De “Elvis” van de filosofie pleit voor revolutie

Er is een radicale omwenteling van sociale verhoudingen nodig, stelt de marxistische filosoof Slavoj Žižek in een uitgebreid interview in de NRC van 21 augustus.

22 augustus 2009

ls0908slavoyzizek
‘Žižek lezen is een, in intellectueel opzicht althans, lustvolle aangelegenheid – die manische nieuwsgierigheid, die onwil van hem zich voor het gat van de vanzelfsprekendheid te laten vangen, waar het ook om gaat – cultuur, politiek, de menselijke psyche. Die lust in denken, is misschien het geheim van zijn populariteit’, schrijft Van den Boogaard voordat hij Žižek aan het woord laat.

Žižek heeft de bijnaam “Elvis” verdiend aan de ‘swingende wijze waarop hij elementen uit de populaire cultuur – films van Hitchcock bijvoorbeeld, of van David Lynch – en de actualiteit – de brief aan Hirsi Ali die Mohammed B. achterliet op de buik van de vermoorde Theo van Gogh – weet te verbinden met het gedachtegoed van zulke notoir moeilijke denkers als Jacques Lacan, Karl Marx en Friedrich Hegel.’ Zijn populariteit onder jongeren is dan ook ongewoon voor een filosoof. Dat heeft niet alleen te maken met zijn intrigerende cultuurkritiek, maar vooral met zijn vlijmscherpe kritiek op het hedendaagse kapitalisme – een fenomeen die de neoliberalen van de universiteitscurricula en de media hebben verbannen. Hij is ‘een prominent en luidruchtig advocaat van radicale politiek in het algemeen, en marxisme en communisme in het bijzonder. Neem het vorig jaar verschenen Violence. Dit onderzoek naar de ‘subjectieve, objectieve en symbolische’ betekenis van het begrip geweld, en de schijnheilige wijze waarop daarover onder hedendaagse kapitalistische verhoudingen wordt gesproken, eindigt in een pleidooi om geweld, in de zin van radicaal optreden, vooral niet te schuwen.’

‘Žižek ontleedt tot op het bot het optreden van grootkapitalisten die door middel van filantropie en dialoog het objectief gewelddadig karakter van hun positie aan het oog proberen te onttrekken. In de moderne informatiemaatschappij mag, nee moet iedereen meepraten, zijn mening zeggen. Altijd de dialoog op gang houden. Van elk flesje mineraalwater bij Starbucks gaat vijf cent naar het milieu, ter symbolische leniging van de verwoestingen die het kapitalisme zelf aanricht. Maar de machtsverhoudingen veranderen niet.’ In Žižeks eigen woorden: ‘Het gevaar van nu is niet passiviteit, maar pseudo-activiteit, de drang ‘actief’ te zijn, te ‘participeren’, de inhoudsloosheid te maskeren.’

Zijn nieuwe, nog te verschijnen boek heet First as tragedy, then as farce – een parafrase op Marx’ uitspraak dat de geschiedenis zich herhaalt, eerst als tragedie, dan als klucht. ‘Žižek geeft het streven van de radicale politiek hier een duidelijke naam: de communistische idee. Marx en anderen maakten een analyse van de geschiedenis van de wereld en de ontwikkeling van het kapitalistische systeem, uitmondend in een breed historisch perspectief: de wording van een wereld van rechtvaardigheid en gelijkheid, zonder uitbuiting en vervreemding. Die idee kan nog altijd als uitgangspunt dienen.’

In dit boek laat hij zien hoe de recente economische crisis ‘heeft aangetoond dat de moderne kapitalistische markteconomie, aangeprezen als een rechtvaardige, lankmoedige structuur waarin iedereen door het maken van keuzes en dragen van risico voor de gevolgen van die keuzes zijn weg kon vinden, een drogbeeld is gebleken: de werknemers worden opgezadeld met het risico van bedelstaf en ontslag, de kapitalisten gaan gewoon door elkaar bonussen uit te delen.’

Het volledige interview met Žižek is te lezen in NRC Handelsblad, 21 augustus 2009.

Žižeks Violence is zojuist bij uitgeverij Boom in Nederlandse vertaling verschenen als Geweld, vertaling van Ineke van der Burg.

Recentelijk nog sprak hij over ‘What it means to be a revolutionary today?’ tijdens het jaarlijkse ‘Marxism Festival’ van de Britse zusterorganisatie van de Internationale Socialisten. Hieronder de video-opname van deze lezing: