van de bevolking. Opnieuw gaven ze de Joden de schuld. In die tijd zag je een massale verdrijving van Joden uit Duitsland naar Oost-Europa. Daarom werd Jiddisch, een Duitse taal, naar Oost-Europa getransporteerd en werd het de taal van Europese Joden.

Op dat moment zou ik het geen antisemitisme noemen, maar judeofobie. Het is discriminatie van Joden vanwege hun religie. Religie was belangrijk in de middeleeuwen: als je je bekeert tot het christendom, ben je niet langer Joods.

Antisemitisme is een vorm van racisme. Het is biologisch. Dat ontwikkelt zich met de opkomst van het kapitalisme. Je kunt het met name traceren rond slavernij, huidskleur en dergelijke. Het woord antisemitisme werd in 1879 gemunt door de Duitser Wilhelm Marr. Hij bedacht het vanwege de opkomst van de sociaaldemocraten. De heersende klasse in Duitsland wilde een verdeel-en-heerssysteem binnen de arbeidersklasse. Met de Neurenberger Wetten van 1935 werd het Joods-zijn afhankelijk van je grootouders. Toen kon je je niet meer uit je Joods-zijn bekeren.

Janey: Een voorbeeld is dat Karl Marx’ vader zich bekeerde tot het christendom. Dat betekende dat Marx in de jaren 1830 geen Jood was. Maar Eleanor Marx zei in de jaren 1890: ‘Ik ben een Jood’. Dus de houding ten opzichte van wat Joods-zijn is, was veranderd.

Theodor Herzl en de zionisten zeiden rond de tijd van Eleanor Marx dat antisemitisme altijd heeft bestaan. Ze beweren dat alle niet-Joden antisemitisch geboren worden en dat je er niets aan kunt doen. Je huilt en trekt je haren uit – daarom noemen we het het ‘lachrymose’ concept. Het citaat kwam oorspronkelijk uit het Frans, van Maxime Rodinson. Als antisemieten aanvallen, barricadeer je jezelf in de synagogen. De eeuwige Jood betekent het eeuwige slachtoffer.

Wat waren de strategieën van Joden om hun onderdrukking te verzachten?

Donny: Het waren er vier. Ten eerste Joodse orthodoxie, je terugtrekken in de religie. Door de hele Joodse geschiedenis heen zie je messiaanse bewegingen: wanneer de druk groter wordt, kijk je omhoog naar God.

De tweede is assimilatie. Je probeert te ontsnappen aan identificatie als Joods door te doen alsof je dat niet bent. Neem bijvoorbeeld Benjamin Disraeli, de Britse premier eind negentiende eeuw en de leider van de Tory-partij. Zijn partij was diep antisemitisch, maar Disraeli was een behoorlijk getalenteerde politicus en dus hadden ze hem aan de top. Assimilatie: probeer erbij te horen.

De derde is zionisme. Herzl was helemaal niet religieus. In de periode van het kolonialisme, de jaren 1890, zei Herzl: ‘Wat we nodig hebben is onze eigen Joodse kolonie’, en dat is Palestina. Vergeet religie of assimilatie maar.

Aan de andere kant was er de radicale Joodse traditie, een tegenreactie vanwege de ontwikkeling van de Joodse arbeidersklasse. Deze arbeiders zijn niet erg geïnteresseerd in religie, noch kunnen ze zich aanpassen omdat er antisemitisme is. Ze willen terugvechten tegen onderdrukking en ze zien de linkse beweging als de manier om dat te doen.

De socialistische beweging had eigenlijk drie elementen. Marxisme is de manier om antisemitisme te beëindigen door een arbeidersrevolutie: werp het systeem omver en het zal verdwijnen.

Het tweede is het Bundisme. Dat is een socialistische, revolutionaire beweging, althans in het begin. Bundisten zeggen: we hebben een revolutie nodig, maar Joden hebben vanwege hun culturele locatie, een andere taal – en marxisten nemen onze positie misschien niet serieus genoeg – een socialistische beweging nodig, maar dan wel een specifiek Joodse.

Het laatste is socialistisch zionisme, wat een vreemde groep is. In feite zeggen socialistische zionisten: zolang je in Europa bent, ben je socialist, maar zo ver gaan we niet komen, dus laten we naar Palestina gaan en daar een socialistische samenleving opbouwen. Ik heb behoorlijk wat tijd besteed aan de socialistische zionisten, omdat begrip ervan nodig is om de geschiedenis van het zionisme te kunnen begrijpen. Van 1933 tot 1970 werd het zionisme gedomineerd door het arbeidszionisme. Arbeidszionisten dachten dat ze socialisten waren. Dat moet begrepen worden, omdat het te vaak wordt vergeten. Op dit moment zien we Itamar BenGvir, Bezalel Smotrich en Benjamin Netanyahu en denken dat zionisme altijd zo is geweest. Dat is niet zo. 

Dat is geen excuus, maar zionisme is niet hetzelfde als andere vormen van racisme. Het is een vorm van racisme die voortkomt uit onderdrukking. Nazisme niet. Dat kwam voort uit een poging van de heersende klasse om de arbeidersklasse te verpletteren.

Janey: Je moet onderscheid maken tussen vóór 1948 en daarna. Vóór 1948 waren de zionisten niet één organisatie met één politiek en één doel. Hoewel zionisme in veel opzichten een koloniale beweging was, hadden zionistische organisaties geen macht. Je kunt zionisten niet vergelijken met het Britse imperialisme van vóór 1948. Je moet de linkse zionisten van vóór 1948 behandelen zoals je andere reformistische partijen behandelt, namelijk als organisaties van mensen met een gemengd bewustzijn.

Er waren veel oprechte mensen in socialistische zionistische organisaties en ze probeerden politieke posities in te nemen die op de lange termijn niet verenigbaar zijn, maar mensen kunnen hun hele leven met tegenstrijdigheden in hun hoofd leven. Aan de ene kant waren ze socialisten, internationalisten, gebaseerd op klasse, en aan de andere kant wilden velen van hen als zionisten een staat oprichten, die nationalistisch en klassenoverschrijdend was in zijn aantrekkingskracht.

In de vroege periode werkten mensen zoals in Poale Zion samen met revolutionairen. In veel opzichten waren ze in hun vroege stadia een revolutionaire organisatie. Hashomer Hatzair en de arbeidszionisten waren een pad naar socialisme en marxisme voor een aantal mensen. Veel mensen kwamen uit stalinistische partijen, sommigen uit de sociaaldemocratie, maar er zijn beroemde mensen die in Hashomer Hatzair begonnen. Dus vóór 1948 opereerde het echt als een sociaaldemocratische partij, met name de jongerengroep. De socialistische zionisten zijn kortom behoorlijk complex en veelzijdig.

Rond 1900 woonden de meeste Joden in Oost-Europa. Er was een emigratiegolf en een opkomst van sociale strijd, waarin Joden erg belangrijk waren. Kunnen jullie iets over beide zeggen?

Donny: Het belangrijkste is, in het grote plaatje, de ontwikkeling van de Joodse arbeidersklasse. Dat vormt de basis voor de Joodse radicale traditie. Er is een concentratie van Joden in Oost-Europa. De eerste plek in Rusland die industrialiseert, is waar de Joden toevallig woonden, het Paalgebied.

De Joodse arbeidersklasse is strijdbaar vanaf het begin. Dus de Joodse gemeenschap splitst zich: er zijn burgerlijke Joden, middenklasse Joden en een strijdbare massabeweging van Joodse arbeiders. Dat is het begin van de Joodse radicale traditie.

Janey: De verandering in Rusland van socialistische discussiegroepen naar agitatie werd geïnitieerd door Joodse socialisten. Dat kwam doordat de Joodse arbeidersklasse zijn strijdlust begon te tonen. De Bund en de Joodse socialisten waren veel groter tot 1903. Zij waren in staat om het eerste congres van de Russische Sociaaldemocratische Arbeiderspartij te organiseren.

Er vonden grote, afschuwelijke pogroms plaats in het tsaristische rijk. Mensen zeggen dat de Joden niet meer deden dan zich proberen te verstoppen. Maar Joden richtten zelfverdedigingsgroepen op, in samenwerking met Russen en anderen, meestal socialisten. Ze waren behoorlijk succesvol en beperkten vaak de hoeveelheid schade. Ze kwamen niet altijd op tijd, hadden niet altijd de kracht, maar ze stonden op, verzetten zich en zeiden: ‘Jullie gaan ons niet meer neerslaan’. In 1906, in de reactie na de revolutie van 1905, waren ze in staat om de belangrijkste arbeiderswijken van Bialystok, een stadje in Noordoost-Polen, volledig te verdedigen.

Joden speelden een onevenredig grote rol in de revolutie van 1905. Een groot deel van de mensen die werden gearresteerd, waren Joden. En ze speelden een belangrijke rol in de ontvangende kant van de reactie daarna. In conventionele verslagen van 1905 wordt dat niet benadrukt.

Donny: Als je kijkt naar de stakingsniveaus, was er veel meer activiteit in Polen dan in Rusland, zoals Moskou en Sint-Petersburg. Daarom richt Rosa Luxemburgs De massastaking zich op Polen. Ze was Pools en wist dat. Vanwege de concentratie van industrie in het Paalgebied, was dat waar de kern van de stakingen was tijdens de revolutie van 1905. In 1917 is dat anders.

De Joden emigreerden daarna onder andere naar de VS en Groot-Brittannië. In zowel New York als Londen speelden Joden een belangrijke rol bij het oprichten en onderhouden van socialistische organisaties. De Slag om Cable Street in 1936 tegen de nazi’s werd voorafgegaan door jaren economische strijd.

Janey: New York is historisch een overwegend Joodse stad, en ook een socialistische en communistische stad. Er was bijna voortdurend strijd in de Joodse wijken van New York vanaf het einde van de negentiende eeuw tot aan de Tweede Wereldoorlog. Het begon met de vorming van kleine vakbonden, maar ook met strijd rond sociale omstandigheden. Dit was een economische strijd, maar niet alleen rond nauwe economische eisen, omdat mensen in dezelfde straat woonden en werkten, vaak in dezelfde sweatshop. De strijd ging heen en weer tussen de werkplek en de gemeenschap. Er zijn interessante verhalen over huurstakingen, maar ook over een boycot van koosjer vlees in 1902.

Over de manier waarop vrouwen reageerden op de prijsstijging: er was een menigte van 20.000 vrouwen en de krant zei: ‘een opgewonden en opgewonden menigte [voornamelijk vrouwen] trok door de straten… gewapend met stokken, vocabulairs en goed geslepen nagels.’ Ik vind het beeld van deze vrouwen die door de straat marcheren gewoon fantastisch. De politie viel aan, maar die kreeg niet altijd haar zin, want een vrouw vocht terug door een agent ‘in het gezicht te slaan met een vochtig stuk lever’.

Het zijn niet alleen arbeiders, het is de arbeidersklasse in de echte marxistische betekenis.

Deze arbeidersstrijd ging door tot aan de Eerste Wereldoorlog, inclusief grote gevechten door kledingarbeiders. De belangrijkste was de strijd in 1908 onder voornamelijk Joodse vrouwelijke kledingarbeiders, de ‘opstand van de 20.000’. Een deel van de voorbereiding op die staking was een grote parade, op een datum die was gekozen om een ​​eerdere demonstratie van kledingarbeiders te eren. Een van de belangrijke dingen die uit die strijd voortkwam, was dat Clara Zetkin van de Duitse Sociaaldemocratische Partij het een geweldig idee vond om een ​​internationale dag voor werkende vrouwen te initiëren. Die vieren we vandaag de dag nog steeds.

Dan over Londen. Je krijgt deze reeks gebeurtenissen, die je afzonderlijk kunt lezen in de geschiedenis van de arbeiders, maar ik koppel ze aan elkaar. Joodse arbeiders, van wie velen kleermakers waren, werkten in de sweatshops van East End, met afschuwelijke werk- en leefomstandigheden. Joodse socialisten agiteerden onder hen en probeerden een stakingsbeweging en vakbondsactiviteit op gang te brengen.

Er was een staking van Joodse kleermakers in 1889. Ze kregen steun van andere Joodse arbeiders, maar omdat ze in East End woonden, deden ze een beroep op de steun van de voornamelijk Iers-katholieke havenarbeiders. Wonderbaarlijk genoeg kregen ze die. Met hun steun konden ze het financieel uithouden.

Slechts twintig jaar later, in 1912, was er een grote havenstaking. Joodse families in East End deden toen hetzelfde. De havenarbeiders hadden het financieel heel moeilijk. Joodse families namen honderden van hun kinderen op en verzorgden ze. Ze hoefden dus niet voor hun kinderen te zorgen tijdens de staking en dat maakte het verschil.

Toen, 24 jaar later, waren de havenarbeiders opnieuw solidair, als militante voorhoede van de massademonstratie van Cable Street (1936). Er was een kettingreactie van steun heen en weer tussen de Joodse arbeidersklasse en de niet-Joodse arbeidersklasse. Cable Street kwam niet uit de lucht vallen.

