De extreemrechtse obsessie met geboortecijfers

‘Lage geboortecijfers zullen het einde van de beschaving betekenen’, schreef ’s werelds rijkste man Elon Musk afgelopen april op Twitter, terwijl Donald Trump beloofde ‘de president van de bevruchting’ te worden. Ook hun politieke bondgenoten hebben al jaren een obsessie met geboortecijfers. Wat zit er achter deze apocalyptische angstzaaierij?
30 juni 2025

Rechtsextremistische politici en activisten wereldwijd luiden de alarmbellen over dalende geboortecijfers: deze zouden leiden tot een afname van innovatie en maatschappelijke vooruitgang, economische ineenstorting en uitsterving van culturen en beschavingen. Ook in Nederland zijn deze geluiden hoorbaar. Al in 2021 foeterde Nederlands schaduwpremier Geert Wilders dat ‘we straks een vreemde in eigen stad, in eigen land’ worden.

Tijdens zijn HJ Schoo-lezing eind 2024, repte voormalig NSC-voorman Pieter Omtzigt over het ‘probleem’ van ‘minder geboortes’ dat ‘moeilijk te onderschatten’ geopolitieke implicaties zou hebben. Omtzigts speech werd verwelkomd door het neofascistische Forum voor Democratie (FvD), dat sprak van een doorbraak van ‘het taboe over demografie’.

Geboortepolitiek

De politieke roep om meer kinderen wordt ook wel pronatalisme genoemd, het geloof dat overheidsbeleid geboortes moet stimuleren. Pronatalisten presenteren hogere geboortecijfers als een middel om demografische en economische crises op te lossen. Niet enkel extreemrechts en conservatieven zijn bevangen door het geboortecijfer: velen die niet buiten de kaders van de kapitalistische logica denken, zien krimpende geboortecijfers als existentieel probleem.

Nu extreemrechts wereldwijd op steeds meer plekken machtsposities heeft ingenomen, kan het vorm geven aan zijn jarenlange obsessie met dalende geboortecijfers. Afgelopen april deed The New York Times verslag van de concrete plannen van de regering-Trump om het geboortecijfer op te krikken. Eén voorstel was om een ‘babybonus’ van 5.000 dollar in contanten te geven aan elke Amerikaanse moeder na de bevalling. Zaken als betaald ouderschapsverlof en gratis kinderopvang kwamen uiteraard niet aan bod.

Het Hongarije van Viktor Orbán vormt voor rechtsextremisten het voorland: hij besteedt liefst 5 procent van het bruto binnenlands product aan pogingen om het geboortecijfer op te krikken. Zo hoeven koppels met vier of meer kinderen helemaal geen inkomstenbelasting te betalen. Dergelijke lokkertjes gaan hand in hand met een aanval op lhbtqia+’ers en zelfbeschikkingsrecht: zo worden mensen sinds 2022 gedwongen te luisteren naar tekenen van foetusleven voordat ze abortus ondergaan.

Autonomie

De zogenaamde vervangingsgraad, het aantal kinderen per drager om het bevolkingsaantal op peil te houden, is gemiddeld 2,1. In Nederland ligt dat cijfer op 1,43. Een onderzoek uit het medische tijdschrift The Lancet toonde in 2024 voor veel andere landen een vergelijkbaar beeld: in 2050 zal meer dan driekwart van alle landen een vervangingsgraad hebben die bevolkingskrimp impliceert.

Er zijn verschillende verklaringen voor dalende geboortecijfers. Misschien wel de belangrijkste factor is toegang tot anticonceptiemiddelen en abortus. Met de intrede van de anticonceptiepil in de jaren 1960 daalde in Nederland het geboortecijfer in acht jaar tijd bijvoorbeeld met bijna 20 procent. Deze rechten, afgedwongen door decennialange strijd om lichamelijke autonomie, stellen mensen in staat zelf te kiezen wanneer en of zij zwanger willen worden.

Geboortecijfers daalden ook door veranderende maatschappelijke normen en ontwikkelingen in het kapitalisme vanaf de jaren 1940. Meer vrouwen gingen werken en naar de universiteit, emancipatoire bewegingen problematiseerden en versoepelden genderrollen, en mensen trouwden later – als ze al trouwden. Vanwege deze veranderingen werd het krijgen van kinderen vaker uitgesteld, kregen mensen minder kinderen of bleven kinderloos.

Bovendien spelen economische factoren een grote rol: economische misère weerhoudt mensen ervan kinderen te krijgen, zelfs als ze dat zouden willen. Zo kopte het sociaaleconomische vakblad Economisch Statistische Berichten begin mei ‘Lagere inkomens beginnen steeds minder vaak aan kinderen’. Tot slot besluiten mensen vaker om geen kinderen te krijgen vanwege wereldwijde instabiliteit, zoals de huidige klimaatcrisis.

Kapitalistische motieven

Zijn dalende geboortecijfers een probleem? Wel voor het kapitaal, met extreemrechts in zijn kielzog. Kapitalisten willen volledige controle uitoefenen over reproductie, specifiek de zo goedkoop mogelijke reproductie van arbeidskrachten. Dit moet gebeuren om hun kapitaalaccumulatie tot in het oneindige voort te zetten: voor warenproductie is immers arbeidskracht nodig en arbeiders gaan dood.

Het kerngezin, bestaande uit een gehuwde cis-man en -vrouw en een stel kinderen, is in dat opzicht een zowel goedkope als ideologisch wenselijke constructie. Binnen het kerngezin worden kinderen verzorgd en opgevoed tot dienstbare arbeidskracht die zich kan laten uitbuiten door de kapitalist.

Bovendien moet het kerngezin een substituut zijn voor maatschappelijke voorzieningen: kostbare zaken als kinderopvang en ouderenzorg wil het kapitaal zo veel mogelijk afbreken en concentreren in het kerngezin. De heersende klasse voelt zelf niets van de afbraak van sociale voorzieningen, omdat ze zaken als kinderopvang moeiteloos kan uitbesteden.

Doordat het kerngezin vrouwen aan huis kluistert en aan hen het overgrote deel van de zorg- en opvoedingstaken oplegt, is het fundamenteel onderdrukkend. Uiteraard verzwijgen pronatalisten dit en propageren ze dat toewijding aan moederschap de grootst mogelijke deugd is voor elke vrouw.

Rassenoorlog

De geboortepolitiek die rechtsextremisten als Trump en Orbán voorstaan is bovendien diep racistisch. Zij zijn namelijk enkel voorstanders van meer eigen baby’s. De verhoudingsgewijs hogere geboortecijfers in delen van Afrika zien zij juist als gevaar – zo ‘waarschuwt’ FvD bijvoorbeeld dat ‘Nederlanders straks minderheid in [een] afrikaniserend land’ worden. Fascisten zien controle over vrouwen en het geboortecijfer dan ook als cruciaal om de vermeende demografische vervanging van het witte ‘ras’ te kunnen keren.

Rechtsextremisten willen dus zowel migranten buiten de deur houden als het aantal arbeidskrachten vergroten. Dat lijkt tegenstrijdig, maar extreemrechts heeft racistische verdeeldheid en moorddadig grensbeleid nodig om aandacht af te leiden van crises die het kapitalisme (re)produceert. Het zet daarbij zondebokpolitiek in om klassenverschillen te verdoezelen en een machtsbasis op te bouwen.

De oorzaak van het ‘probleem’ van dalende geboortecijfers leggen rechtsextremisten bij links, lhbtqia+’ers en vrouwen. Zo wijt FvD-leider Thierry Baudet ‘de demografische neergang’ aan ‘feministische ideologie’. Hoewel extreemrechts doet alsof het vrouwen beschermt, wil het in werkelijkheid hun rechten afbreken, bijvoorbeeld via verboden op abortus.

Waardenloos

De aanval op abortus onderstreept dat de drager van de foetus voor extreemrechts niets meer dan een broedmachine is. Symbolisch is het verschrikkelijke verhaal van Adriana Smith, een zwarte zwangere vrouw uit de Amerikaanse staat Georgia. Smith is wettelijk doodverklaard, maar wordt al maandenlang kunstmatig in leven gehouden zodat haar foetus niet sterft. Georgia kent namelijk een ‘heartbeat law’, die abortus verbiedt zodra er na ongeveer zes weken een hartslag wordt waargenomen.

Voor extreemrechts zijn degenen die kinderloos willen blijven of niet conformeren aan reactionaire gendernormen paria’s. De Amerikaanse vicepresident J.D. Vance noemt kinderloze vrouwen dan ook ‘waardenloos’ en hekelt de ‘cultuur van abortus on demand’.

Angstzaaierij over geboortecijfers is ook onderdeel van haatcampagnes tegen lhbtqia+’ers. Omdat lhtbqia+’ers binaire genderrollen en hiërarchische samenlevingsvormen problematiseren, zien fascisten hun bestaan als oorzaak én symptoom van maatschappelijk verval. De moorddadige vijandigheid van rechtsextremisten tegen lhbtqia+’ers krijgt uiting in staats- en straatterreur, variërend van de afbraak van transzorg tot transfoob straatgeweld.

Strijd

Geboortepolitiek is niet in het belang van de arbeidersklasse, maar van het kapitaal, want zij gaat in de regel gepaard met onderdrukking en aantasting van lichamelijke integriteit. De grote opkomst bij de Feminist March afgelopen maart laat zien dat veel mensen zich ervan bewust zijn dat extreemrechts eropuit is om de klok terug te draaien en dat lichamelijke autonomie met hand en tand verdedigd moet worden.

De strijd voor uitbreiding van reproductieve rechten en tegen seksueel geweld en genderdiscriminatie moet daarom verder worden georganiseerd en worden verbonden met antikapitalistische politiek. Kapitalisten zullen namelijk altijd controle willen uitoefenen over elk aspect van het menselijk leven. Om daaraan definitief een einde te maken, moet het systeem waarin die lugubere politiek steeds weer de kop opsteekt omvergeworpen worden.

Jij wilt ons nieuws.





    Je emailadres is vereist.