De Egyptische revolutie is een enorm leerproces

De Egyptische revolutie leert ons dingen die we eerder op zijn best uit boeken konden leren. Zij laat zien dat revoluties enorme en ingewikkelde processen zijn waarin zowel vooruitgang als achteruitgang plaatsvindt.
9 augustus 2013


Door Alex Callinicos

Dit blijkt duidelijk uit de gebeurtenissen sinds 30 juni. Op die dag organiseerde een brede coalitie van oppositiegroeperingen gigantische straatprotesten waaraan ongeveer 14 miljoen mensen meededen in het hele land.

Deze beweging slaagde er in om de regering van Mohamed Morsi en zijn Moslimbroederschap ten val te brengen. Maar zijn omverwerping werd uitgevoerd door het leger.

Het leger heeft snel maatregelen genomen om zijn macht te verstevigen en om leden van de ʻfeloulʼ weer aan de macht te brengen. Dat zijn de overblijfselen van het oude regime van Mubarak, die in februari 2011 werd verdreven.

Op 26 juli gingen honderdduizenden mensen de straat op na een oproep van de legerleider, generaal Abdel Fattah el-Sisi. Zij wilden de nieuwe regering steunen in de campagne tegen ʻterrorismeʼ, zoals het leger de Moslimbroederschap nu noemt.

Als je Sisi op de televisie ziet pronken met zijn donkere zonnebril lijkt hij net een Latijns-Amerikaanse generaal uit de jaren ʼ60 en ʼ70 van de vorige eeuw. Dan kan je je makkelijk voorstellen dat er een volledige contrarevolutie aan de gang is. En dat is ongetwijfeld een gevaar, aangezien leden van de oude Staatsveiligheidsdienst weer in actie komen.

Strijd

Het zou ons niet moeten verbazen dat het leger honderdduizenden mensen op de been kan brengen. Tony Cliff, de grondlegger van de traditie waartoe de Internationale Socialisten behoren, zei dat er in elke actie een strijd aan de gang is tussen strijdbare en conservatieve arbeiders. Dit klopt op een nog veel grotere schaal in een revolutie.

De grootste gebeurtenis van de laatste paar weken was 30 juni, niet 26 juli. De omverwerping van Morsi betekent dat de revolutie voortgang maakt. Tot dan toe was de beweging geconcentreerd in de steden. Maar de protesten tegen Morsiʼs keiharde mix van neoliberalisme en autoritair gedrag strekten zich uit tot diep in het Egyptische platteland.

Tweemaal in tweeëneenhalf jaar heeft de revolutie een onpopulaire president verdreven. Het was echter steeds het leger dat de wil van het volk uitvoerde, deels om te voorkomen dat dat massastrijd verder zou radicaliseren.

De rol van het leger is een teken van de zwakte van alle georganiseerde politieke groeperingen in Egypte. De Moslimbroederschap was de enige kapitalistische partij met een georganiseerde massabasis.

Maar Morsi verspeelde dat voordeel, joeg de revolutionairen tegen zich in het harnas en steunde steeds meer op krachten die zich tegen hem keerden – het leger en het Witte Huis. De minister van buitenlandse zaken van de VS, John Kerry, prees het leger voor het ʻherstellen van de democratieʼ.

De oppositiepolitici van het Nationaal Reddingsfront vormen een opportunistische bende die alleen samenkwamen om te eisen dat het leger een staatsgreep pleegde. Tamarod, het samenwerkingsverband van activisten die de campagne startten om Morsi te verwijderen, steunde ook het leger, tot de recente slachtpartij onder demonstranten voor de Broederschap.

De zwakte van de oppositiegroepen komt door het gebrek aan een massapartij van antikapitalistisch links. De Revolutionair Socialisten hebben wonderen verricht, maar zij zijn te klein om de miljoenen te leiden die nu in beweging komen.


Neoliberaal

Daarom is het leger naar voren gekomen als de enige kracht die in staat is om kapitalistische stabiliteit te bieden in Egypte. Maar dat is slechts schijn. Wat Morsi de das om deed was dat hij tijdens een economische crisis probeerde om het neoliberale beleid op te leggen dat het Internationaal Monetair Fonds eiste.

Sinds zijn val is er een opleving van stakingen, ondanks het feit dat het leger Kemal Abu Eita, een leider van de onafhankelijke vakbonden, tot minister van arbeid heeft benoemd.

Een staking in de textielfabriek van Mahalla, een van de geboorteplaatsen van de revolutie, werd binnen acht uur gewonnen. Net als hun voorgangers zullen de generaals gevangen zitten tussen de hamer van de crisis en het aambeeld van de arbeidersbeweging.

Net als eerdere grote revoluties zijn de gebeurtenissen in Egypte een enorm leerproces. Eerst brachten de massa’s Mubarak ten val. Toen keerden ze zich tegen de generaals die hem omverwierpen.

Nadat ze de Moslimbroederschap hebben uitgeprobeerd en verworpen, zitten ze nu weer met de generaals. Dat zal niet zo blijven. Maar om deze cirkel van revolutionaire politiek te breken zullen de meest strijdbare arbeiders en jongeren hun eigen politieke instrument moeten bouwen, hun eigen partij.

Nu de contrarevolutionaire krachten hun zelfvertrouwen terugkrijgen wordt een oplossing voor dit probleem steeds dringender.

Dit is een vertaling uit de Socialist Worker.