Oswald Mosley, de leider van de British Union of Fascists (BUF), probeerde zijn beweging te ontwikkelen. Deze had een aantal provocaties gedaan om steun te krijgen onder de arbeidersklasse. Er waren verschillende bijeenkomsten en gevechten, maar het hoogtepunt was in 1936 toen Mosley en de BUF van plan waren om door East End te marcheren in een grote provocerende actie.

Het was heel kort van tevoren aangekondigd, drie of vier dagen, en de meeste mensen hadden geen telefoon – er was immers geen internet. Socialisten, Joden en anderen in East End zeiden: ‘We kunnen dit niet laten gebeuren’. Ze renden rond, produceerden kranten en flyers, bezochten mensen van deur tot deur, en gingen langs werkplekken. In drie à vier dagen lanceerden ze een enorme tegendemonstratie met ongeveer driehonderdduizend mensen, bestaande uit zowel Joden als niet-Joden. Mensen kwamen uit heel Groot-Brittannië om mee te doen aan deze tegendemonstratie.

De politie probeerde de vijf- à zesduizend fascisten te beschermen. Er waren veel gevechten, niet tussen de fascisten en de tegendemonstranten, maar tussen de politie en de tegendemonstranten. De politie probeerde een pad te maken waar de fascisten doorheen konden marcheren, maar dat lukte gewoon niet. Uiteindelijk moesten de fascisten naar huis. Dit was een belangrijke gebeurtenis in de Britse geschiedenis.

De havenarbeiders hoorden bij de belangrijkste militanten van die dag. Een van de deelnemers, Bill Fishman, zei: ‘Ik was tot tranen toe geroerd toen ik zag dat bebaarde Joden en Ierse katholieke havenarbeiders opstonden om Mosley te stoppen. Ik zal dat nooit vergeten, zolang ik leef, hoe mensen uit de arbeidersklasse samen konden komen om zich te verzetten tegen het kwaad van het fascisme.’

Nadat ze hierin slaagden en de fascisten naar huis moesten, was er een ongelooflijke golf van euforie. Die is op zichzelf belangrijk, omdat ze voortkwam uit eenheid in de strijd. Daarom zeggen mensen die het meemaakten dat ze het nooit zullen vergeten. Het laat zien hoe eenheid van de arbeidersklasse mensen kan veranderen en de maatschappij kan veranderen. De viering na het succes kan net zo belangrijk zijn als de actie zelf. 

Het was onderdeel van een periode van vrij veelsoortige agitatie en activiteit in East End. Ik heb me geconcentreerd op de huurstakingen. Tussen 1936 en 1939 kwamen huurders talloze keren in staking en barricadeerden ze zichzelf in hun gebouwen. Ze bewaakten de ingangen en vochten met de politie en de eigenaren.

Een van de leiders van deze beweging zei: ‘Het was een echte verenigde beweging van het volk, die Joden en christenen samenbracht in een tijd waarin antisemitische propaganda werd opgevoerd, wat hielp om zowel fascisten als rechtse Labour-leiders te isoleren en te ontmaskeren.’

Enkele jaren later vindt de Duitse Jodenvervolging plaats. Wat was het belang van antisemitisme voor Hitlers beweging?

Donny: Antisemitisme als beweging was bedoeld om de arbeidersklasse te verdelen. Antisemitisme werd niet door Hitler ontwikkeld, het kwam voort uit de voornoemde traditie. De eerste antisemitische partij werd geleid door de persoonlijke kapelaan van de keizer, Adolf Stöcker (1835- 1909). De sociale groep die het meest aangetrokken werd tot het nazisme was de kleine burgerij. De nazi’s probeerden een beroep te doen op arbeiders – vandaar de titel nationaalsocialisten – maar waren niet erg succesvol. Dus wilden ze zowel de arbeidersbeweging aanvallen omdat ze de kleine burgerij bedreigden, als alle problemen van het kapitalisme op Joden afschuiven. Dat was de sociale basis van antisemitisme.

Maar de nazi’s waren niet afhankelijk van antisemitisme. We zien het door het prisma van de Holocaust, terugkijkend. Eigenlijk was het een contrarevolutionaire beweging. Het ging om het terugvechten tegen links, socialisten en de arbeidersklasse. Al deze dingen zijn met elkaar verbonden.

Als je een nazi of extreemrechts bent, kun je de wereld niet verklaren met alleen islamofobie. Je hebt een samenzwering aan de top nodig. Dat is de reden voor de aanvallen op George Soros (een Hongaars-Amerikaanse zakenman, red.) en de omvolkingstheorie. Antisemitisme is een fundamenteel onderdeel van het wereldbeeld van fascistische bewegingen, ook al zijn ze misschien vriendelijk ten opzichte van Israël. Je kunt antisemitisch zijn en Israël steunen. Veel doen dat, zoals Viktor Orbán, Giorgia Meloni en Marine Le Pen.

Janey: Nadat Hitler in 1933 aan de macht kwam, viel hij eerst de communisten, socialisten en vakbonden aan. Maar één organisatie die tot 1937 legaal bleef opereren, was Hashomer Hatzair. De socialistische zionisten konden deels blijven bestaan ​​omdat de nazi’s de zionisten wel aardig vonden. Ze wilden ook dat de Joden Duitsland verlieten en Hitler wilde hetzelfde.

Hashomer Hatzair publiceerde tot ongeveer een jaar nadat Hitler aan de macht kwam. Feitelijk waren er artikelen van Leon Trotski geschreven in het Hebreeuws, gepubliceerd in Nazi-Duitsland in 1933-1934. Dus er waren mensen die richting het trotskisme bewogen in Duitsland in 1933-1934 door Trotski in het Hebreeuws te lezen. Wat ik nogal weird vind.

In 1933 kwam Hitler aan de macht. De situatie voor de Joden verslechterde. Hoe reageerde de wereld daarop?

Donny: Ik situeer de Holocaust binnen de Tweede Wereldoorlog. Tot dat moment was het racisme, sociale uitsluiting, toenemende onderdrukking. De nazi’s hadden dat nodig als hun ideologische bindmiddel.

Maar de Holocaust is iets heel anders. Die vindt plaats wanneer de nazi’s Rusland binnenvallen, ze doen het niet bijzonder goed. Ze verwachtten er gewoon doorheen te lopen en het te verslaan. Dat doen ze niet, dus moesten ze de antisemitische argumenten intensiveren om de troepen te stimuleren.

Ze hadden ook grootse plannen om Oost-Europa te zuiveren voor Duitse kolonisten en dus alle Joden te doden, plus alle Slaven te verplaatsen. Kijk naar Gaza. Het kolonistenproject, dat hadden de nazi’s ook. En de Joden waren het nuttige doelwit.

Het derde element is dat ze van de Joden af ​​wilden en ze in getto’s stopten. Ze waren feitelijk bang dat de getto’s bronnen van ziektes zouden worden die zich zouden verspreiden, omdat mensen in zulke vreselijke omstandigheden leefden. Ze konden de getto’s niet zomaar laten wat ze waren en ze moesten iets doen. Ze probeerden Joden naar Afrika te verplaatsen, naar Franse koloniën zoals Madagaskar. Dat zou niet werken, dus kwamen ze met de ‘Endlösung’.

We gaan in het boek niet echt in op de oorzaak van de Holocaust, omdat het losstaat van de radicale Joodse traditie.

Janey: Hoe de rest van de wereld reageerde. Eén zin uit ons boek: ‘In een ongekende vertoning van internationale kapitalistische solidariteit, probeerde elk land het andere te evenaren om te zorgen dat geen enkel land een toevluchtsoord werd voor wanhopige mensen.’

Elk land deed zijn best om Joden buiten te houden, inclusief Nederland, Australië, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Deze internationale kapitalistische solidariteit, ze kwamen allemaal samen en handelden als één.

Een hardnekkige mythe is dat Joden tijdens de Holocaust ‘als lammeren naar de slachtbank gingen’. Waarom is dit niet waar?

Janey: Veel mensen denken dat Joden niets hebben gedaan. Mensen weten wel van de Opstand in het getto van Warschau, dus dat spreekt het al tegen. Maar de vraag is: waar komt dit verzet vandaan? Opeens staat er een heel getto op en biedt het wekenlang weerstand tegen de nazi’s.

Daar zijn twee bronnen voor. Ten eerste de massale strijd die in de jaren 1930 in Polen plaatsvond, geleid door de Bund en de Socialistische Partij, waarmee een ervaring van strijd werd opgebouwd. Dat is een van de belangrijke wortels van de Opstand in het getto van Warschau. Het was ook niet de enige vorm van verzet. Er waren ondergrondse verzetsbewegingen in ongeveer honderd getto’s en gewapende opstanden in vijftig van deze getto’s.

Er waren ook opstanden in 21 concentratiekampen en er waren Joodse partizanen in ongeveer vijftig partizanengroepen. Daarnaast overleefden ongeveer tienduizend mensen in het geheim in familiekampen in het bos. En er waren allerlei kleinschalige acties. Dwangarbeiders in schoenfabrieken staken spijkers in de laarzen en kleermakers naaiden linkerarmen in rechterarmgaten en vice versa.

Iets wat me echt raakte waren de vrouwelijke koeriers. Er waren ondergrondse groepen in verschillende steden en om de communicatie tussen hen gaande te houden waren er koeriers. De meerderheid van hen waren vrouwen en de reden daarvoor is dat als je een man bent en betrapt wordt, het heel gemakkelijk is om te zien of je Joods bent. Niet-Joodse mannen waren normaal gesproken niet besneden.

Vrouwen konden met minder risico rondgaan. Ze smokkelden mensen en geld, valse identiteitsbewijzen, publicaties, informatie en zelfs wapens. De meesten van hen waren jonge vrouwen en leden van Joodse socialistische jeugdgroepen of communisten. Eén communist, Niuta Teitelbaum, was blond en had blauwe ogen en zag eruit als een naïeve Poolse tiener, maar ze was een huurmoordenaar. Ze liep openlijk de kantoren en huizen van Gestapo-agenten binnen en schoot ze koelbloedig neer. Er zou een film over gemaakt moeten worden.

‘Op een dag liep ze naar de bewakers van een Gestapo-gevangenis, deed alsof ze zich schaamde en fluisterde dat ze met een bepaalde officier moest praten over een persoonlijke kwestie. De bewakers gingen ervan uit dat ze zwanger was en ze wezen haar beleefd de weg. Eenmaal in de officierskamer pakte ze een verborgen pistool met een geluiddemper en schoot hem neer. Op weg naar buiten glimlachte ze nederig naar de bewakers die haar binnen hadden gelaten.’ (Judy Batalion, The Light of Days: Women fighters of the Jewish resistance. Their untold story. Virago, 2020)

De vastberadenheid en zelfopoffering van deze vrouwen vernietigt volledig de mythe dat de Joden als schapen naar de slachtbank gingen.

Een van de instituten die een rol speelden in de oorlog waren de Joodse Raden: bestuurlijke organisaties zoals in het getto van Amsterdam. Deze mensen, die Joden uit de hogere klasse waren, zijn berucht omdat ze toezicht hielden op de deportatie van 75 procent van de Joodse bevolking. Speelden ze dezelfde rol in andere landen?

Janey: De Judenrat in Polen was berucht. Ze werkten allemaal samen, sommigen meer en anderen minder.

Donny: Maar we moeten voorzichtig zijn. Er is een groep Joodse mensen die zegt dat het zionisme verantwoordelijk was voor de Holocaust. Omdat ze samenwerkten, maakten ze er deel van uit.

Je hebt gelijk, er is hier een klassenkwestie. De arbeidersklasse zou zich verzetten door terug te vechten. Mensen uit de middenklasse zouden proberen een uitweg te vinden, zij hadden geen traditie van strijd.

Maar gedwongen worden door de onderdrukker om samen te werken, het is net als de Palestijnse Autoriteit van vandaag. Wil ze dat de Palestijnen geen staat hebben en onderdrukt worden? Nee, dat wil ze niet. Vecht ze terug? Nee, dat doet ze niet. Werkt ze samen? Een soort van, ja dat doet ze.

Je kunt dus zeker kritisch zijn op de zionisten in het besturen van de Joden, maar het waren niet alleen zionisten. Het waren ook niet-zionisten, het is een klassenpositie, een politiek ding over hoe je vecht tegen onderdrukking. Joden uit de middenklasse en de hogere klasse gaan niet van onderaf terugvechten.

Maar het is best complex en we moeten voorzichtig zijn met de taal die we gebruiken. Ik heb het niet over samenwerking, maar over samenwerking onder druk. Je moet de druk benadrukken.

Janey: Er waren Joodse collaborateurs, maar het is goed om ze niet te veel te benadrukken, want dat kan ertoe leiden dat je zegt dat zij verantwoordelijk waren voor de Holocaust. Dat waren ze niet. Wat fout was, was hun politiek. Ze hadden op zich geen macht, ze hebben de Holocaust niet veroorzaakt. Ze zeiden: ‘als we met de nazi’s meegaan, redden we meer mensen’. Dus ze wilden Joden redden, ze hadden alleen ongelijk in wat zou werken, en deels om klassenredenen.

Antisemitisme is vandaag de dag een cruciaal probleem. Israël beschuldigt links ervan antisemitisch te zijn. Hoe is het zionisme de stem van het Joodse volk geworden?

Donny: Zionisme als stroming was een heel klein onderdeel van het algehele Joodse politieke landschap. Eén cijfer: toen de pogroms plaatsvonden en mensen uit Rusland vluchtten, hadden ze de keuze waar ze heen gingen. Als je zionist was, moest je naar Palestina. Eén op de 27 mensen ging van Oost-Europa naar Palestina. De anderen gingen ergens anders heen. Dus het zionisme had heel weinig steun, en de zionisten klaagden daarover in de jaren 1920.

Het veranderde met Hitler. Alle andere landen ter wereld zeiden: ‘we willen geen Joodse vluchtelingen’. Als die deuren zich sluiten, ga je uiteindelijk naar Palestina, of je nu zionist bent of niet.

De hele basis van de Joodse radicale traditie was de solidariteit van de arbeidersklasse tussen Joden en niet-Joden. Jozef Stalin was feitelijk antisemitisch en gebruikte antisemitisme in de Tweede Wereldoorlog. De tragedies van het stalinisme en alle landen die hun deuren sloten, betekent dat radicale joden zeiden: ‘dit werkt niet’ en de meerderheid van de Joodse gemeenschap heeft Israël in verschillende vormen geaccepteerd. Dus het is een tragedie, een nederlaag.

Maar dat wordt niet veroorzaakt door een probleem van de traditie zelf. Het is een nederlaag veroorzaakt door het stalinisme, door het kapitalisme en kapitalistische regeringen. Hoewel het een tragedie is, moeten we erkennen dat de meerderheid van de Joden zionisten zijn. Maar ook veel niet-Joden, zoals Joe Biden, Donald Trump en Keir Starmer, steunen de zionistische zaak. Het is geen Joods iets, het is politiek. Het is belangrijk om dat te benadrukken.

Is zionisme tegen antisemitisme?

Donny: In de zin dat zionisme antisemitisme niet steunt als idee of praktijk, is het ertegen. Maar zionisme doet niets praktisch om antisemitisme tegen te gaan, omdat het zegt dat het niet verslagen kan worden, het antwoord is wegrennen.

Janey: In het verleden waren sommigen dat wel. Je moet onderscheid maken tussen voor en na 1948. Zionisme is ook niet homogeen, in ieder geval niet voor 1948. Voor 1948 sloten velen zich aan bij de strijd, zoals tijdens de Holocaust. Mordechai Anielewicz, de leider van de Joodse Strijd Organisatie, die de opstand leidde, was lid van Hashomer Hatzair, en andere linkse zionistische jeugdgroepen sloten zich ook aan, zoals Dror. Zionisten in het tsaristische Rusland werkten vaak samen met de Bund en andere socialisten, zoals bij zelfverdediging.

Vandaag is het echter anders. Antisemitisme in zijn traditionele betekenis is voor sommige zionisten niet zo belangrijk. Velen in Israël zien zichzelf in de eerste plaats als Israëli en pas in de tweede plaats als Joods. Dit is een deel van hoe antizionisme antisemitisme ‘wordt’ – omdat de betekenis van het woord antisemitisme is veranderd. Dit is waarom je zionisten ziet samenwerken met antisemieten, Jodenhaters, omdat ze Israël prioriteit geven.

Als socialisten pleiten we voor solidariteit van de onderdrukten. Heeft deze mogelijkheid ooit bestaan ​​in wat nu Israël is?

Donny: Het antwoord is een duidelijk ‘nee’ als we het hebben over de Israëlische staat die bestaat sinds 1948. Dat komt omdat er weliswaar sociale verschillen zijn tussen Israëlische kapitalisten en Israëlische arbeiders en ze zelfs tegen elkaar kunnen vechten, stakingen kunnen houden, enzovoort. De bevolking is zich er zeer van bewust dat het een koloniale nederzetting is op het land van iemand anders. En daarom is de solidariteit tussen de Israëlische arbeidersklasse en de heersende klasse. Het is niet de solidariteit van de onderdrukten.

Er was een moment in Palestina in het eerste decennium van de 20ste eeuw waarop socialistische zionisten die onlangs waren ontsnapt aan uitbuiting en onderdrukking in Rusland (en daarom begrepen dat je je moest verenigen met niet-Joden in de strijd tegen de heersende klasse om onderdrukking te verslaan) een keuze moesten maken. Je verenigen met de Arabische arbeidersklasse tegen kapitalisten, of ze nu Joods of niet-Joods waren, of je verenigen met Joodse kapitalisten tegen de Arabieren om een ​​koloniale staat te stichten.

Dit was rond 1908-9. Ze namen het besluit om de werkgelegenheid van Joden te verdedigen door de Arabieren te verdrijven (de zogenaamde ‘Verdediging van de Arbeid’-campagne). Vanaf die tijd waren de kansen op solidariteit erg klein. De Palestijnse Communistische Partij probeerde het idee in de jaren 1920 in stand te houden, maar het splitste zich op in een Joodse CP en een Arabische CP, dus faalde ook voor de test.

Janey: De Socialistische Arbeiders Partij werd opgericht door Joodse immigranten die opriepen tot eenheid tussen Joodse en Palestijnse arbeiders en hun doel was een ‘Sovjet-Palestina’. Na splitsingen en fusies werden ze de PCP, die zowel politiek als fysiek werd vernietigd door Stalin.

Vooral Joodse anti-Stalinisten vormden in de periode tussen de twee wereldoorlogen de RCL. RCL-activisten zoals Jakob Moneta organiseerden gezamenlijke vakbonden voor Arabische en Joodse arbeiders en werden geïnterneerd door de Britse koloniale autoriteiten. Een andere RCL-activist was Ygael Gluckstein, die later zijn naam veranderde in Tony Cliff.

Matzpen werd opgericht in 1962 – de Israëlische Socialistische Organisatie. Die was altijd erg klein, maar verzette zich openlijk tegen de bezetting en hielp bij het opzetten van de Black Panthers. Matzpen was belangrijk voor het onderwijzen van Europeanen over het probleem van het zionisme, inclusief Tariq Ali.

Wat inspireerde jullie het meest toen je het boek schreef?

Donny: De explosieve kracht van de combinatie van onderdrukking en uitbuiting. Mensen praten over intersectionaliteit, maar het is vaak abstract. Maar de helft van de Communistische Partij in de VS in de jaren 1920-1930 was Joods, een derde van de leiders van de Bolsjewistische Partij was Joods. Joden vormden een klein deel van de bevolking. Met andere woorden, als je samen wordt onderdrukt en uitgebuit en je vecht terug, is dat heel krachtig.

Je ziet het nu ook: wie leidt de Palestijnse beweging in Groot-Brittannië? Het zijn jonge moslimvrouwen. Het is best opvallend als je kijkt naar de demonstraties en de sprekers. Onderdrukking en uitbuiting samenbrengen is explosief. Daarom is de revolutionaire beweging zo sterk in beide dingen. We zijn niet alleen voor de arbeiders, maar ook tegen onderdrukking.

Janey: Bepaalde dingen inspireerden me. Het ontdekken van de zelfverdedigingstroepen in het tsaristische rijk, het socialistische verzet van de arbeidersklasse in Polen in de jaren 1930 en de manier waarop Joden en niet-Joden samenwerkten, het ontdekken van de relatie rond Cable Street, de huurdersvakbond en alle andere activiteiten.

De vrouwelijke koeriers tijdens de Holocaust waren gewoonweg geweldig. Als ik dit allemaal bij elkaar optel, inspireerde mij een hele geschiedenis van zestig jaar van massabewegingen in meerdere landen, die bestaat in het volle zicht en toch heeft niemand ooit dit panorama van strijd en verzet gezien.

Dit is niet alleen de Joodse geschiedenis. Deze geschiedenis is van ons allemaal. Dit is de kerngeschiedenis van de hele internationale socialistische beweging van de twintigste eeuw.

Het boek eindigt met Marek Edelman, een leider van de Opstand in het getto van Warschau. Tijdens de Tweede Palestijnse Intifada schreef hij een brief aan de commandanten van het Palestijnse leger, waarin hij de Joodse Strijdorganisatie die de opstand had geleid, vergeleek met de Palestijnse strijdorganisatie. Edelman als vooraanstaande Joodse verzetsstrijder kan vandaag de dag zeggen: ‘De onderdrukte mensen waarmee wij ons identificeren zijn de Palestijnen’, wat wij als socialisten ook kunnen zeggen, Joden en niet-Joden. We kunnen allemaal zeggen: ‘Dit is waar onze toekomst naartoe kan gaan’. Als we ons verenigen, kunnen we dit allemaal samen bereiken.

Janey Stone & Donny Gluckstein, The Radical Jewish Tradition, Bookmarks, 2024. Te bestellen via Leeslinks.nl .